[EnschedeRamp] Forum

Enschede 13 mei 2000 => Stadhuis => Topic gestart door: admin op 9 februari 2010, 21:44:00

Titel: Rampenstaf
Bericht door: admin op 9 februari 2010, 21:44:00
Verslag rampenstaf Enschede

'Stoffen zonder een vergunning'

Door onze redacteuren HARM VAN DEN BERG EN KAREL KNIP

ROTTERDAM, 27 JULI. Uit ,,het voorlopig verslag van de vergaderingen van de rampenstaf van de gemeente Enschede'' blijkt dat de rampenstaf van Enschede 's avonds na de ontploffing bij het vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks er al rekening mee hield dat er (gevaarlijke) stoffen op het terrein hadden gelegen waar geen vergunning voor was afgegeven. Dit verslag is aan NRC Handelsblad gezonden na een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB).

Uit dit rapport blijkt eveneens dat de aanwezigheid van asbest in het getroffen gebied leidde tot langdurige onenigheid tussen burgemeester Mans en andere deskundigen, zoals de Arbeidsinspectie. In het crisiscentrum werd veel tijd besteed aan de vraag hoe de bevolking over het asbest moest worden ingelicht en of er beschermende kleding nodig was.

Het verslag beslaat tachtig pagina's tekst en is gebaseerd op het originele logboek dat in de rampenstaf vanaf zaterdag 13 mei, de dag van de ramp, tot en met woensdag 24 mei is bijgehouden. De rampenstaf begon die zaterdag om tien voor vijf met de werkzaamheden.

Bij de ramp aan de Tollensstraat in Enschede Noord vielen 21 doden en raakten bijna 950 mensen gewond, van wie enkele tientallen in het ziekenhuis moesten worden opgenomen. Honderden huizen werden weggeblazen of zwaar vernield. Naar de oorzaak lopen twee strafrechtelijke onderzoeken en kort na de ramp werd op initiatief van het kabinet de commissie-Oosting ingesteld om de diverse aspecten te analyseren.

In het verslag van de rampenstaf staat op zaterdag 13 mei (half twaalf 's avonds): ,,Nieuwe info dat brand is ontstaan midden op opslagterrein in bunkers. Lijkt dat er andere stoffen dan alleen verpakt vuurwerk hebben gelegen''.

Uit een ander deel van het logboek blijkt dat deze opmerking afkomstig is van de brandweer, die deel uitmaakte van de rampenstaf. In de volgende dagen wordt hier niet meer op teruggekomen. Het verslag bevat een tijdtabel die aanmerkelijk afwijkt van het schema bij de brandweer. Volgens de rampenstaf krijgt de brandweer om vijf over drie een melding en rukt ze tien minuten later uit met één tankauto. De officier van dienst zou nog later vertrokken zijn en op een verkeerd adres aankomen.

Een woordvoerder van de brandweer geeft een heel ander overzicht: drie minuten over drie alarm, twee minuten later uitgerukt (met drie wagens) en weer twee minuten later is de eerste spuitwagen al ter plekke. De tweede tankauto moest eerst vrijwilligers ophalen. De afwijkingen worden niet verklaard.

Op zondag 14 mei wordt in de rampenstaf van Enschede gemeld dat er ,,veel asbest in de wijk zit''. Eerder op de dag heeft burgemeester Mans daarover als voorzitter van de staf een vraag gesteld. Het Regionaal Coördinatie Centrum in Hengelo (in contact met het ministerie van Binnenlandse Zaken) bericht dat metingen in die plaats en in Almelo uitwezen dat er grote concentraties asbestdeeltjes zijn neergeslagen. Metingen in Enschede maken duidelijk dat de neerslag behoorlijk onder de norm is gebleven. De Koningin en premier Kok lopen een dag na de ramp onbeschermd door het getroffen gebied.

Tijdens de discussie in de rampenstaf een week later, om bewoners van het gebied onder begeleiding toe te laten, eisen enkele instanties zoals de Arbeidsinspectie dat de bezoekers beschermende kleding en een mondkapje dragen. Ook al is de neerslag onder de norm gebleven, er bestaat altijd gevaar van verstuiving, aldus de Arbeidsinspectie.

Mans verzet zich daar fel tegen: ,,Het is gevaarlijk of niet gevaarlijk. Metingen wijzen uit dat het niet gevaarlijk is. Onze Majesteit is ook onbeschermd het gebied binnen geweest, dus kun je voor deze mensen niet ineens met beschermende middelen gaan werken''.

Andere leden van de staf willen het zekere voor het onzekere nemen. Ze wijzen er op dat ook hulpverleners al dagen in beschermende kleding lopen. Uiteindelijk valt het besluit de bezoekers onder begeleiding te laten gaan. In beschermende kleding. ,,Dat is de uitkomst van de discussie met de Arbeidsinspectie'' is alles wat Mans daar nu nog over kwijt wil.

Ooggetuigen in de Enschedese wijk Mekkelholt en het Roombeekkwartier menen dat ze tot diep in de nacht gasexplosies hebben gehoord. ,,Dat is uitgesloten'', zegt een woordvoerder van energiebedrijf Essent. Wel zijn er volgens hem veel gasbranden geweest. ,,Dat is geheel volgens protocol, gas laat je branden, dan is het niet gevaarlijk'', zegt hij. Het afsluiten van de gastoevoer heeft lang geduurd, tot vier uur zaterdagnacht. ,,De eerste uren was alles gericht op hulpverlening'', aldus Essent. Een complicatie was dat in het lagedruknet geen afsluiters zitten. Veel leidingen moesten worden opgegraven en dichtgemaakt. Uit het logboek blijkt verder dat communicatie in het eerste uur van de ramp zeer moeizaam verliep. ,,Mobiel telefoonverkeer was onmogelijk'', via het noodnet kan geen contact met de burgemeester worden gemaakt. Urenlang is ook onduidelijk geweest wat er met de vier vermiste brandweermannen was gebeurd.

http://www.nrc.nl/W2/Nieuws/2000/07/27/Vp/01.html
Titel: Re: Rampenstaf
Bericht door: admin op 9 februari 2010, 21:49:38
Citaat van: admin op  9 februari 2010, 21:44:00
Verslag rampenstaf Enschede

'Stoffen zonder een vergunning'

In het verslag van de rampenstaf staat op zaterdag 13 mei (half twaalf 's avonds): ,,Nieuwe info dat brand is ontstaan midden op opslagterrein in bunkers.
Lijkt dat er andere stoffen dan alleen verpakt vuurwerk hebben gelegen''.

NRC.


Nitrocellulose gevonden na ramp

De ongekend zware ontploffingen in de vuurwerkopslagplaats in Enschede zijn mogelijk niet alleen veroorzaakt door gewoon vuurwerk.
Daarvoor bestaan duidelijke aanwijzingen.

Door onze redacteuren HARM VAN DEN BERG en KAREL KNIP

ROTTERDAM, 27 JULI. In de resten van de ontplofte Enschedese vuurwerkopslag S.E. Fireworks zijn belangrijke hoeveelheden nitrocellulose aangetroffen. Dat beweren bronnen die in contact staan met TNOonderzoekers die de vuurwerkramp analyseren. Nitrocellulose is een springstof die veel wordt gebruikt voor munitie. Ook sportschutters die zelf hun geweerpatronen maken, gebruiken daar meestal nitrocellulose voor. TNO weigert op de suggestie te reageren.

Nitrocellulose is geen onbekende stof in de vuurwerkbranche. Speciale attracties zoals 'ijsfonteinen'en 'flame projectors' zijn op kleine hoeveelheden van die verbinding aangewezen. Het voordeel van nitrocellulose (cellulosenitraat, ook wel rookloos kruit of schietkatoen genoemd) is dat het weinig rook vormt en dus voor indoor- vuurwerk is te gebruiken. Het materiaal, dat qua uiterlijk kan variëren tussen los poeder of een vezelige massa, wordt wegens de extreme vuurgevaarlijkheid altijd onder vloeistof bewaard. Vóór het gebruik moet het worden gedroogd. Een bedrijf als SEF had ook een speciale droogkamer voor het drogen van lonten en andere hulpmiddelen die uit nitrocellulose bestaan.

Hoewel geen officiële bevestiging is te krijgen, noemen diverse pyrotechnici de aanwezigheid van een grote hoeveelheid nitrocellulose bij SEF niet onaannemelijk. De belangstelling voor de zogenoemde 'special effects', die worden vertoond bij het optreden van popgroepen en dergelijke, neemt hand over hand toe. Eigenaar R. Bakker heeft verklaard dat "een bedrijfsvreemde stof" de oorzaak zou zijn geweest.

China, de vaste leverancier van het klassieke buitenvuurwerk, heeft geen ervaring met de productie van indoor-vuurwerk. Vuurwerkers zijn daardoor aangewezen op Westerse leveranciers die relatief hoge prijzen vragen. De verleiding om het vuurwerk zelf te fabriceren is groot.

IJsfonteinen kwamen even in beeld toen Nova begin juni aandacht vroeg voor het Deense bedrijf Pyro-Tec waarover de Nederlandse recherche inlichtingen inwon. Voor de camera verklaarde eigenares Lotte Poulsen dat haar ijsfonteinen voornamelijk uit - heel kleine hoeveelheden - nitrocellulose bestaan. Daar worden vaak titaan-korrels doorheengemengd. SEF was met twee andere Nederlandse bedrijven importeur van de Deense ijsfonteinen. Van belang is dat de Enschedese vuurwerkhandelaar Klaas Haarman kort na de ramp verklaarde dat SEF ook zelf zijn fonteinen maakte. Al eerder was op internet beweerd dat SEF grote hoeveelheden los kruit bezat.

Daar komt bij dat SEF alleen importeur voor Nederland was van het Amerikaanse bedrijf Luna Tech/Pyropak, die ook veel 'special effects' levert. Pyropak hanteert daarbij, met het oog op de veiligheid, een opvallende formule: het verkoopt halffabrikaten. Afnemers moeten de pyrotechnische poedermengsels voor hun vuurwerk zelf uit afzonderlijke componenten samenstellen. In speciale 'fact sheets' geeft Pyropak een gedetailleerde beschrijving van de chemische samenstelling van de poeders. De verleiding om de samenstellende poeders maar gewoon voor een fractie van de prijs bij de Nederlandse chemicaliën-groothandel te bestellen, wordt daardoor nog groter. Insiders gaan ervan uit dat het zelf samenstellen van 'special effects' in Nederland geen zeldzaamheid is. Vast staat dat SEF geen vergunning had voor fabricage van vuurwerk. Enkele technici verklaren dat de - onvolledige - verbranding van nitrocellulose een typische geur ('als die van zweetvoeten') oplevert en dat die geur door een aantal getuigen ook werkelijk is geroken. De analyse die het RIVM op de avond van de ramp maakte van de rook die uit de puinhopen opsteeg heeft, blijkens de tussenrapportage van 22 mei, geen heldere aanwijzingen opgeleverd voor de aard van de ontplofte stoffen. Interessant is dat er, naast hoge concentraties zink en calcium (vermoedelijk uit bouwmateriaal) ook hoge concentraties titaan in de rook zijn gemeten.

Of het explosieve nitrocellulose de Enschedese ramp alleen heeft ingeleid of ten slotte verantwoordelijk was voor de ongekend zware explosie, hangt af van hoeveelheden en verpakking. Uit getuigenverklaringen en op grond van een analyse van video-opnamen is duidelijk geworden dat zich op het SEF-terrein wel vier of vijf explosies hebben voorgedaan. Nadat al geruime tijd, mogelijk een kwartier, rook opsteeg van het terrein volgde omstreeks drie uur een explosie die een of twee boxen vernielde en veel brandend materiaal over het terrein zelf én over de wijde omgeving verspreidde. De brandweer constateerde twee ontplofte bunkers en een derde die op springen stond. Ook moesten gasflessen worden gekoeld. Die gasflessen stonden hoogst waarschijnlijk in de ompakruimte waar het vuur lijkt te zijn begonnen, ze zijn er in het verleden door diverse getuigen gezien. Het gas stond in dienst van het laswerk aan bepaalde vuurwerk- constructies. Maar SEF had geen vergunning voor het verrichten van laswerk in de ompakruimte.

Kort voor half vier, (zoals valt af te leiden uit de richting van de schaduw op diverse foto's) gaat opeens zoveel vuurwerk de lucht in dat de brandweer zich tijdelijk terugtrekt. Na een paar minuten gaat zij weer het terrein op en lijkt het vuur onder controle te krijgen. Dan volgen tussen 15.33 en 15.35 uur drie explosies (met tussenpozen van 45 en 65 seconden) in opklimmende kracht. De eerste, de zwakste, die niet seismografisch is waargenomen, doet zich voor in de centrale betonnen loods. Hij wekt een explosie op in een aantal zeecontainers en lijkt dan weer terug te slaan op het laatste deel van de centrale loods. Daar wordt een diepe krater geslagen.

Uit het per cd-rom beschikbaar gestelde origineel van de luchtfoto die de Topografische Dienst op 13 mei maakte valt overigens af te leiden dat SEF 16 zeecontainers op het terrein had staan. Er was maar vergunning voor 14 containers.

http://www.nrc.nl/W2/Nieuws/2000/07/27/Vp/02.html
Titel: Re: Rampenstaf
Bericht door: Poter op 10 februari 2010, 11:54:39
CiteerUrenlang is ook onduidelijk geweest wat er met de vier vermiste brandweermannen was gebeurd.

Er waren geen 4 vermiste brandweermannen.
1 is direct van het terrein van Thole gehaald en nog gereanimeerd. (zonder succes)
Een ander is ook direct van het terrein van Thole gehaald om verdere verbranding van het stoffelijk overschot tegen te gaan.

In een later rapport is dan ook sprake van 2 geborgen en 3 vermist!
Wie die 5de brandweerman was is tot op de dag van vandaag een raadsel.
Wel is er een getuigenverklaring waarin een brandweerman zegt dat hij een collega volledig in rook zag opgaan.
Dit speelde ook op het terrein van Thole.
Daarmee zijn er 2 aanwijzingen dat er 5 brandweermannen zijn omgekomen, dus het rapport en de getuige.
Titel: Re: Rampenstaf
Bericht door: admin op 7 juli 2011, 13:02:03
'Er dreigt hier ontploffingsgevaar'

Door onze redacteuren HARM VAN DEN BERGen BAS BLOKKER
ROTTERDAM, 10 NOV.

Meer dan vijftien minuten voor de fatale explosie bij vuurwerkbedrijf SE Fireworks was het verschillende hulpverleners duidelijk dat het bedrijf zou ontploffen. Dat blijkt uit de reconstructie van de ramp door acht verschillende rijksinspecties, die vandaag door minister De Vries van Binnenlandse Zaken is vrijgegeven. De rapporten zijn te vergelijken met logboeken waar om de zoveel minuten korte mededelingen in worden vastgelegd.

Om 15u19 belt een agent met het regionale meldcentrum van de politie: "Er dreigt hier ontploffingsgevaar." Om 15u25 belt een ambulanceverpleegkundige met de Alarmcentrale van de ambulancedienst "dat een vuurwerkopslag de lucht ingaat". In het feitenrelaas staat bij dat tijdstip verder dat "een politiefunctionaris van een burger (vermoedelijk iemand van het bedrijf SE Fireworks) te horen" kreeg: 'Zorg dat je de mensen hier weg hebt. Want als het knalt, knalt het hard.' Op dat moment bevinden zich voor de ingang van het bedrijf aan de Tollensstraat honderden nieuwsgierigen. De brandweer op het terrein meent dan nog dat ze de zaak onder controle heeft.

Om 15u27 roept de meldkamer op het publiek achteruit te dringen naar de Roomweg. Tweeëneenhalve minuut later zeggen agenten dat de Roomweg, de Nieuwluststraat en de Kievitstraat zijn afgesloten. Om 15u36 volgt volgens het feitenrelaas de fatale explosie: 'detonatie bij SE Fireworks'. De wijk wordt grotendeels weggevaagd en 22 bewoners komen om.

In het feitenrelaas is niets terug te vinden van de bewering van Fireworks-eigenaar Bakker, die samen met de politie vlak voor de explosie omwonenden zou hebben gewaarschuwd. Wel staat in een van de rapporten dat de afdeling bijzondere wetten van de politie eind 1995 al vast stelde dat bij het vuurwerkbedrijf Smallenbroek (voorloper van Fireworks) "ene B. werkt die zwart/illegaal vuurwerkgebeuren regelt". In oktober van datzelfde jaar waren volgens de politie "vele zwarthandelaren uitgenodigd door de firma S. om naar het afsteken van groot vuurwerk ter komen kijken".

Hoe groot de verwarring was na de ontploffing op 13 mei van dit jaar blijkt ook uit het volgende. Vijf minuten na de klap belt een politieman naar de informatiedesk van het regionale meldcentrum en vraagt "of het giftig is". "RMC: antwoord 'Nee, niet giftig'." Eén minuut later belt de RMC met de brandweer "en vraagt of er giftige stoffen vrijkomen".

De "asbestproblematiek" speelt voor de bestuurders en commandanten in de beleids- en crisiscentra in de dagen na de ontploffing als een lastige stoorzender overal doorheen. Want hoe zit het daar nu precies mee? Burgemeester Mans vraagt er op de avond van de ramp naar, om 23.30. En vanaf dat moment wordt het "asbestgevaar" steeds groter. De brandweercompagnie IJssel-Vecht constateert om 23.30 uur asbest in "de zuidelijke sector" van het rampgebied. Een kwartier later, zo blijkt uit deel 5 van het feitenrelaas, vraagt het Rampen Identificatieteam (RIT) advies over asbestontsmetting. In de nacht van 13 op 14 mei wordt de medisch leider van het rampenteam afgelost met de boodschap dat het asbest "een gering probleem is wegens eenmalige blootstelling" en omdat puin en asbest worden nat gehouden. In de ochtenduren laat de GGD weten dat men precies in kaart gebracht wil hebben waar asbest is vrijgekomen. Om zeven uur zondagmorgen wordt asbest gevonden in de buurt van de vuurwerkopslag. Terwijl de Arbeidsinspectie beschermende pakken wil, werkt de afdeling voorlichting van de gemeente aan het "asbestvoorlichtingsverhaal". Brieven van de GGD worden door de persvoorlichters "tegengehouden", ook advertentieteksten voor de bewoners kunnen volgens 'voorlichting' niet door de beugel.

Om zes uur maandagmorgen is het asbestprotocol van kracht geworden: voor iedereen verplicht. Een dag later wordt zelfs het dragen van beschermende witte pakken voorgeschreven. Bewoners mogen het gebied nog niet in wegens het asbestgevaar, óók niet in busjes. de Arbeidsinspectie blijft hameren op betere bescherming voor iedereen die in het rampgebied werkt. Vrijdag 19 mei, een week na de ontploffing, is de onenigheid over het asbestgevaar nog even groot. De Arbeidsinspectie zegt de veiligheid van de hulpverleners niet te garanderen, waarop het commandoteam iedereen uit het getroffen gebied terugtrekt.

In zijn brief aan de Tweede Kamer schrijft minister De Vries dat bij de reconstructie niet gestreefd is om context aan te brengen en dat 'thans' geen conclusies kunnen worden getrokken. Daarmee wacht hij tot het rapport van de commissie-Oosting.

Bron NRC: http://retro.nrc.nl/W2/Nieuws/2000/11/10/Vp/06.html
Titel: Re: Rampenstaf
Bericht door: admin op 3 augustus 2014, 13:01:20

Meteen chaos bij vuurwerkramp

ENSCHEDE, 5 SEPT. (waarschijnlijk in het jaar 2000)

Chaotische taferelen in de eerste uren, irritaties en meningsverschillen tussen de verschillende diensten in de dagen erna. Dat beeld doemt op uit het logboek van het regionaal coördinatiecentrum waar de hulpverlening werd gecoördineerd na de vuurwerkramp van 13 mei in Enschede. Het logboek is aan deze krant gezonden door de brandweer regio Twente, na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur.

Het logboek begint op zaterdag 13 mei, 15.02:14, als de eerste melding binnenkomt van een omwonende. "Vuurwerkhandel in brand. Op de achtergrond van het gesprek zijn explosies te horen." Op 15.03:57 volgt de alarmering van de brandweer, volgens het logboek. En 15.05:07: "Uitruk (uitruktijd 1:10 minuut)".

Tien over vier in de middag wordt het regionaal coördinatiecentrum (RCC) ingericht, waar zich bij de hulpverlening betrokken diensten zich melden om informatie uit te wisselen en adviezen te geven. De eerste uren zijn het vooral snippers informatie en (vergeefse) pogingen om de juiste mensen te bereiken, zo blijkt uit het logboek. Hoe moeizaam het gaat, blijkt als om 17.50 uur genoteerd wordt: "Het RCC heeft nog steeds onvoldoende beeld." En om 18.25 uur heet het: "De schattingen lopen uiteen van 10 tot 200 doden." Het zouden er uiteindelijk 21 blijken te zijn.

Als de hulpverlening loopt, verschuift de aandacht naar gevaarlijke stoffen in het gebied. De Bioreactor aan de Beekweg zit vol methaangas, op het Grolsch-terrein staat een ammoniaktank en om de hoek bij het ontplofte bedrijf SE Fireworks, aan de Roomweg nummer 6, blijkt een tweede opslag van vuurwerk te liggen. Om 20.40 uur op zondag worden daar "kleinschalige ontploffingen" geconstateerd. Een uur later is de "vuurwerkbunker Roomweg 6 onder water gezet".

In de loop van de dagen ontstaan enkele irritaties tussen de diensten. De GGD bijvoorbeeld "heeft zich ernstig gestoord aan het blijven liggen van menselijke resten in opdracht van het Recherche identificatieteam", meldt het logboek in de vroege nacht van dinsdag 15 mei.

Maar de meeste verwarring blijkt te hebben bestaan over de ernst en de omvang van vrijgekomen asbest. Zondagnacht, om 03.15 uuur, meldt de brandweer: "Mogelijkheid vrijgekomen asbest: wordt morgen bekeken". Daarna volgen dagen van tegenstrijdige berichten, een dringend gevraagd maar uitblijvend Plan van Aanpak en discussies over de vraag hoe groot het afgesloten gebied moet zijn en wanneer daar de eerste bewoners naar binnen mogen. De verschillende inschattingen leiden tot irritaties over en weer.

Op maandag 15 mei verzwaart de Arbeidsinspectie het asbestprotocol voor de hulpverleners. "De operationele leider (de heer Steffens) heeft doorgegeven geen voorstander te zijn van een verzwaard protocol (naar aanleiding van de meetgegevens)', meldt het logboek om 16.45 uur. En dinsdag 16 mei, 08.35 uur, "Burgemeester Mans heeft geklaagd over de berichtgeving met betrekking tot de asbestproblematiek, met name de berichtgeving van de GGD."

Andere terugkerende items in het logboek zijn meldingen van mogelijk levende slachtoffers onder het puin. Op zondag: 8.12 uur "In de Renbaanstraat nr. 20 zitten mogelijk kinderen in de kelder." Op dinsdag 16 mei, 8.20 uur: "Melding in de binnenring over hulproepen uit het puin. Is meteen onderzocht met sondeapparatuur: niets gevonden." En later die dag meldt de GGD: "De geluiden van vanmorgen: niets gevonden. Waarschijnlijk dierengeluiden."

Bron: NRC http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Enschede/000905-a.html