Dit stuur ik naar de Stichting Maatschappij en Veiligheid:
Geachte bestuursleden,
Buiten de door mij herhaald genoemde onverantwoorde en in strijd met de mensenrechten verzaking van de wettelijke brandweerzorg, met nog steeds openbare gevolgen bij brand elders(!), als 'de' oorzaak voor de ontwikkeling van de brand(jes) tot ramp, geeft ik hier nog een voorbeeld van verdoezeling van ontstekingsoorzaken voor de explosie met witte wolk van 15:00 uur.
Dit is van belang omdat de uitstoot van die explosie diverse brandjes op en rond SEF veroorzaakte.
Deze kunnen dan weer, naast druk/wrijving/zelfontsteking, ontstekingen in de omringende opslag hebben veroorzaakt en daarmee de totale 'ramp'
ontwikkeling hebben ingeleid.
Kort na de ramp viel mij al op dat het officiële onderzoek (uitgevoerd door TR, NFI met allerlei andere bedrijfjes) het niet zo nauw nam met feitenverzameling en analyse.
Oosting maakte er daarop helemaal een potje van in zijn rapport en vooral ook nog in de '40 vragen en antwoorden' voor 'het publiek'.
Binnen het genormeerd (NFPA 921) brandoorzaak onderzoek, mag een onderzoek slechts tot een enkelvoudige oorzaak, op een toetsbare feiten reconstructie(!), concluderen; indien men daarin alle technisch mogelijke andere oorzaken, die ook al de feiten kunnen verklaren(!), op bewijs kan uitsluiten! (Successieve eliminatie, heet dat.)
Op de foto's en filmbeelden van voor en na de ramp analyseerde ik de feitelijke sporen daarop zichtbaar. Eenieder kan dat dus toetsen.
Dan viel mij op, in vergelijking van een eerdere groepsfoto voor een uitje van personeel en een foto van Van Willegenburg, dat C1 (C1a. C1b. C1c. of ook wel: C1, C16 en C17 genoemd!) diverse sporen droeg van brand/explosie in die ruimten; vooraf aan de opkomst van de brandweer!
Voor serieus onderzoek betekent dat, dat zeker niet alleen de opengeslagen deuren van C2 (tweezijdig) en C4 van belang waren voor het vinden van een 'plaats van brandoorsprong' op die dag!Mijn aandacht werd ook getrokken door het feit dat de rookgas afvoerpijp duidelijk zichtbaar op het dak van C17 (CV-ketel en opslagruimte) op de groepsfoto van SEF personeel, was verdwenen!
En dat geen van de onderzoekers daarover reppen /wilde reppen! (Zelfs ook niet de wilde schreeuwers die toch wel van alles roepen op de media.)
Ook zag ik een merkwaardig door geweld omgebogen aluminium dakrand en rooksporen boven de gesloten deur van C17. (Voor eenieder te zien op de foto's van Van Willigenburg.)
Voor serieuze onderzoekers en voor waarheidsvinding was/is negeren van sporen een 'doodzonde' en dat is bij opzet bedrog/misleiding; dus zocht ik toestemming van het OM en de politie om ter plaatse naar (aanvullende) sporen te zoeken.
Die toestemming verkreeg ik hartelijk via AG Welschen en inspecteur Kamperman. Zij hadden dus (toen) in mijn richting niets te verbergen.
Op het terrein en de betonnen vloer van C17 vond ik een (40 cm.) boven de vloer nog uitstekende gasleiding, die opvallend met kleine gaten was geperforeerd; met daarnaast een waterleiding (brandhaspel en sprinklerinstallatie) die lokaal(!) was verhit en lokaal lek was geraakt.
De brandhaspel etc. was al 'spoorloos' geruimd evenals de CV ketel en de leidingen daarvan. (C17 was tijdens de ramp afgeschermd door het betonnen dak; dat pas later is geruimd.)
Ik heb deze als 'stukken van overtuiging' afgezaagd en met toelichting ingeleverd bij het politie/OM.
Enige weken later lag een kleiner stuk van de geperforeerde gasleiding weer weggegooid op het terrein; toen nam ik dat maar mee naar huis.
Toen Oosting rapporteerde verwees de cie., voor technisch onderzoek, naar het NFI rapport. Daarin vond ik opvallend genoeg echter niets(!) hieromtrent.
Bij dat NFI rapport behoorde een reeks van deelrapporten met daarbij weer andere rapporten als bijlage.
Een belangrijk rapport vond ik destijds, naast het NLR rapport over de explosie
'vuurbol zo groot als een boom' en '
zo groot als een huis', waarop een getuige de daarop verschijnende witte paddestoelwolk filmde; vanaf en (hoge) flat voorbij Grolsch, het Gastec rapport.
Dit nauwkeurig vast te stellen op 15:02 uur; dus binnen een klein aantal minuten min/plus rond dat tijdstip.Deze feiten waren/zijn dus allemaal objectief toetsbaar, maar werden massaal en allemaal evenzo voor een precieze reconstructie genegeerd; ook in de rechtszaken en in de media!Vooraf aan 15:00 uur: ontstoken vuurwerk op het terrein van SEF; gevolgd (rond 15:00 uur) door een sterk rommelend geluid en een vuurbol met daarop een ook plotseling opstijgende grote witte wolk.Op grond van zo'n 30 onafhankelijk getuige verklaringen, werd de locatie, vanwaar deze toch dreigende verschijnselen op het terrein van SEF dan objectief al ontstonden, door het NLR nauwkeurig geplot:
op het open terrein tussen C17, C2 en C4 en de containers Mavo boxen (richting Thole).
Deze verschijnselen werden gevolgd door vele waargenomen brandjes op SEF en in de omgeving (Tollenstraat, Thor, spoorlijn en dus ook (mogelijk) onder de containers).Waar vinden de aandachtige lezers, die zogezegd gesteld zijn op waarheidsvinding, deze feiten; die toch zeker objectief en verklarend zouden moeten zijn voor de latere ontwikkeling van de ramp in officieel onderzoek?Zelfs op de (sociale) media gooide men ' in zogenaamde waarheidsvinding' alles op een hoop.
Vaak ging het over 'de explosie' maar het waren er 'tig'; waarvan 2, als in omvang en tijd samengesteld clusters, hele grote. Maar die waren technisch dan weer: 'secundair' (hoog in de lucht).Binnen het officiële onderzoek werd door een deelrapport (ook van en NFI ambtenaar) een Gastec rapport ingebracht.; onderzoek naar een veilliggestelde CV- ketel (uit C17; maar dat werd niet vermeld!).
Valselijk werd die ketel dan besproken in het hoofdrapport alsof deze ooit in C2 was geplaatst!
Dus bleef C17 als op feiten (vele sporen) niet te loochenen 'plaats van brand/explosie oorsprong' 'systematisch' onder het tapijt geveegd'.Gastec rapporteerde uitgebreid over de CV-ketel (bemoeide zich niet met de plaats waar deze ooit hing) en die objectieve rapportage gebruikte ik voor mijn verdere waarheidsvinding in een rapport:
"Het 2e ‘scenario’, binnen de justitieel (NFI) van fictie tot feit verheven ‘brand en explosie in C2’ (de ketel hing in C17! ; FV), gaat over eventuele defecten aan installatie of apparatuur:
“5.1.2 Defect aan installatie of apparatuur
Er is onderzoek verricht naar het technisch falen van apparatuur c.q. materialen en installaties. Van de elektrische installatie is zeer weinig teruggevonden.
De onderzochte restanten hiervan en van veiliggestelde apparatuur waren dermate beschadigd dat hiervan niet meer kon worden vastgesteld of deze de brand
konden hebben veroorzaakt. Voor zover dat nog mogelijk was heeft dit onderzoek geen aanwijzingen opgeleverd voor een (oorzaak; FV) van de brand in C2.
Aan de gasinstallatie zijn, voor zover nog vast te stellen, geen defecten geconstateerd.”
Het deelrapport van een NFI ambtenaar blijkt, bij controle, de conclusies van Gastec ook nog te hebben verknipt! Ik rapporteerde dan ook:"Een niet ingewijde lezer zou kunnen/moeten denken dat ‘de’ gasinstallatie dan ook in C2 was geplaatst; echter niets is minder waar!
Die was opgehangen in C17 (oftewel C1c) en, na demontage en transport, elders onderzocht door commercieel ingeschakelde Gastec onderzoekers.
Maar desondanks, de gas installatie wordt onzorgvuldig en voor locatie onwaar besproken in het hoofdrapport onder: “5. Brand en explosie bewaarplaats C2”
Over het gehele complex verklaart een andere, brand technische, onderzoeker van het NFI echter:
“Resumerend kan worden gesteld dat op basis van het PD onderzoek, geen locatie kan worden aangegeven waar zich een eerste brand heeft ontwikkeld.
Met andere woorden, een eenduidig definieerbare primaire brandhaard kon niet worden aangetoond.”
]
Ook hiermee was al definitief ‘justitieel’ aangetoond dat er brandtechnisch op sporen geen enkel technisch (noch tactisch!) bewijs was voor een 1e brand in C2! Maar op fantasie en wensconclusies kon Oosting (en kon men ook binnen de rechtspraak) het gaan hebben over een brand in C2, ook nog door een 'brandstichter' of andere 'onbevoegden'; waarvoor geen enkel technisch of tactisch bewijs was; terwijl dat er overtollig bewijs was voor brand/explosie C17 en daar vlak naast(!).
C17, en het terrein daar vlak naast, werd dus voor ruimschoots beschikbare bewijs (30 getuigenverklaringen en onweerlegbare sporen) domweg genegeerd en daarop, dan op pertinente onwaarheden, weggeredeneerd voor een forensisch eerlijk resultaat. Dit dus ondanks de vele objectief beschikbare bewijzen voor brand/explosie rond 15:00 uur aldaar. Hier moet men niet alleen een vermoeden van 'complot', of abjecte onbekwaamheid, denken, maar mogelijk ook van 'collectieve bevangenheid'; een combinatie lijkt ook wel mogelijk als verklaring.
Over de gasinstallatie vermeldde het brand technisch deelrapport F (NFI) valselijk slechts nog:“In deze rapportage (Gastec; FV) wordt het volgende gesteld:
Er kan worden geconcludeerd dat in de restanten van het cv-toestel geen defecten zijn aangetroffen waaruit het ontstaan van de brand kan worden verklaard.”
Wat ook deze NFI rapporteur selectief weglaat, is, het meteen daaropvolgende en oorspronkelijk tekstueel aansluitende(!), onder
diezelfde Conclusies (Gastec):
“ Wel brengt de aard van dit open cv-toestel met zich mee dat als er brandbare of explosieve stoffen in de lucht aanwezig waren, deze eenvoudig door de waakvlam kunnen zijn ontstoken.
Ook het ontsteken van deze stoffen door een vonk bij een elektrische schakelactie van het cv-toestel is in principe mogelijk.”
Als de cv-ketel mogelijk een explosie kan veroorzaken dan is er een feit van algemene bekendheid dat een (verbrandings-) explosie daarop ook brand kan veroorzaken.Brandsporen (en explosiesporen) waren er te over in/op C17; behalve voor de justitieambtenaren van het NFI en de politie.Het lijkt nu dan ook van belang voor de waarheidsvinding om de inhoud van het Gastec rapport opnieuw nader te analyseren om de misleidend onware presentatie van het NFI hoofdrapport, over een gasinstallatie in C2, achteraf te corrigeren; voor een op waarheid verbeterde kennispositie in rechtshandhaving. (Dit vindt dan ook verder plaats in mijn rapport; eerder aan u gestuurd; FV).
Met verschuldigde hoogachting,
Drs. F.W.J. Vos