Nieuws:

NB! Als u lid wilt worden stuur dan een verzoek naar:

EnschedeRamp@gmail.com

Hoofdmenu
Menu

Toon bijdragen

Deze sectie stelt je in staat om alle bijdragen van dit lid te bekijken. Je kunt alleen de bijdragen zien waar je op dit moment toegang toe hebt.

Toon bijdragen Menu

Topics - sylvius

#1
Actueel / 'Dit betekent doorbraak'
7 mei 2021, 18:10:05
https://www.rtvoost.nl/nieuws/1664656/Nadat-Fireworks-directeur-documenten-heeft-gekregen-gaat-hij-weer-procederen-Dit-betekent-doorbraak


CiteerRudi Bakker, directeur van de ontplofte vuurwerkopslag SE Fireworks in Enschede, heeft deze week alsnog de door hem opgeëiste documenten ontvangen. Op last van de Raad van State heeft het verantwoordelijk ministerie de stukken moeten afgeven. Dat moest uiterlijk deze week. Bakker zegt dat de stukken nu aantonen dat hij nooit veroordeeld had mogen worden. Hij gaat nu opnieuw procederen: "Want dit is een absolute doorbraak."

Nadat hij deze week de stukken binnenkreeg, viel hij nog net niet van zijn stoel. "Ik had wel een idee wat er speelde, maar wist niet dat het zo erg was. Ik ben me echt rot geschrokken."

Tegelijk biedt het nieuwe mogelijkheden, aldus Bakker. "Met deze stukken kan ik mijn onschuld aantonen. Reden voor mij een herzieningsverzoek in te dienen bij de Hoge Raad. En los daarvan spelen er op de achtergrond nog enkele andere zaken, maar daar wil ik in het huidige stadium nog niets over kwijt. Maar met deze nieuwste informatie kan ik aantonen hoe het eigenlijk écht zit."
Hoogste bestuursrechter

De hoogste bestuursrechter oordeelde in februari dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de door Rudi Bakker opgevraagde documenten moest afgeven. Bakker en zijn zoon Raymond hadden daartoe een zogenoemde WOB procedure opgestart. Om aan te tonen dat het rijksbeleid ten tijde van de vuurwerkramp niet deugde en dat de Fireworks-directie als gevolg daarvan ten onrechte is veroordeeld.

Het ministerie heeft de circa vijftig documenten deze week alsnog aan Bakker overhandigd.
Weggelakt

De documenten waren overigens reeds in het bezit van Bakker, maar belangrijke passages waren weggelakt of bepaalde stukken ontbraken simpelweg. Bakker heeft na het arrest van de Raad van State nu alsnog de 'ongecensureerde versie' gekregen.

Aanvankelijk bestond trouwens het idee dat de gewraakte documenten allang waren vernietigd, maar zoon Raymond Bakker ontdekte dat ze nog bestonden. Waarop hij en zijn vader naar de Raad van State stapten. Het ministerie verklaarde nog wel dat de documenten niet meer zouden bestaan, maar dit argument veegde de Raad van State van tafel en gelastte dat het departement ze moest afgeven.
Niet veroordeeld

Na bestudering komt Bakker nu tot de conclusie dat hij nooit veroordeeld had mogen worden. De voormalig Fireworks-directeur heeft de belangrijkste documenten op zijn eigen website geplaatst.
Onder de pet

Volgens Bakker tonen de nieuwste documenten aan dat de overheid willens en wetens belangrijke informatie 'onder de pet heeft gehouden'. De overheid zou die meteen na de vuurwerkramp hebben weggemoffeld. Die informatie toont volgens Bakker aan dat de regelgeving rond vuurwerk ten tijde van de ramp uiterst gebrekkig was.
Weggemoffeld

Als bewijs daarvoor laat Baker op zijn website een volgens hem cruciale passage zien van een 'gecensureerde versie' en het ongecensureerde document, zoals hij dat nu alsnog heeft gekregen. "Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft er destijds alles aan gedaan om voor hen belastende (en voor mij ontlastende) documenten achter te houden."

De Fireworks-directie is destijds veroordeeld omdat het 'te veel en te zwaar' vuurwerk had opgeslagen. Volgens Bakker tonen de nieuwste documenten echter aan dat hij zich destijds aan de voorgeschreven classificaties heeft gehouden.

"Dit is de basis van mijn onterechte veroordeling en de bovengenoemde punten tasten die veroordeling aan. Als de rechter daarmee bekend was geweest, zou hij tot een andere uitspraak zijn gekomen die tot vrijspraak zou hebben geleid."
Eerherstel

Bakker heeft na zijn veroordeling destijds doorgeprocedeerd tot aan de Hoge Raad, maar ook daar kreeg hij nul op het rekest. Hij zegt door te blijven strijden voor eerherstel.




#3
Actueel / Jan Mans overleden
19 februari 2021, 09:16:21
https://nos.nl/artikel/2369349-jan-mans-burgermeester-tijdens-vuurwerkramp-overleden.html

https://www.tubantia.nl/enschede/oud-burgemeester-van-enschede-jan-mans-80-overleden~a261d5d0/
Citeer
Jan Mans is donderdagavond in zijn woonplaats in het Limburgse Meerssen overleden. De oud-burgemeester van Enschede is 80 jaar geworden.
#4
Actueel / De Waarheid
9 januari 2021, 16:52:40
26 februari a.s. documentaire "De Waarheid"


#9
Wederopbouw / Voltooiing Roombeek
6 maart 2020, 07:07:27
https://www.huisaanhuisenschede.nl/nieuws/algemeen/954013/koopmans-bouwgroep-voltooit-roombeek-met-laatste-iconische-gebouw



Vlnr: Ted Lanarás (High Garden) en Hans Smit (Koopmans Bouwgroep) na ondertekening van de koopovereenkomst. (Foto: PR)
Koopmans Bouwgroep voltooit Roombeek met laatste iconische gebouw




TBI-onderneming Koopmans Bouwgroep gaat in de wijk Roombeek in Enschede circa 200 (huur)appartementen ontwikkelen en bouwen. Dit gebeurt op twee bouwkavels die in het bezit waren van High Garden B.V. Op 12 februari 2020 tekenden de twee partijen, beide gevestigd in Enschede, de koopovereenkomst voor deze kavels.

Enschede - De appartementen komen in twee gebouwen aan de Stroinksbleekweg en Hulsmaatstraat, de locatie waar vroeger de Twentse textiel Maatschappij, TETEM, gevestigd was. Deze gebouwen, met de namen TETEM 3 en TETEM 4, krijgen een geheel eigen uitstraling naar ontwerpen van twee architecten. Tangram Architekten uit Amsterdam ontwerpt het appartementengebouw TETEM 3. Dit is het laatste iconische gebouw dat in de wijk Roombeek gerealiseerd wordt. De wijk kent inmiddels een aantal van dergelijke iconische gebouwen met een esthetisch sprekende architectuur, zoals Eekenhof, Balengebouw en Museum Twentse Welle. Het ontwerp van TETEM 3 sluit daar straks naadloos bij aan.

Zorg- en levensloopbestendige appartementen
Van der Linde Architecten uit Deventer maakt het ontwerp voor TETEM 4. In dit gebouw komen zorg- en levensloopbestendige appartementen. Koopmans is op dit moment in overleg met twee institutionele beleggers die de (huur)appartementen in beide gebouwen gaan afnemen. Dit jaar worden de ontwerpen verder uitgewerkt in goed overleg met alle betrokken partijen. Naar verwachting kan eind van het jaar de omgevingsvergunning worden ingediend.

Supervisor Pi de Bruijn
High Garden is al vanaf 1996 bezig om het karakter van de voormalige Twentse textiel Maatschappij te behouden. Samen met Pi de Bruijn en met steun van de gemeente Enschede hebben zij dit al kunnen verwezenlijken met de realisatie van TETEM 1 en 2 (ArtEZ). De ontwikkeling en realisatie van zowel TETEM 3 als TETEM 4 gebeurt onder supervisie van Pi de Bruijn van de Architekten Cie. uit Amsterdam. Als stedenbouwkundige ontwierp hij destijds de wederopbouw van het Roombeek na de vuurwerkramp in 2000. Hans Smit, directievoorzitter van Koopmans Bouwgroep, is verheugd over deze opdracht: 'Voor ons als echt Enschedees bedrijf is het een voorrecht dat wij de karakteristieke wijk Roombeek op deze wijze mogen voltooien.'
#10
https://www.linkedin.com/pulse/betrokkenen-rijksrecherche-onderzoek-paul-van-buitenen/

Collage uit intro ongecensureerde versie van rapport 17-6-2004 Rijksrecherche Vuurwerkramp
Betrokkenen rijksrecherche-onderzoek
Published on 2020 M01 17


Paul van BuitenenFollow
Onderzoeker Vuurwerkramp Enschede



Centrale rol rijksrecherche
Binnen de bijna 20-jaar lange stroom van onderzoeken, beroepsprocedures, WOB-verzoeken en gerechtelijke beslissingen i.v.m. de Vuurwerkramp, neemt de rijksrecherche een sleutelpositie in. Alle verzoeken om informatie of nieuwe indicaties van onregelmatigheden lopen stuk op de uitkomsten van twee rijksrechercheonderzoeken. De rijksrecherche is tot tweemaal toe doorslaggevend opgetreden in het kalt stellen van aanwijzingen over onrechtmatigheden in het strafrechtelijk onderzoek van de Vuurwerkramp. De eerste maal was in 2004 en de tweede maal in 2012. Beide rijksrecherche-interventies waren zowel doorslaggevend, als aantoonbaar nalatig en slecht uitgevoerd, waarbij serieuze aanwijzingen zijn gemist en onderzoekshandelingen werden voorgewend die niet zijn uitgevoerd. De nalatigheden en fouten van de rijksrecherche zijn zó ernstig dat dit niet alleen met incompetentie kan worden verklaard. Er dient ernstig rekening te worden gehouden met aansturing van buitenaf en het door rijksrechercheurs begaan van strafbare feiten.
Tuchtrechtelijk onderzoek politie in 2003
De door het OM van brandstichting verdachte André de Vries was in eerste aanleg tot 15 jaar cel veroordeeld door de rechtbank Almelo. Dit was gebaseerd op valse bewijzen die door het OM waren opgevoerd, dit tegen beter weten in van datzelfde OM. Twee Tolteamrechercheurs hadden zich eerder intern binnen het onderzoek al verzet tegen de bewijsmethodes van het OM en de gedragingen van een aantal van hun collega Tolteamleden. Na overleg, met hun door de politiebond ACP toegewezen advocaat, besloten zij hun protest buiten de politie te laten horen, maar nog steeds binnen het onderzoek. Tegen de wil van de korpsleiding en het OM in legden zij bij de hoger beroep procedure van de veroordeelde De Vries een verklaring af voor het gerechtshof Arnhem over de wijze van bewijsvergaring door het OM. Dit leidde tot het ondeugdelijk verklaren van het OM-bewijs door het Hof en De Vries werd vrijgesproken. Op aangeven van het OM startte de korpsleiding vervolgens een interne tuchtprocedure tegen de beide klokkenluiders. Deze procedure werd vermomd als een objectief onderzoek naar het hele Tolteam, uit te voeren door het Bureau Interne Zaken (BIZ) van een andere politieregio. Wat de korpsleiding echter niet verwachtte, maar wat wél gebeurde, was dat het BIZ onverwacht informatie kreeg vanuit de politie Twente die eerder voor het BIZ was achtergehouden toen zij informatie opvroegen binnen het onderzoek. De tussenuitkomst van het interne BIZ-onderzoek kantelde ineens een onverwachte kant op, ten nadele van de korpsleiding en het OM. Deze tussenconclusie van het BIZ luidde:
"Verantwoordelijken en uitvoerenden binnen het strafrechtelijk onderzoek contra de verdachte André de Vries hebben binnen dit strafrechtelijk onderzoek opzettelijk de rechterlijke macht misleid."
Inschakeling rijksrecherche in 2004
De korpsleiding schakelde daarop justitieminister Donner in, die op zijn beurt via het College van Pg's en de coördinatie commissie rijksrecherche de rijksrecherche liet inschakelen. De formele opdracht van de rijksrecherche luidde:
"Vaststellen in hoeverre het Tolteam en OM bij het strafrechtelijk onderzoek contra De Vries opzettelijk de rechterlijke macht hebben misleid."
De rijksrecherche kon deze opdracht niet onafhankelijk uitvoeren. In de plaats daarvan bleek de rijksrecherche een van te voren bepaalde uitkomst mee te krijgen:
"De rijksrecherche had de kennelijke opdracht om de kritische bevindingen van Bureau Interne zaken Gelderland-Midden ten koste van alles te ontkrachten. Waarheidsvinding werd daaraan opgeofferd."
Rijksrecherche begaat strafbare feiten
De rijksrecherche beging onrechtmatigheden en strafbare feiten tijdens het onderzoek:
Millennium verklaring. Twee van de door de rechtbank in het vonnis tot 15 jaar cel van André de Vries geaccepteerde bewijsmiddelen, aangevoerd door het Openbaar Ministerie, waren verklaringen. Betreffende getuige beweerde dat De Vries in de millenniumnacht had verklaard over een bom bij S.E. Fireworks. Het OM wist echter dat deze verklaring meinedig was, want reeds maanden vóór het vonnis dagvaardde het OM de bewuste getuige wegens meineed voor precies deze verklaringen die als bewijs waren opgevoerd door datzelfde OM. De rijksrecherche vond hoegenaamd niets. Ook niet wat er van de zes ontlastende verklaringen was geworden die de rechtbank blijkbaar niet had opgemerkt, maar waarvan het OM beweerde dat ze gewoon in het dossier waren opgenomen.
Compositietekening. Een rechter legt een verklaring af bij de rijksrecherche over een compositietekening, die voor hem de aanleiding vormde om het Openbaar Ministerie te tippen opeen kennis van André de Vries. Op de datum dat deze rechter blijkens het Tolteamjournaal heeftr getipt, bestond deze compositietekening echter nog niet. Ook was de gelijkenis van de compositietekening met de uiteindelijk de door de rechter bedoelde persoon nihil. Uit de stukken van de rijksrecherche is op te maken dat zij deze anomalie moeten hebben opgemerkt. Echter, zij signaleren hem niet.
Rood sportbroekje. Een rood sportbroekje speelde de hoofdrol voor het Openbaar Ministerie bij de aandachtsvestiging, verdachtmaking, arrestatie, gevangenhouding en veroordeling van André de Vries als brandstichter. De rijksrecherche vond het echter niet nodig om hier onderzoek naar te doen. Zij concludeerden dat dit niet meer was na te gaan. Echter, de rijksrecherche heeft belangrijke getuigen, die bij de behandeling van het broekje waren betrokken, hierover niet gehoord. De rijksrecherche moet gemerkt hebben aan het verschil in stank, verontreinigingen, gaatjes, zijde van het achterzakje, soort broekband, verschillende verpakkings- en sluitingswijze, verschillende bewaarplaats en het al dan niet vergezeld gaan met de overige kleding, dat er sprake moet zijn geweest van verschillende broekjes. De rijksrecherche merkt hier echter niets over op.
Parallel traject. Er liep binnen het Tolteam een parallel onderzoekstraject door drie rechercheurs naar de kandidatuur van De Vries als brandstichter. De bevindingen van dit traject werden niet binnen het reguliere Tolteam-journaal genoteerd, maar op een losse floppy disk, waardoor de bevindingen in dit traject werden onttrokken aan de normale groepsdynamiek en -kritiek binnen het Tolteam. Ook werden hier geen processen-verbaal van opgemaakt. Pas aan het eind van het parallelle traject informeerde men de rest van het Tolteam en werden de 69 separaat, systematisch en volgens een bepaald format vastgelegde mutaties geïntegreerd in de rest van het journaal. Het Tolteam werd verplicht over te schakelen van het scenario 'Bedrijfsongeval' naar het scenario 'Brandstichter De Vries'. Door een strikt formalistische interpretatie van de onderzoeksvereisten kon de rijksrecherche dit traject als reglementair aanmerken en zag de rijksrecherche hierin geen misleiding.
Verhoorde getuigen. De rijksrecherche liet alle kritische getuigen terzijde, of hoorde hen slechts gedeeltelijk. Zij negeerden cruciale getuigen betreffende mogelijke misleiding van de rechter. De rijksrecherche hoorde de beide klokkenluiders alléén met het oogmerk om hen op meineed te kunnen pakken. Hun aantijgingen betreffende het onderzoek werden met grote tegenzin als bijlage aan het verhoorverslag gehecht, zonder enige opvolging, want de rijksrecherche sloot het onderzoek reeds twee dagen na hun verhoor. Een rechercheur die tevoren door het BIZ als mogelijke verdachte werd aangemerkt, is door de rijksrecherche als basis gebruikt voor de geconstrueerde waarheidsvinding.
Verhoor voorbeeld. Het 'verhoor' van de persoon waarop de rechter had getipt en die zich later, toen het Tolteam niet aansloeg, alsnog 'spontaan' meldde bij het Tolteam en hen op het spoor van De Vries zette, is typerend voor de 'grondigheid' waarmee de rijksrecherche werkte. De rijksrecherche trof betreffende getuige in beschonken toestand aan, reden waarom de rijksrecherche besloot van verder verhoor af te zien. Ontnuchtering en verhoor van juist deze getuige was uitermate belangrijk, maar blijkbaar geen optie.
Onderzoeksopzet. Formeel zou de rijksrecherche de eerdere bevindingen van het BIZ als uitgangspunt nemen. In werkelijkheid schoof de rijksrecherche alles van het BIZ terzijde en begon met de constructie van de gewenste werkelijkheid. Uitgangspunt daarbij was de tendentieuze 'weerlegging' van de klokkenluiders door de Advocaat-generaal van het Hof te Arnhem. Daarna zocht de rijksrecherche antwoorden om de door het BIZ gesignaleerde tegenstrijdigheden in data van het geautomatiseerde vastleggingssysteem te kunnen verklaren. De hele opzet van het onderzoek verraadt de werkelijke opdracht van het college Pg's aan de rijksrecherche: ontkracht de kritische bevindingen van het Bureau Interne Zaken.
Meineed Paalman: De rijksrecherche had de kennelijke opdracht om een basis te vinden waarop beide klokkenluiders van het Tolteam vervolgd konden worden voor meineed. Dit blijkt zowel uit de vraagstelling die naar voren komt uit de getuigenverslagen, als uit de rapportage zelf van de rijksrecherche, waar een onevenredig groot en gedetailleerd gedeelte wordt gewijd aan wat Paalman en De Roy van Zuydewijn nu wel en niet zouden hebben gezegd tijdens de verschillende bijeenkomsten.
Onderzoeksopdracht: "De doelstelling van het rijksrecherche feitenonderzoek is vast te stellen of en zo ja in hoeverre verantwoordelijken en uitvoerenden binnen het strafrechtelijk onderzoek contra verdachte De Vries, opzettelijk de rechterlijke macht hebben misleid." De uitkomsten van het onderzoek worden geformuleerd in typisch rijksrecherchiaans taalgebruik: "Er werd geen ondersteuning gevonden voor ..., er is niet gebleken dat ...". Tsja, waar de rijksrecherche niet zoekt zal de rijksrecherche ook niets vinden. Waar de rijksrecherche wél naar zocht, was het bewijs dat een of beide klokkenluiders meineed hadden gepleegd. Het OM dacht dat de rijksrecherche daarin was geslaagd en zette dat in hun persverklaring van 5 juli 2004. De rechtbank Den Haag floot het Openbaar Ministerie echter terug bij vonnis van 13 augustus 2004 en dwong het OM tot een rectificatie.
Bij dit rijksrechercheonderzoek waren rechtstreeks betrokken:
Officier van Justitie:                         Mr. Henk van der Meijden
Regiomanager rijksrecherche:          J. Schagen
Hoofdinspecteur der rijksrecherche: H.J. Rauwerdink
Hoofdinspecteur der rijksrecherche: Gert A. Lijnes (nu directeur bedrijfsvoering OM Caraïbisch gebied).
Inspecteur der rijksrecherche:         Mr. Henk J. Mous (nu officier van justitie landelijk parket Amsterdam).
Inspecteur der rijksrecherche          R.A.M. Rosendaal
Inspecteur der rijksrecherche         Geert Faber (nu gepensioneerd).
Brigadier van politie Drenthe        F. Greve
Brigadier van politie Flevoland     J.C. van Wilgenburg
Inschakeling rijksrecherche in 2012
Nadat in april en mei 2010 nieuwe aanwijzingen waren bovengekomen dat het onderzoek naar de Vuurwerkramp niet volledig is geweest, startte het Openbaar Ministerie een reeks aanvullende feitenonderzoeken: 'Esaltato' (2010), 'VerEsal' (2011) en 'Daslook' (2012). Daarbij werden alle aanwijzingen één voor één de nek omgedraaid. Het laatste feitenonderzoek 'Daslook', dat er voor moest zorgen dat de deksel voorgoed gesloten werd, is uitgevoerd door een in dergelijke operaties gespecialiseerde organisatie, de rijksrecherche. Op speciaal verzoek van de voorzitter van het college van procureurs-generaal, Herman Bolhaar, gericht aan hoofdofficier van justitie Fred Westerbeke, werden hiervoor eerder bij het onderzoek betrokken rijksrechercheurs uitgezocht. Zo konden de rijksrechercheurs zelf controleren of zij hun eerdere werk in 2004 wel goed hadden gedaan.
Het heeft meer dan een jaar geduurd na de 'Beste Fred' brief van Herman, voordat de rijksrecherche tot resultaten kwam. Er werden drie vragen onderzocht:
De eerste onderzoeksvraag: Hoe was het onderzoeksteam van de Twentse politie destijds aan de naam gekomen van de tipgever die de naam van voormalig verdachte André de Vries had genoemd.
"In het onderzoek van de rijksrecherche is het volgende komen vast te staan: De tipgever die de naam van DE VRIES had genoemd, heeft zichzelf gemeld bij de politie."
PvB: Het gaat hier om de vraag of bewuste getuige K. zichzelf bij het Tolteam had gemeld. Deze vraag was in 2004 al eens door dezelfde mensen van de rijksrecherche uitgezocht. Het antwoord was toen dat hij zichzelf had gemeld. De onderzoekstijd van dit punt kan niet meer dan enkele seconden zijn geweest, namelijk de tijd die nodig is om dezelfde uitkomst nog een keer op te schrijven. Dezelfde vraag, dezelfde rijksrechercheurs en hetzelfde antwoord. De werkelijke onderzoeksvragen betreffende getuige K. zijn zorgvuldig onbesproken gelaten.
·       De tweede onderzoeksvraag was over een vermeende nieuwe verklaring van een NFI-deskundige die, in tegenstelling zijn eerdere verklaring, ontlastend zou kunnen zijn voor de voormalig verdachte André de Vries.
"Van een ander rapport, een andere mondelinge of schriftelijke verklaring van het NFI is geen sprake geweest. De rijksrecherche heeft vastgesteld dat geen sprake is van gewijzigd inzicht bij het NFI."
PvB: Het gaat hier om de vraag of ir. B. van het NFI tijdens een presentatie op 29 juni 2011 verklaard zou hebben dat de sporen in de rode broek van André de Vries toch niet zo uniek waren als eerder aangenomen. Hoofdinspecteur van politie G. was niet zeker of de verklaring van ir. B. wel zo anders was. Specifiek daarnaar gevraagd door de rijksrecherche verklaart de hoofdinspecteur dat er geen sprake was van een nieuwe verklaring van ir. B. De rijksrecherche heeft niet meer onderzoek hoeven doen dan nog eens vragen wat er nu precies werd bedoeld. Een kwestie van enkele minuten. Ook hier blijft de rijksrecherche zorgvuldig weg bij de werkelijke openstaande vragen. Belangrijke getuigen worden niet gehoord, zelfs niet wanneer zij zichzelf aanbieden voor verhoor!
·       De derde onderzoeksvraag ging over de kwestie van de onderzochte vuurwerklocatie op Kreta.
De Rijksrecherche heeft vastgesteld dat er in Griekenland slechts op één plek onderzoek is gedaan omdat alleen op die plek evenementenvuurwerk zou zijn afgestoken in de periode waarin De Vries daar was.
PvB: Deze vraag was al tijdens het eerdere onderzoek beantwoord en daarvoor hoefde men zeker niet nog eens naar Kreta af te reizen. De echte vragen betreffende de vuurwerksporen op de rode broek waren van geheel andere aard, maar die zijn niet onderzocht, want dan zou de rijksrecherche zichzelf in opspraak brengen.
Conclusie onderzoek 2012
De rijksrecherche heeft een jaar lang (!) een zogeheten onderzoek uitgevoerd naar vragen die achteraf niet bleken te bestaan. Had men er in 2004 nog een heel rapport voor nodig, in 2012 volstonden een paar minuten werk, een reisje naar Kreta, alles gepresenteerd met één A4-tje op 6 december 2012. En iedereen slikte het.
De rijksrecherche is niet voor niets het persoonlijke speeltje van het College van procureurs-generaal, dat wordt ingezet als politie die de gewone politie controleert. Een rijksrechercheonderzoek is het ergste wat je kan overkomen als overheidsdienaar. De rijksrecherche is de onafhankelijke superpolitie met hooggekwalificeerde rechercheurs.
Niets is minder waar. De incompetentie is zó stuitend dat de rijksrecherche kennelijk, bij de basis van de vastlegging van onderzoeksgegevens, politieke en bestuurlijke beïnvloeding toeliet van het door hen uit te voeren onderzoek. Rijksrechercheurs worden ook officieel geselecteerd op politieke sensibiliteit. Viezer wordt het niet.
Twee van de eerdergenoemde rijksrechercheurs uit het onderzoek van 2004 hebben niet alleen in 2004, maar ook in 2012 het rijksrechercheonderzoek Daslook uitgevoerd. Hiermee konden zij, in opdracht van de toenmalige voorzitter van het college Pg's Herman Bolhaar, zichzelf controleren.
#11
https://www.linkedin.com/pulse/de-enschedese-milieudienst-en-het-om-paul-van-buitenen/

De Enschedese Milieudienst en het OM
Published on 2020 M01 14


Paul van BuitenenFollow
Onderzoeker Vuurwerkramp Enschede

Like9

Comment0


Delen
0
·      AGGELEN van F.W. (Frits) directeur Bouw- en Milieudienst,
·      STREBUS J.J.W. (Jan Willem) afdelingshoofd Milieu,
·      MEIJERINK Gerard plv. afdelingshoofd Milieu,
·      BOSCH Nico ten, uitvoerend ambtenaar Milieu.
Zij traden alle vier op namens de gemeentelijke Bouw- en Milieudienst richting vuurwerkbedrijf en overige instanties. Gisteren publiceerde ik reeds dat zij door mij, individueel dan wel in gezamenlijkheid, verantwoordelijk worden gehouden voor:
Onjuiste afwijzing van bezwaar tegen de milieuvergunning S.E. Fireworks.
Verstrekking van onwettige milieuvergunningen (1997, 1999) S.E. Fireworks.
Vervalsing van de gemeentelijke milieuvergunning 1999 S.E. Fireworks.
Misleiding burgemeester MANS over klasse 1.1 weg uit milieuvergunning.
Misleiding Tolteam/OM over de inbeslagname gemeentelijke dossiers.
Jan-Willem Strebus
Hij was sinds 1 februari 1997 hoofd van de afdeling Milieu van de Bouw- en Milieudienst van de gemeente Enschede. Hij wordt door de rechtbank Almelo op 5 oktober 2001 ondervraagd. Hij bevestigt in zijn verklaring onder meer dat S.E. Fireworks onder vorige eigenaar Harm S. meer dan vier jaar zonder geldige vergunning heeft gedraaid met zwaar vuurwerk in een woonwijk. Defensiebureau Milan constateerde in 1993 een omschakeling van consumentenvuurwerk naar het zwaardere evenementenvuurwerk bij het bedrijf, waarvoor er geen vergunning was. Pas in 1997 kwam er een milieuvergunning voor het evenementenvuurwerk. Strebus wees op achterstanden bij de gemeente en een gebrek aan prioriteit voor het vuurwerkbedrijf.
Strebus tekende als hoofd Milieu namens het college van B&W regelmatig brieven die gericht waren aan S.E. Fireworks. Zo ook een brief n.a.v. een door de gemeente uitgevoerd controlebezoek bij S.E. Fireworks op 29 december 1999, de laatste jaarwisseling voor de ramp. De controle is verricht door de heren Ten Bosch en Oosterheeft en mevrouw Olthuis, allen van de gemeentelijke Bouw- en Milieudienst. Strebus schrijft aan S.E. Fireworks dat de controle aan de hand van de milieuvergunningen 1997 en 1999 bevredigend is verlopen en dat het bedrijf de voorschriften naleeft.
Nico ten Bosch
Ten Bosch legde belastende verklaringen af. Het OM deed er niets mee.
"Kapitein Forsman (Defensie-MILAN) constateerde in 1998 dat er bij S.E. Fireworks containers stonden in strijd met de vergunning. Forsman zei toen dat dit alsnog vergund kon worden. Ik (Ten Bosch) heb de eis van 120 min brandwerendheid ten aanzien van de zeecontainers in de vergunning van 1997 laten vallen. Daarvoor is kwam het voorschrift dat de containers één meter uit elkaar moesten staan. In de vergunning van 1999 heb ik zowel de eis van 120 minuten brandwerendheid als de 1 meter grens weggelaten. Ik dacht dat dat kon op grond van het advies van defensie. Ik merk ook op dat Forsman tijdens het bezoek aan S.E. Fireworks op 10 mei 2000 (3 dagen voor de ramp) zei: "wat er in Culemborg is gebeurd, kan hier niet gebeuren"
"Na de ramp bleek dat er geen vuurwerkdeskundigen zijn. De ministeries werken langs elkaar heen. De classificatie van consumentenvuurwerk is onjuist. Ik ken geen deugdelijke informatie over brandwerendheid van zeecontainers. Van de adviezen van bureau MILAN kan niet worden afgeweken omdat zij ook adviseur van de Raad van State zijn. In een procedure wegens afwijking van het MILAN-advies, kom je datzelfde advies weer tegen als advies aan de Raad van State. Ik had te weinig opleiding en ervaring met vuurwerk en stond voor een onmogelijke taak. Ik ben voor die functie bij de gemeente geselecteerd op basis van irrelevante criteria. Er werd gevraagd wie er voortaan met Gerard Meijerink mee wilde gaan op vuurwerkcontrole. Omdat mijn echtgenote altijd werkte tussen Oud en Nieuw, vond ik het prima om op eindejaar vuurwerkcontrole te gaan, dus kreeg ik die functie. Ik kende de onderzoeksresultaten van de ramp te Culemborg niet, omdat ik dit rapport nooit heb gezien."
"Kapitein Forsman (MILAN) merkte op dat het goed was dat de containers bij S.E. Fireworks niet in een L-opstelling stonden." (Kapitein Forsman verklaarde ook zelf dat er toestemming was gegeven voor een foutieve vergunning.)
"Ik heb in de S.E. Fireworks vergunning 1997 nooit voorschriften voor sprinklerinstallatie opgenomen omdat MILAN er niet over repte. Wel adviseerde MILAN om m.b.t. de brandpreventie te overleggen met de brandweer voor de vergunning 1997. Ik denk niet dat ik dat heb gedaan. Bij de vergunning 1999 adviseerde MILAN wel om handbediende sprinklers aan te brengen in de ompakruimte, maar ik ben vergeten dat in de vergunning 1999 op te nemen. Deze omissie is controle niet gesignaleerd."
Door het Tolteam aangesproken op de vergunningscondities in 1999 verklaart Ten Bosch het volgende:
"De situatie bij S.E. Fireworks is historisch. ... Niemand maakte in het verleden ooit opmerkingen over brandwerendheid en zelfsluitendheid van deuren bij S.E. Fireworks. In 1993/1994, toen we over het terrein bij S.E. Fireworks liepen, sprak ik hierover met Gerard Meijerink, mijn chef, en hij zei dat we hier niets aan deden. Ook Bouma, Forsman en Ceelen (= bureau MILAN Defensie) constateerden dit en maakten geen opmerkingen. Zij bezochten het bedrijf ook en moeten dit hebben geconstateerd. Zij bespraken dit niet met mij. Ik kan dan geen eisen stellen aan S.E. Fireworks. Op redelijk korte termijn zou het bedrijf daar verdwijnen. Ook bij de procedures voor de vergunningen 1997 en 1999 voor S.E. Fireworks dacht ik er niet aan te eisen dat de milieuvergunning werd nageleefd. Dit eiste ik van nieuwe bedrijven wél".
Ten Bosch wist dus dat er bedenkingen waren bij de veiligheid van vuurwerkopslag in containers en heeft aanvragen tot toestemming van containeropslag van vuurwerk bij andere bedrijven geweigerd. Dit blijkt uit in beslag genomen stukken.
Ondanks het enorme belang van de verklaringen van Ten Bosch, zijn verzoeken van de verdediging van S.E. Fireworks, om Ten Bosch voor verhoor in de rechtbank op te roepen, door de rechter afgewezen.
Gerard Meijerink
Hij wordt bevraagd tijdens een rechtbankverhoor over vermiste stukken in het gemeentedossier m.b.t. S.E. Fireworks uit de periode 1979 - 1989. Eerst een citaat van het Tolteam:
'In het gemeentedossier betreffende S.E. Fireworks zijn door ons geen stukken aangetroffen uit de periode 14-12-1979 tot 30-11-1989. Door ons verbalisanten is in het dossier een formulier aangetroffen met daarop een routingstempel, gedateerd 30-11-1989, voorzien van een paraaf gelijkend op de paraaf van Meijerink, met daarbij geschreven: "opbergen in H W dossier Smallenbroek onder "ontheffingen"'
Ondanks aanwezigheid van zijn paraaf, ontkent dhr. Meijerink voor de rechtbank het bestaan van het door hem geparafeerde formulier, gedateerd 30-11-1989, dat is opgeborgen in het dossier 'H.W. Smallenbroek'. Ook in het Journaal van het Milieuteam blijkt het gat in het dossier. Verder blijkt uit een verklaring van een lid van het Tolteam dat Meijerink weigert persoonlijke aantekeningen te overhandigen bij de inbeslagname. Dit leidt zelfs tot een gespannen situatie. Het Tolteam drukt echter niet door en Tolteamleider Rik de B. heeft daar achteraf spijt van.
In tegenstelling tot zijn ondergeschikte Nico ten Bosch, die op 4 en 5 april 2001 wél tegen het Tolteam diverse verklaringen heeft afgelegd vanuit zijn positie als verdachte van strafbare feiten, heeft de toen eveneens als verdachte aangemerkte Gerard Meijerink geweigerd tijdens het verhoor van 10 april 2001 te verklaren. Hij beroept zich op zijn zwijgrecht als verdachte. Ten Bosch verklaarde eerder dat zijn beslissingen om overtredingen van S.E. Fireworks te gedogen waren genomen in overleg met zijn chef Gerard Meijerink.
Bij de inbeslagname van gemeentelijke S.E. Fireworks dossiers op 14 en 15 mei bij de gemeente Enschede, ondervond het Tolteam de eerste dag geen problemen bij afdelingshoofd de heer Strebus, maar plv. afdelingshoofd de heer Meijerink weigerde de dag erna bepaalde documenten mee te geven aan het Tolteam.
Ontbrekende stukken uit het procesdossier
De dossiers 'Grondbedrijf', 'Brandweer' en 'Opslag/verkoop vuurwerk' zijn door politie/OM op 30 mei 2000 bij de gemeente Enschede in beslag genomen, maar komen echter niet, dan wel gedeeltelijk, in het strafdossier voor. Dit ligt niet aan de gemeente, maar aan het OM. Een verzoek van de verdediging van Fireworks om deze documenten alsnog aan het procesdossier toe te voegen is door de rechtbank afgewezen doordat de rechtbank vertrouwde op de stelling van het OM dat deze stukken niet voorhanden waren. Het blind vertrouwen van de rechtbank in de OM-fictie van 'waarheidsvinding' wreekt zich in de rechtsgang. Dit is een kwetsbaar punt in het Nederlandse rechtssysteem. De rechter zou gebruik moeten maken van de eigen bevoegdheid tot toetsing en verificatieonderzoek.
Over het ontbreken van gemeentestukken verklaart het OM het volgende (samenvatting):
"Het gemeentedossier is niet compleet. Controleverslagen en notities zijn waarschijnlijk vernietigd. Het HW-dossier S. ontbreekt en de stukken uit de periode 14 december 1979 tot 20 november 1989 ontbreken. Het OM betreurt dit maar kan niet meer zorgen voor completering van het gemeentedossier. Het OM vermoedt een te stringent vernietigingsbeleid van het gemeentearchief c.q. het archief van MILAN. Dit vermoeden is bevestigd door de getuigen Ten Bosch, Meijerink, Van Aggelen en Strebus t.a.v. het gemeentedossier en door dhr. Forsman m.b.t. het MILAN-dossier. Het OM ziet echter geen aanleiding tot strafrechtelijke vervolging wegens achterhouden van bewijsstukken."
Het OM misleidde hier de rechter en de rechter neemt alles voetstoots aan van het OM. Het OM doet immers aan 'waarheidsvinding'. Het 'Feitenoverzicht vergunningverlening', van het COT van de universiteit Leiden, dat dossieronderzoek deed in het gemeentearchief, toont dat de documenten 1979 – 1989 wél bestaan in het gemeentearchief. Ook zijn er stukken, waarvan het OM beweerde dat ze niet bestonden, later wél opgedoken via een WOB-procedure. Dit alles zou betekenen dat wel degelijk aanleiding was om de gemeente strafrechtelijk te vervolgen voor het achterhouden van stukken voor het OM. En het OM op zijn beurt misleidde de rechter.
Voorlopige conclusie dossiers en milieudienst
Door toedoen van de gemeente Enschede én door politie en OM, waren de procesdossiers incompleet en opgeschoond. Persoonlijke aantekeningen, complete jaargangen en dossiers zijn buiten het procesdossier gehouden. Dit had belangrijke gevolgen:
De rechten van de verdediging van de eigenaren van het vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks zijn ernstig geschonden. Zij konden hierdoor geen eerlijke verdediging voeren. Dit is een inbreuk op de bepalingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarin vastligt dat aangeklaagden recht hebben op een eerlijke rechtsgang.
De verwijtbare gedragingen van de gemeente Enschede zijn buiten het zicht van de strafrechter gebleven, waardoor te gemakkelijk een beroep kon worden gedaan op de immuniteit voor strafvervolging uit hoofde van de Pikmeer-arresten.
Het Openbaar Ministerie misleidde de rechter. Dit was niet voor het eerst en ook niet voor het laatst binnen het dossier van de Vuurwerkramp.
Gemeente Enschede was laakbaar bij vergunningverlening en controle op het vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks. Noch de commissie Oosting, noch het rechtbankdossier meldden dit. Beide dossiers werden afgesloten voordat milieuambtenaar Ten Bosch zijn bezwarende verklaringen aflegde in april 2001 bij het Tolteam.
#12
Vuurwerkramp onderzoeker
@PaulvanBuitenen
·
46m
2e naam: Frits van Aggelen, directeur gemeentelijke Bouw- en Milieudienst.



Frits van Aggelen, directeur BMD
Published on 2020 M01 13


https://www.linkedin.com/pulse/frits-van-aggelen-directeur-bmd-paul-van-buitenen/




F.W. (Frits) van Aggelen directeur van de Gemeentelijke Bouw- en Milieudienst en drie van zijn ondergeschikten, die komende dagen nader zullen worden geduid onder aangeven van hun gedragingen, zijn individueel dan wel in gezamenlijkheid verantwoordelijk voor o.a.:
Onjuiste afwijzing bezwaar tegen milieuvergunning
Het bezwaar dat was ingediend door een bewoner tegen de vestiging van een vuurwerkbedrijf in een woonwijk, met een grote opslag van evenementenvuurwerk, kon volgens de letter van de wet worden afgewezen. Deze afwijzing was niet in de geest van de wet, was dus onjuist en laakbaar.
Verstrekken onwettige milieuvergunningen
De gemeentelijke milieuvergunningen 1997 en 1999 zijn tot stand gekomen zonder het wettelijk voorgeschreven advies van de brandweer. Tevens werd gebruik gemaakt van de adviezen van Defensiebureau Milan die niet correct waren. Tenslotte was er onduidelijkheid en gebrek aan kennis over de brandwerende eigenschappen van een aantal opslagplaatsen. Ondanks het weigeren van het gebruik van zeecontainers voor vuurwerkopslag bij andere vuurwerkbedrijven in Enschede, werd dit bij S.E. Fireworks wél toegestaan, met als rechtvaardiging de te voorziene tijdelijkheid van de vergunning (risicobenadering). Die tijdelijkheid was niet vanwege het eerder ingediende (en afgehouden) verhuisverzoek van S.E. Fireworks, maar vond basis in de geheime onderhandelingen over de aankoop van de grond door de gemeente van oud-eigenaar Harm S. Hierover verschijnen nog separate artikelen waarin Harm S. en gemeentemedewerker R. aan bod komen, en een niet onderzocht motief voor brandstichting benoemd en onderbouwd wordt.
Vervalsing milieuvergunning 1999
Uitgaande van de eerder verleende milieuvergunning 1997, waarin naast vuurwerk van de subklassen 1.4 en 1.3 ook een beperkte hoeveelheid vuurwerk van de subklasse 1.1 was vergund, heeft S.E. Fireworks voor 1999 een nieuwe vergunning aangevraagd, zónder te vragen om het vervallen van de klasse 1.1. Deze aanvraag is op verzoek van de milieudienst door het bedrijf gedeeltelijk ingevuld, alvast ondertekend en vervolgens nog gedeeltelijk blanco opgestuurd naar de gemeentelijke milieudienst. Daarna heeft de milieudienst de vergunning verder ingevuld en daarbij expliciet de subklasse 1.1 uit de vergunning verwijderd zonder medeweten van het vuurwerkbedrijf. Het vuurwerkbedrijf kon dit ook niet vragen, want de subklasse 1.1 diende te worden vergund wegens het gebruik van onverpakt vuurwerk in de ompakruimte. Ook achteraf heeft het bedrijf dit niet kunnen constateren daar er door de gemeente slechts een uittreksel van de vergunning is verstrekt aan het vuurwerkbedrijf, waarin geen melding was gemaakt van het vervallen van de subklasse 1.1.
Misleiding van de burgemeester
Op het punt van de milieuvergunning 1999 heeft burgemeester Jan Mans aan de gemeenteraad verkeerde informatie verstrekt over het verdwijnen van de subklasse 1.1 uit de milieuvergunning. Mans informeerde de raad (19 maart 2001) dat dit op verzoek van het vuurwerkbedrijf zelf was gebeurd. Het bedrijf wist echter van niets (zie voorgaand punt). Mans verwijst hier naar een verklaring van milieuambtenaar (naam volgt) die zou zijn afgelegd bij de commissie Oosting. De commissie Oosting vermeldt echter iets anders, namelijk dat door het niet vergunnen van de klasse 1.1 en de klasse 1.3 in de ompakruimte, daarmee het openen van verpakkingen in feite onmogelijk werd gemaakt. Het is niet duidelijk of Mans op dit punt door zijn ambtenaren is misleid, of dat Jan Mans ten overstaan van de gemeenteraad een verhaal uit zijn duim zuigt om zichzelf en de gemeente te verdedigen. (Ik hoop voor hem het eerste, maar ik vrees het tweede).
Misleiding van Tolteam en OM
Over een periode van 10 jaar uit de historie van S.E. Fireworks, die zich afspeelde onder de vorige eigenaar Harm S., zijn door de gemeente geen documenten verstrekt aan de opsporingsinstanties, dit ondanks een bevel daartoe. Dit blijkt uit het proces-verbaal 'Gemeente Enschede: vergunning, handhaving en controle' van het Tolteam, d.d. 28 februari 2001. Dat deze documenten wél bestonden in het gemeentearchief blijkt uit het Leidse COT 'Feitenoverzicht vergunningverlening', dat verscheen op 21 september 2000. Het COT citeerde overigens slechts selectief uit dit materiaal. De reden is mogelijk gelegen in de veelvuldig voorkomende illegale situaties onder de vorige eigenaar Harm S. waarvan de gemeente op de hoogte was. Tenslotte geeft de gemeente Enschede niet thuis op vele WOB-verzoeken tot vrijgave van dit materiaal. Dit houdt de gemeente tot op de dag van vandaag vol tot aan de rechtbank. Er komen nog separate artikelen waarbij hier verder op in wordt gegaan.
Brief Frits van Aggelen
Directeur BMD van Aggelen schreef op 29 mei 2000, t.b.v. de inbeslagname van de gemeentelijke dossiers betreffende de Vuurwerkramp door het OM, dat hij naar beste weten alle dossiers heeft laten overhandigen betreffende: S.E. Fireworks, het beleid t.a.v. vuurwerkopslag, de externe veiligheid, het eerste uur van de brandmelding en acties i.v.m. de Vuurwerkramp en het rampenplan. Van Aggelen maakt in zijn brief geen melding van opgeschoonde dossiers. Tevens ontbreken in het dossier van de milieudienst over de bovengemelde periode van tien jaar alle stukken m.b.t. het vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks. Door de suggestie te wekken dat hij alle relevante dossiers heeft overhandigd, terwijl dat onjuist was, misleidde Van Aggelen het Tolteam en het OM. Daarbij gaf het Tolteam tijdens een vergadering op 30 mei 2000 aan het OM ook gemotiveerd aan dat zij de indruk hadden dat de, van de gemeente in beslag genomen, dossiers waren geschoond. In het eerdere artikel over Officier van Justitie Herman Stam is al aangegeven dat het OM hier niet op is aangeslagen.
Verdere programma
Tot zover voor vandaag, maandag 13 januari 2020. Dinsdag en woensdag volgen nog drie personen van de gemeentelijke Bouw- en Milieudienst, onder aangeven van hun specifieke bijdragen. Donderdag komt de rijksrecherche voor het eerst aan de beurt en begint het echte vuurwerk. Tenzij ik eerst over het OM iets te melden heb, want ik wacht op een antwoord betreffende de behandeling van mijn strafaangifte. Zonder antwoord zal ik hier moeten publiceren wat het OM nu probeert te doen.

#13
Deskundigen / André van Dokkum
31 december 2019, 10:45:52
avdok
@avdok5
·
18h
Beschouwing over laatste explosies in #Enschede #vuurwerkramp. #Stofexplosie hypothese problematisch;

https://www.researchgate.net/publication/338234227_Van_Dokkum-Vuurwerkramp_Enschede-I


    André Van Dokkum
        11.54University of Macau

Abstract
Op 13 mei 2000 vonden in Enschede heftige verbrandingen en explosies plaats op een terrein van het bedrijf SE Fireworks. Recentelijk is door Paul van Buitenen in een serie publicaties en activiteiten aandacht op de ramp gevestigd. Dat valt toe te juichen, maar wel zijn er kritische opmerkingen te plaatsen m.b.t. zijn voorgestelde reconstructies van de gebeurtenissen op 13 mei. In dit deel I wordt vooral ingegaan in op de vraag welk karakter de laatste explosies hadden vanuit een perspectief van energie-omzettingen. De stofexplosie hypothese is daarbij m.i. niet zonder problemen. Maar ook Oostings reconstructie is problematisch
#14
Brandweer / IBR-rapport
1 december 2019, 08:28:54
Onderzoek vuurwerkramp Enschede

Onderzoek naar het brandweeroptreden tot en met de fatale explosie

Van proactie tot en met repressieInspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijdinging.

R. Taaling. H.A.J. Theuwsing. W.J. Weste



http://nationaalbrandweerdocumentatiecentrum.nl/wp-content/uploads/2015/01/3-Onderzoek-brandweeroptreden.pdf?fbclid=IwAR2JyXETnZN-sdyYRr8Rr2BYJ_FcxeF5QYI-cKiymc6uc2L7_X6fSn_4mWw
#15
Brandweer / Blusinstructies vuurwerk
25 november 2019, 12:46:38
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/11/22/tk-onderzoeken-vuurwerk


CiteerTK Onderzoeken vuurwerk
Download 'TK Onderzoeken vuurwerk'

PDF document | 5 pagina's | 179 kB

Kamerstuk | 22-11-2019
Bijlagen

    TK Bijlage Brief Blusinstructie vuurwerk

    Rapport | 22-11-2019
    TK Bijlage Rapportage gevaarzetting nat vuurwerk Ulicoten

    Rapport | 22-11-2019
    TK Bijlage IFV Blusinstructies bij vuurwerk

    Rapport | 22-11-2019

Verantwoordelijk

    Ministerie van Justitie en Veiligheid



https://twitter.com/PaulvanBuitenen/status/1198346055072571392
#16
https://www.linkedin.com/pulse/43-college-van-procureurs-generaal-paul-van-buitenen/?fbclid=IwAR3qkrPp5LfEagwR3lywe6suZUqDhoAarAxm4QJnmv2e22uiMBH1poXljY8


43. College van procureurs-generaal

   Published on November 16, 2019

Paul van Buitenen
Status is reachable
Paul van Buitenen
Investigator Fireworks disaster 2000 Enschede (NL).
43 articles

Nederland is een land van beschaafd polderoverleg. Volgens die hier gangbare doctrine zijn de meeste zaken hier beter geregeld dan in het buitenland, zoals de vergunningverlening, controle en handhaving in Volendamse horecagelegenheden en bij Enschedese opslagplaatsen van vuurwerk. Wanneer er dan onverwacht toch een ramp gebeurt, zoals de Enschedese Vuurwerkramp of de Nieuwjaarsbrand in Volendam, dan kan dat niet aan de afspraken in de polder liggen. Er moet dan wel een onverantwoordelijk individu zijn geweest die zich uit geldzucht niet aan de wet- en regelgeving hield. In dat geval treedt de Nederlandse overheid snel en efficiënt op om de rust te herstellen.

Waarheidsvinding is daarbij niet welkom. Zo kan het gebeuren dat het Openbaar Ministerie een onschuldige brandstichter tot 15 jaar cel laat veroordelen en in de strafzaak tegen de vuurwerkondernemer voor de rechter bepleit dat alles en iedereen de regels overtrad, om zo die explosies te kunnen verklaren. De overheid valt niets te verwijten. Tegelijkertijd beweert de landsadvocaat namens diezelfde overheid, in de civiele claimzaak van de slachtoffers tegen de overheid, dat het helemaal niet bewezen is dat er van alles fout ging en dat er bij de overheid daarom niets valt te claimen. De slachtoffers druipen af. Kortom, opportunisme pur sang, waarbij de overheid met alle middelen probeert het vege lijf te redden.

Zo kan het ook gebeuren dat TNO voor het OM een rapport opstelt waaruit blijkt dat alleen 'Te-veel-en-te-zwaar' vuurwerk deze explosies kan verklaren. Tegelijkertijd beweert datzelfde TNO in een subsidieaanvraag aan de Europese Commissie dat het onverklaarbaar is dat dergelijke explosies konden optreden met de gegeven classificatie en hoeveelheid van het aanwezige vuurwerk. Kassa! Opbrengst twee miljoen euro subsidie.

Er blijkt hier sprake te zijn van fundamentele ondermijning van de Nederlandse rechtsstaat door vertegenwoordigers van de overheid. Dit geheel aan gedragingen kan gezien worden als een ernstig strafbaar feit (art. 160 en 162 WvS). De top van het Openbaar Ministerie, dit is het college van procureurs-generaal, speelde daarin een sleutelrol. Het college Pg's was de schakel tussen de regie vanuit bestuur en politiek (komend artikel 44) en de uitvoering door het Openbaar Ministerie. Hierna volgen voorbeelden uit die rol van de hierboven afgebeelde voorzitters van het college van procureurs-generaal (kortweg: college Pg's).
1. Jhr. mr. J.L. DE WIJKERSLOOTH

Jonkheer Joan DE WIJKERSLOOTH DE WEERDESTEYN was voorzitter van het college Pg's van 1999 tot 2005. Gedurende die periode vond de ramp plaats en liepen de onderzoeken van het OM in eerste aanleg, diende het hoger beroep, was er een intern tuchtonderzoek door de politie en vond het nadere onderzoek plaats door de rijksrecherche.

Op 17 januari 2001 bevestigt het Openbaar Ministerie aan de leiding van het Tolteam dat het college van Pg's de opdracht heeft gegeven om de overheid buiten vervolging te houden:

   "17 januari 2001, 15.00 uur. Hoofdbureau van politie Enschede. In een bijeenkomst deelt de officier van justitie mee dat het College van procureurs-generaal heeft besloten dat de gemeente Enschede niet vervolgd zal worden wegens dood door Schuld. Het College acht de vervolging juridisch niet haalbaar."

Kort tevoren was door het college Pg's ook tot de niet-vervolging van de gemeente Volendam besloten bij de Nieuwjaarsbrand van 1 januari 2001. In tegenstelling tot Volendam, waar het OM meteen met die beslissing naar buiten trad, werd dit voor Enschede voor het publiek nog verzwegen. De bekendmaking gebeurde pas op 18 april 2001, op een moment dat de er aan zijn haren bijgesleept ´brandstichter´ De Vries en de eigenaren van de vuurwerkopslag gepresenteerd konden worden aan het publiek als de plaatsvervangende schuldigen. De tussen januari en april nog uitgevoerde opsporingshandelingen van het Tolteam jegens de gemeentelijke overheid, waarbij zelfs gemeenteambtenaren zijn verhoord als verdachte, waren kennelijk alleen voor de bühne.

DE WIJKERSLOOTH werd eind 2003 door justitieminister Piet-Hein DONNER benaderd met het verzoek de rijksrecherche in te schakelen bij de Vuurwerkramp. Een eerder intern politieonderzoek naar de werkwijze van het Tolteam van de politie Twente, dat was opgezet om de beide klokkenluiders uit te schakelen, kwam na ontvangst van eerder achtergehouden documenten tot de onverwachte voorlopige conclusie dat:

   "Leidinggevenden en uitvoerenden in het strafrechtelijk onderzoek tegen de brandstichter bewust de rechterlijke macht hebben misleid"

DE WIJKERSLOOTH geleidde de wens van minister DONNER door naar de rijksrecherche. Formeel was hun onderzoeksopdracht om na te gaan wat er waar was van de alarmerende conclusies (bewuste misleiding van de rechter) uit het intern politieonderzoek. In werkelijkheid heeft de rijksrecherche bewust toegewerkt naar het ontkrachten van deze conclusies. Daarbij is aangetoond dat de rijksrecherche belangrijke feiten heeft achtergehouden. Deze feiten hadden de misleiding van de rechterlijke macht bevestigd. Het is moeilijk voorstelbaar dat de rijksrecherche dit op eigen houtje heeft gedaan, want daarvoor zijn de tijdens het onderzoek gemaakte fouten té opvallend. DE WIJKERSLOOTH informeerde DONNER van dit eindresultaat vóórdat de driehoek Twente werd geïnformeerd. Kennelijk hebben DONNER en De WIJKERSLOOTH een doofpotoperatie laten uitvoeren door de rijksrecherche.
2. Mr. H.N. BROUWER (2005-2011)

De heer Harm BROUWER was voorzitter college Pg's ten tijde van het door de Tweede Kamer aan mr. A. HERSTEL opgedragen onderzoek over de berichtgeving van minister DONNER aan de Tweede Kamer. Deze informatie was keer op keer misleidend en de Tweede Kamer had via aan hen gelekte documenten lucht gekregen van de enorme verschillen in conclusies tussen het intern politieonderzoek en de rijksrecherche. Mr. HERSTEL kreeg deze misleiding niet boven water, hij bevestigde dat de Kamer voldoende was geïnformeerd. Mr. HERSTEL werd de inzage geweigerd van de rapporten van politie en rijksrecherche door een bizarre beslissing van de Kamer tot zelfcensuur, waarbij mr. HERSTEL de benodigde rapportages werden onthouden. Daardoor werd mr. HERSTEL een onderdeel van de misleiding i.p.v. bij te dragen aan de blootlegging ervan. Als collegevoorzitter was BROUWER nauw betrokken bij de informatievoorziening aan de Kamer over de Vuurwerkramp, zeker daar waar het resultaten van de rijksrecherche aangaat.

De heer BROUWER was nog steeds voorzitter college Pg's tijdens de eerste twee nagekomen feitenonderzoeken naar de Vuurwerkramp: Esaltato (2010) en VerEsal (2011). Deze feitenonderzoeken kenden veel discrepanties tussen de werkelijke bevindingen, die informeel lekten, en de formele bevindingen, die gelijk staan aan een doofpot. Lange discussies over de opdrachtomschrijving gingen vooraf aan met name het VerEsal-onderzoek. Dit moest de bevindingen uit het voorgaande Esaltato-onderzoek neutraliseren en inblikken. De heer BROUWER is hier, als voorzitter van het college Pg's, nauw bij betrokken geweest.

De heer BROUWER doet in januari 2010, bij een Radio-1 interview, onterechte en beschadigende uitlatingen over oud Tolteam rechercheur Paalman. In 2013 was BROUWER inmiddels voorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid. Dit orgaan behandelde toen een klacht van Paalman tegen het overheidsoptreden bij het onderzoek naar de ramp. Brouwer stelt formeel niet betrokken te zijn bij de behandeling van deze klacht, die overigens niets oplevert. De in de OIO-afwijzingsbrief vermelde inzage van documenten die berusten bij het college van Pg's was in werkelijkheid onvolledig en ontoereikend. Men kreeg van de Pg´s drie dagen voor de inzage, daar waar ondergetekende maanden nodig had om de meer dan 1000 pagina´s getuigenverhoor en processen/verbaal te doorgronden.
3. Mr. H.J. BOLHAAR (2011-2017)

De heer Herman BOLHAAR geeft bij brief d.d. 24 november 2011, gericht aan de Hoofdofficier van Justitie te Rotterdam mr. Fred K.G. Westerbeke, opdracht tot het rijksrechercheonderzoek Daslook, met daarin de volgende citaten:

   "Het College geeft u hierbij de opdracht het evaluatieonderzoek ... te laten uitvoeren, ... en een team van reeds eerder betrokken rechercheurs samen te laten stellen. ... Bij brief van heden heb ik de minister van Veiligheid en Justitie op de hoogte gesteld van deze opdracht. Graag wordt het College door u op de hoogte gehouden van de voortgang van het onderzoek."

Hieruit wordt duidelijk dat de heer BOLHAAR wil dat het afrondende feitenonderzoek wordt uitgevoerd door eerder in 2004 betrokken rijksrechercheurs, die dus in feite zichzelf gaan controleren gelet op de overgebleven onderzoeksvragen. Dit verzoek wordt ingewilligd. Daslook onderzoek blijkt inderdaad niets meer dan een farce.
4. G.W. (Gerrit) VAN DER BURG (2017-heden)

De heer VAN DER BURG heeft tot op heden alle schriftelijke benaderingspogingen van ondergetekende laten afwimpelen door ondergeschikten en collega's. De inhoud van de correspondentie gericht aan de heer VAN DER BURG op 12 juli 2017, op 3 december 2018 en op 7 februari 2019 was echter van dien aard dat de heer VAN DER BURG onmiddellijk actie had moeten ondernemen om de ernst van het door ondergetekende gesignaleerde probleem te verifiëren. In de plaats daarvan heeft VAN DER BURG de afhandeling overgelaten aan een ondergeschikte, die al geruime tijd binnen het Parket-Generaal op het vuurwerkrampdossier zat en daardoor medeplichtig kan zijn aan de door mij in onderhavige correspondentie gesignaleerde ernstige onrechtmatigheden. Het antwoord dat door deze jurist werd geformuleerd was nietszeggend, terwijl hij (volgens eigen zeggen) het reviewrapport maandenlang minutieus had bestudeerd. In plaats van in te gaan op de inhoud van het reviewrapport verwees deze man alleen naar gelopen procedures en bestaande beroepsmogelijkheden.

Naar aanleiding van deze incompetente reactie van het college van Pg's heb ik een klacht ingediend tegen het college Pg's bij de Minister van Justitie.

Het volgende artikel zal ingaan op de betrokkenheid van bewindslieden en departementen bij de Vuurwerkramp.
#17
Actueel / Binnenloodsen van een brandstichter
15 november 2019, 06:36:16
Voor mij nieuwe feiten


https://www.linkedin.com/pulse/42-daders-1-openbaar-ministerie-paul-van-buitenen/


Citeer23. Binnenloodsen van een brandstichter

Niet het Tolteam, maar het Openbaar Ministerie nam het initiatief tot het binnenhalen van André de Vries (overleden) als verdachte van brandstichting.

Volgens de officiële versie van de feiten (ingekort) komt spontaan getuige B. K. het politiebureau binnengewandeld. Hij meldt dat een vage kennis van hem wel eens iets met de ramp te maken kan hebben. Op basis van de gegevens van B. K. vindt men André de Vries in de politiesystemen voor een eerdere poging tot brandstichting en is hij een perfecte kandidaat-brandstichter van de Vuurwerkramp. In alle transparantie wordt onderzoek gepleegd en op 26 jan 2001 wordt De Vries aangehouden.

De vermoedelijke gang van zaken is iets anders.

    N.a.v. een getuigenverklaring over een op een vroeg tijdstip van de rampplaats wegrennende man in een rode broek herinnert kinderrechter mr. J. O. zich een dossier van een brandstichter (A. de Vries) waarin een man met een rode broek voorkomt. Het probleem is dat het signalement van de wegrennende man totaal niet overeenkomt met dat van De Vries. Daarop zal het Tolteam niet aanslaan. De compositietekening van de wegrennende man wordt op 9 oktober 2000 gemaakt. Dat is drie dagen later dan dat rechter mr. J. O. getipt heeft n.a.v. de (niet-bestaande) compositietekening die hem werd getoond (volgens zijn zeggen) door jeugdofficier van justitie mr. P. V.
   
Om het probleem van het niet gelijkend signalement op te lossen, wordt er door rechter mr. J. O., via de officieren mr. P. v.d. V. en mr. H. S. bij het Tolteam niet getipt op De Vries, maar op B. K., een kleine crimineel en goede kennis van De Vries, met antecedenten die liggen op het werkterrein van zowel rechter J. O. als officier P. v.d. V.
   
Wanneer getuige B. K. dan 'spontaan' op De Vries tipt, waarbij hij voorgeeft De Vries nauwelijks te kennen, is dat een eigenstandige aanwijzing op De Vries, waarbij het probleem van het niet gelijkend signalement wegvalt.
   
Getuige B. K. wordt meermaals bezocht door rechercheur D. M., zonder dat daarvan verslag wordt opgemaakt en zonder getuigen. Het is daarom niet uit te sluiten dat niet B. K. het Tolteam voorziet van informatie, maar dat rechercheur D. M. de getuige B. K. eerst voorziet van de gegevens die het Tolteam nodig heeft om bij De Vries uit te komen.
   
Collega rechercheur W. S. levert daarna aan rechercheur D. M. een set kleren, die aan De Vries zou toebehoren uit een eerdere inbeslagname wegens een poging tot brandstichting door De Vries. Deze kleding is gelijk aan de beschrijving van de kleding van de wegrennende man.
   
Echter de van De Vries in beslag genomen kleren zijn anders van samenstelling en bevinden zich nog bij een andere collega in opslag die op dat moment nog van niets weet. Verklaringen die dit bevestigen worden naderhand genegeerd, zowel door de rijksrecherche in 2004 als door de nakomende feitenonderzoeken in 2011.
   
Er start onder aansturing van rechercheur P. B. (overleden) een verborgen parallel onderzoek op De Vries, waarbij rechercheur D. M. de belangrijkste rol vervult en de meeste andere Tolteamrechercheurs geen inzage hebben. De bevindingen uit dit parallelle en ongecontroleerde traject vormen de basis van de aanhouding van De Vries.
   
Bij de aanhouding van De Vries worden alle onderzoeken naar een bedrijfsongeval onafgemaakt afgebroken en alibi's dicht verklaard, ook waar dat niet het geval is.
   
Later blijkt uit de verschillen in vlekken, beschadigingen, plaats van de achterzak, soort broekboord, geur en verpakkingswijze, dat er meerdere rode broekjes binnen het onderzoek hebben gefigureerd als bewijs.
#18
Actueel / Menu doofpotgerecht
10 juli 2019, 08:29:27
https://www.groene.nl/artikel/tunnelvisie?fbclid=IwAR1GelyD8k75vuwiJSwL7ygTD9Ba7EWnyaDRdXMsOOd-OIJ-CNU48Xwxvk0


Wetenschapsfilosoof Ton Derksen over Vuurwerkramp Enschede
Tunnelvisie

De verkeerde mensen hebben de schuld gekregen van de vuurwerkramp in Enschede, blijkt uit een reconstructie van De Groene Amsterdammer, op basis van een rapport van Paul van Buitenen. Het OM heeft een heleboel fouten toegedekt. 'Of zelfs gelogen', zegt wetenschapsfilosoof Ton Derksen.

Frank Mulder

10 juli 2019
Nederland, Arnhem, 12 mei 2003: Proces SE Fireworks, vuurwerkramp. Een demonstrant bij het gerechtsgebouw belt naar het thuisfront in Enschede de uitspraak van de rechter door. © Marcel van den Bergh

Derksen is emeritus wetenschapsfilosoof aan de Radboud Universiteit. Hij doet onderzoek naar gerechtelijke dwalingen en kreeg vooral bekendheid toen hij voor de rechter kon aantonen dat het bewijs tegen Lucia de Berk inzake meervoudige moord niet deugde. De vuurwerkramp zelf heeft hij niet onderzocht, maar hij herkent het patroon: kleine fouten in het begin leiden tot steeds grotere leugens.

'Fouten in strafzaken beginnen vaak met gewone, menselijke denkfouten. Als je bewijsmateriaal vindt dat aansluit bij wat je al vermoedde, dan vind je dat natuurlijk fantastisch. Hoe vaak ik een Officier van Justitie wel niet hoor zeggen: "Kijk meneer de rechter, al het bewijs past, deze zaak is sluitend." Ze vergeten dat het bewijs misschien ook op een andere verdachte past. Wat je nodig hebt is discriminerend bewijsmateriaal.' Bewijslast dus, die de ene hypothese ondersteunt maar een andere hypothese ontkracht.

Dit is geen karakterfout van de Officier van Justitie, benadrukt Derksen. 'Het is een opleidingsfout. Het OM wil aan waarheidsvinding doen, maar werft alleen maar juristen. Die zijn helemaal niet opgeleid om een tunnelvisie bij zichzelf te ontdekken.'
Ontvang dagelijks onze nieuwsbrief



Maar los van de denkfouten wordt er soms ook ronduit gelogen door het OM. 'In ieder geval in vier van de acht grote strafzaken die ik heb onderzocht is systematisch gelogen. Het wordt niet gezien als liegen. Het wordt gezien als een manier om een hoger belang te helpen, om de samenleving te helpen. Het doel heiligt de middelen, dus mag je voor dit doel ontlastend bewijs achterhouden. De verdachte is immers gevaarlijk, we moeten de samenleving te beschermen en alles doen wat we kunnen om vrijspraak te voorkomen.'

Dit hogere doel – de verdachte mag ons niet ontglippen – werd ook na de vuurwerkramp al heel snel zichtbaar. Een teamleidster bij de recherche schreef kort na de ramp al dat de verschillende onderzoeksgroepen hun reconstructies op elkaar moeten afstemmen, 'want anders zitten we zo meteen tijdens de zitting met een tiental verklaringstheorieën voor de ramp en kan er maar één uitspraak komen: vrijspraak.'

Hier doemt al een tunnelvisie op die uiteindelijk leidde tot geknoei met bewijsmateriaal, misschien zonder dat iemand dacht dat dit ethisch onjuist was. Dit pad leidt vaak tot meer leugens, om het eerdere bedrog te verbloemen, zegt Derksen. 'In de zaak van Ernst Louwes is echt heel veel gelogen, zoals ik heb aangetoond in mijn boek, Leugens over Louwes. Dat is ook het geval in de zaak tegen Hüseyin Baybaşin. Deze Koerdische Turk zit levenslang vast voor een moord waar hij niets mee te maken heeft. Hier is niet alleen gelogen maar ook systematisch bewijs vervalst.'

Dit liegen gaat volgens Derksen door tot aan de Hoge Raad. 'Een advocaat-generaal van het OM zegt dingen waarvan hij weet dat ze niet waar zijn. Maar het OM heeft zich dan al zo ver ingegraven dat het er niet meer uit kan. De Hoge Raad gaat mee met dit bedrog.'

Sinds 1980 zijn er Nederland vijfduizend moord- en verkrachtingszaken geweest. Slechts vijf hiervan zijn herzien, dus 0,1 procent. 'Uit onderzoek blijkt dat het foutpercentage in deze zaken 10 procent is', weet Derksen. 'En in de kleine strafzaken in Nederland, zoals fietsendiefstal, ligt dat op 5 procent. Die 0,1 procent kan dus niet kloppen. Maar de illusie van een bijna perfecte rechtsstaat wil men in stand houden.'

Maar we hebben toch onafhankelijke rechters? Die oordelen toch zelf of ze het OM geloven of niet? 'Dan vergeet je dat de Hoge Raad één groot belang heeft, en dat is: geen gedonder, want dat is niet goed voor het vertrouwen in de rechtsstaat. Zo'n grote zaak heropenen heeft zo veel consequenties, ook voor andere zaken die dan allemaal weer opengaan. Dat wil men niet. Ik heb heel veel pogingen tot herziening van nabij meegemaakt, maar de Hoge Raad houdt ze bijna altijd tegen. Ongeacht de argumenten. Men wil rust in de tent.'

En het parlement dan? 'Daar zitten ook juristen die zich oprecht niet kunnen voorstellen dat hun eerbiedwaardige juristencollega's liegen', zegt Derksen. Dat merkten ook Ronald van Raak (SP), Kees van der Staaij (SGP) en Henk Krol (50PLUS) toen ze in januari de Kamer advies wilden laten vragen aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid over het rapport van Paul van Buitenen over de vuurwerkramp. VVD en D66 trokken alles uit de kast om het van de agenda te houden. 'Voor mij was dit een extra reden om dit onderzoek juist bijzonder serieus te nemen', zegt Van Raak.

Directeur Rudi Bakker van S.E. Fireworks bereidt nu een derde herzieningsverzoek voor. Derksen gelooft niet dat de Hoge Raad een herziening zal willen kennen. 'Het is uiteindelijk alleen de politiek die hier nog beweging in kan krijgen.'



#20
https://www.groene.nl/artikel/dit-is-een-grote-doofpot-affaire?fbclid=IwAR3o_X9NnNyb_n4fgkd2mEgGZ44K8IbSZhN2zlaMET2InfVX_sgCYV7KxNw


Onderzoek Nieuw licht op de vuurwerkramp in Enschede
'Dit is één grote doofpot­affaire'

Na de vuurwerkramp van 2000 in Enschede zijn onschuldige mensen veroordeeld, waardoor de overheid buiten schot bleef. Dat blijkt uit een reconstructie op basis van onderzoek van klokkenluider Paul van Buitenen. Volgens ingewijden wordt hun kritiek al jaren gesmoord.

Frank Mulder

12 juni 2019 – verschenen in nr. 24