https://www.linkedin.com/pulse/vuurwerkramp-doofpotdossier-1-rob-vorkink/?published=t
Vuurwerkramp, doofpotdossier 1
Gepubliceerd op 20 juni 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Tweede Kamerleden reageren geschokt over de conclusies in het definitieve vuurwerkramp-rapport van ex-Europarlementariër Paul van Buitenen vanmorgen, woensdag 20 juni 2018, in Nieuwspoort in Den Haag. De parlementariërs dringen aan op een hoorzitting. Ruim 800 pagina's telt z'n rapport. Zeer omvangrijk. Er was massieve media-aandacht, maar op nieuwssites, radio en TV beperkt ruimte. Hieronder leest u feiten uit het dossier vuurwerkramp die vandaag de publiciteit niet hebben gehaald.
De rol van de recherche-en korpsleiding Twente
Laten we bij het begin beginnen schreven rechercheurs Jan Paalman en de Roy van Zuijdewijn uit Rijssen in mei 2002 in een interne brief gericht aan de toenmalige Twentse korpschef Piet Deelman. Het duo beklaagde zich over het verloop van het recherche-onderzoek naar de ramp en de handelswijze van de Tolteam-leiding en toenmalig officier van justitie Herman Stam, nu rechter in Almelo.
Paalman en de Roy waren verbaasd dat de leiding ervan overtuigd was dat wijlen Andre de Vries brand had gesticht op het terrein van SE Fireworks. De Vries zat al geruime tijd vast. Het belangrijkste bewijs tegen hem was een rood sportbroekje vol vuurwerksporen en een GSM-toestel. De kritische rechercheurs waren er in mei 2002 van overtuigd dat De Vries niets met de ramp te maken had.
a) Onderzoek had uitgewezen dat de GSM waarmee vanuit het rampgebied was gebeld op zaterdagmiddag 13 mei, die dag allang niet meer in het bezit was van Andre de Vries. Toch schermde officier van justitie Stam hiermee in de voorbereidende rechtszittingen om de Enschedeër achter de tralies te kunnen houden. Een leidinggevende van het Tolteam had het proces verbaal van de GSM dat ontlastend was voor De Vries vooralsnog achtergehouden.
b) Er is aantoonbaar gerotzooid met het belangrijkste bewijsmateriaal tegen de Vries: de rode sportbroek. Op enig moment slingeren 2 setjes kleding op de burelen van het Tolteam. Het rode broekje zat vol vuurwerksporen van het rampgebied. Maar wat was het juiste sportbroekje? Dat is nooit opgehelderd.
Paalman en de Roy van Zuijdewijn beklagen zich dat het rechercheonderzoek zich vanaf de arrestatie van de Vries zich alleen op hem richt, terwijl de twee kritische dienders vinden dat de rol van onder andere klusjesman Kloppenborg meer moet worden uitgezocht. Hij heeft als enige verklaard voorafgaande aan de ramp op het terrein geweest te zijn, maar liegt enkele keren over het tijdstip. Vlak na de ramp vlucht hij naar familieleden in Groningen. Waarom, heeft hij iets te verbergen? Hij wordt als getuige gehoord, vertelt veel, maar niet over zichzelf. Een Tolteam-leidinggevende gaat Kloppenborg horen, maar de twee kennen elkaar goed van de voetbalclub Sparta. De bevriende rechercheur van Kloppenborg, legt de klusjesman de woorden in de mond. Ook adviseert hij aan hem om z'n mond dicht te houden. Later wordt Kloppenborg verdacht van meineed en hoeft hij niets meer te zeggen op basis van het zwijgrecht. In latere onderzoeken is Kloppenborg, toch een sleutelfiguur nooit meer gehoord.
De recherche doet een alibi-onderzoek. Mede-directeur Bakker heeft als enige een waterdicht alibi. Dat geldt niet voor de andere directeur Pater, z'n vrouw Marion en twee SE Fireworks-medewerkers, twee broers uit Glanerbrug. In het eind PV dat de rechter leest staat bijvoorbeeld dat een Hengelose garagehouder zich kan herinneren dat die zaterdag 13 mei één van die twee broers bij hem in de zaak is geweest en dus een sluitend alibi heeft. TV Oost keek naar de onderliggende originele processen verbaal. Daar staat dat de garagehouder zich NIET kon herinneren of de SEF-medewerker die zaterdagmiddag 13 mei bij hem in de zaak is geweest.
Het Tolteam doet niets met een getuigenverklaring van een vrouw die zaterdagmiddag vlak voor de ramp een man in beige kleding zag wegrennen die haar vertelde dat zich een ontploffing in vuurwerk heeft voorgedaan.
Het rechercheteam doet ook niets met een getuige die beweert van een overbuurvrouw te hebben gehoord die naast één van de Fireworks-broers in Glanerbrug woont, dat haar buurman heeft verteld dat hij 's ochtends bij het bedrijf nog aan het werk is geweest.
De politie doet ook niets met bijna 80 verklaringen van buurtbewoners die ruim 20 minuten voor de brand op het terrein hebben gezien dat vanaf het terrein vuurwerk werd afgestoken.
Met de kritiek van Paalman en de Roy van Zuijdewijn doet korpschef Deelman niets. Sterker nog, hij speelt het vertrouwelijke document door naar Justitie en de twee rechercheurs wordt oneervol ontslag aangezegd.
Toenmalig burgemeester Jan Mans krijgt de commotie mee en laat collega's uit Gelderland een intern onderzoek doen naar de gang van zaken binnen het rechercheteam. Na 3 rapportages in 2003 zijn de conclusies schokkend. 'Het Tolteam heeft strafbare feiten gepleegd en de rechtelijke macht is misleid', is de conclusie. Overigens kreeg dit team vanuit Twente met veel tegenwerking te maken van de korpsleiding. Informatie werd in aangeleverd of was gewist.
Mans schakelt ex-minister Donner van Justitie in die op zijn beurt de Rijksrecherche op het dossier zit. De RR vernietigt alle onderzoeksresultaten van het kritische onderzoeksteam en oordeelt één jaar later zonder cruciale hoofdrolspelers te hebben gehoord dat er niets fout is gegaan en dat Paalman en de Roy terecht zijn ontslagen.
Paalman en de Roy van Zuijdewijn vechten door. Tijdens talloze WOB-verzoeken om het RR-rapport in handen te krijgen, wordt dat tot aan de Raad van State in meerdere pogingen stelselmatig geweigerd.
Als in 2010 TV Oost in vijf TV reportages laat zien dat sprake is van een doofpotdossier, het Tolteam strafbare feiten heeft gepleegd en de rechtelijke macht is misleid, kondigt Justitie een nieuw feitenonderzoek aan. TV Oost sprak met een spijtoptant van de familie Pater en bevestigt dat haar familieleden, Kloppenborg en twee Fireworks-medewerkers, de broers uit Glanerbrug, zaterdagmorgen op het terrein zijn geweest. Zij hebben sleutels van de bunkers en containers en verzamelen extra vuurwerk voor een tekstbord dat Rudi Bakker een dag voor de ramp heeft gemaakt waarop staat: 'Henk 70". Dat bord met ijsfonteintjes is voor de buurman van één van de Fireworks-broers die zaterdagavond 13 mei z'n verjaardag viert. Het tekstbord moest nog worden aangevuld met de tekst: 'en tevens 25 jaar getrouwd.' De vrouw van Henk bevestigt dat tegenover TV Oost in 2010 tot 3x toe.
De spijtoptant van de familie wordt vanaf het begin van het nieuwe onderzoek in 2010 niet serieus genomen. Zij wordt van de ene psychiater naar de andere gesleept om aan te tonen dat zij psychisch niet in orde is. Opnieuw worden cruciale hoofdrolspelers niet gehoord en wordt een officier van Justitie op de zaak gezet die ook leiding gaf aan de Rijksrecherche in 2004 die concludeerde dat alles goed is gegaan.
De eindconclusie van politie en justitie medio 2012 is dan ook dat de oorzaak van de ramp niet is gevonden. En ook dat er geen fouten zijn gemaakt door politie en justitie.
Ten einde raad schakelt rechercheur Jan Paalman, collega Charl de Roy is gefrustreerd afgehaakt, het huis van Klokkenluiders in. Die geeft Paul van Buitenen de opdracht onderzoek te doen. Dat is na 4 jaar nu klaar en vanmorgen gepresenteerd.
Kamerleden reageren geschokt en streven naar een hoorzitting.
In deel 2 binnenkort de rol van de brandweerleiding
https://www.linkedin.com/pulse/vuurwerkramp-doofpotdossier-2-rob-vorkink/?published=t
Vuurwerkramp, doofpotdossier 2
Gepubliceerd op 21 juni 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Het definitieve vuurwerkramp onderzoek van ex-Europarlementariër Paul van Buitenen is af. Volgens hem heet het Openbaar Ministerie opzettelijk de rechtelijke macht misleidt om de overheid buiten schot te houden. Ook de blusvoorschriften voor de brandweer bij vuurwerkbranden deugen niet en de overheid weet dat. Gisteren was er aandacht voor de rol van politie en justitie. Vandaag de brandweer.
Het brandweeroptreden en de houding van de brandweerleiding
Volgens Van Buitenen zijn vier brandweerlieden de dood ingejaagd toen zij de brand bij SE Fireworks moesten bestrijden. Sinds uit onderzoek naar de vuurwerkexplosie in Culemborg in 1992, bleek dat vuurwerk NOOIT met water mag worden geblust, was die wetenschap bekend. De brandweer in Enschede had het gebied rond de opslagplaats moeten evacueren om zo veel mogelijk slachtoffers te voorkomen. Zij kregen andere instructies met fatale gevolgen.
Tussen de eerste brand en twee fatale explosies zat minstens een half uur. Genoeg tijd voor evacuatie. Het rapport over de vuurwerkexplosie in Culemborg was zowel bij de gemeente Enschede als de brandweerleiding bekend. De vuurwerkramp moest van de autoriteiten het gevolg zijn van brandstichting én niet van een bedrijfsongeval. Waarom? Omdat de overheden een tsunami aan schadeclaims vreesde.
Uit TNO-onderzoek bleek in 2001 dat de classificatie van vuurwerk (1.4 t/m 1.1) niet van invloed is op de heftigheid van de explosies. Een container met 25 kilo consumentenvuurwerk explodeert nadat de opslagruimte in brand is gestoken. Brokstukken komen honderden meters verderop.
De omgekomen fotograaf-journalist Marcel van Nieuwenhoven is onder meer geïdentificeerd aan de hand van een fotocamera. Dat staat in het boek van Maarten Bollen: 'de onderste steen' uit 2004. De schrijver had onder meer inzage in de super vertrouwelijke mutaties van het Rampen Identificatieteam. De fotocamera is verdwenen. Van Nieuwenhoven had veel foto's gemaakt tijdens bluswerkzaamheden op het terrein. Waar is deze camera en waar zijn de foto's.
Op het Fireworks-terrein ontbrak één brandblusser. Is deze gebruikt door diegene die de brand heeft veroorzaakt? De uitkomst is niet bekend, want het verhaal van de brandblusser is niet uitgezocht.
Geruchten dat de heftigheid van explosies op het terrein door de aanwezigheid van legermunitie, is vooralsnog nergens op gebaseerd. Hiervoor is geen bewijs gevonden.
De Enschedese brandweerleiding schermde aanvankelijk de brandweerlieden van het eerste uur af van het rechercheteam dat de ramp onderzocht. Brandweerlieden die toch moesten worden gehoord, werden eerst geïnstrueerd.
De partners van de omgekomen brandweerlieden hebben geld gekregen uit het rampenfonds waar door de Nederlandse bevolking geld bijeen is gebracht. Na een aanklacht van één van de weduwes dat Enschede en de Nederlandse Staat voor hen niets had gedaan, kregen de vrouwen een coulance-bedrag waarvan de helft moest worden afgedragen aan de fiscus.
Tien jaar na de ramp kregen de vrouwen een kerstpakket van de brandweer Twente met een legpuzzel van de wijk Roombeek, de wijk waar hun partner om het leven was gekomen.
Enkele jaren daarna moest aanvankelijk één van de brandweervrouwen zelf opdraaien voor de verlenging van grafrechten. Nadat de media daarvan lucht kreeg, betaalde de brandweerleiding de kosten alsnog.
Volgens Paul van Buitenen kunnen de vrouwen met de bevindingen uit zijn rapport alsnog een nieuwe civiele claim indienen bij de Nederlandse Staat.
https://www.linkedin.com/pulse/vuurwerkramp-doofpotdossier-3-rob-vorkink/?published=t
Vuurwerkramp, doofpotdossier 3
Gepubliceerd op 21 juni 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Enschedeer Andre de Vries is al bijna 5 jaar dood. Hij overleed in eenzaamheid in een hospice in Hengelo als gevolg van darmkanker. De Vries werd ongewild een bekende Nederlander doordat het rechercheteam dat de vuurwerkramp onderzocht, hem ook na z'n vrijspraak altijd is blijven zien als de man die verantwoordelijk is geweest als brandstichter van de vuurwerkramp op zaterdag 13 mei 2000 in Enschede.
De trieste levensloop van vermeende rampbrandstichter Andre de Vries
Op 16 juli 2013 is de Vries op 46-jarige leeftijd overleden. Hij schreef kort voor z'n dood een afscheidsbrief waarin hij uithaalt naar Justitie. Het vuurwerkramp-onderzoek van Paul van Buitenen dat gisteren werd gepresenteerd, bevestigt de kritiek van de Vries van 5 jaar geleden. Hoewel de Vries in 2003 definitief werd vrijgesproken van betrokkenheid van de ramp, is de voormalige leiding van het rechercheteam dat de ramp onderzocht er nog altijd van overtuigd dat de Vries de dader was. Toenmalig leidinggevende Hans Kamperman reageerde na de dood in de Twentsche courant Tubantia dat de Enschedeer een geheim had meegenomen in z'n graf. Tolteamleider Rik de Boer had tegenover de brandweerweduwes in 2010 al uitgesproken dat de Vries er mee te maken had gehad.
Rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn hebben altijd gezegd dat De Vries helemaal niets met de ramp te maken heeft gehad. Dat kostte hen hun kop. Beiden werden ontslagen.
Andre de Vries werd in januari 2001 opgepakt. Dat gebeurde nadat het NFI aan de leiding van het onderzoeksteam had gemeld dat er vuurwerksporen in zijn rode sportbroekje waren ontdekt. Ook was een GSM van hem tijdens de ramp gepeild in het rampgebied. De Vries werd 80 keer verhoord, maar bleef altijd zijn betrokkenheid ontkennen. Toegegeven de Enschedeer was een grote fantast. Tijdens verhoren kwam hij met de meest vreemde uitlatingen, maar dat maakt hem nog geen verdachte. Zo beweerde de Vries dat hij op de rampdag op weg naar recreatieplas: 'Het Rutbeek', was opgepikt door een naakte vrouw in een Ferrari Testarossa. Dacht de rechercheleiding met zo'n man iemand in huis te hebben die uiteindelijk toch wel z'n aandeel zou bekennen in de ramp?
Al binnen enkele maanden na de arrestatie viel de bewijslast weg tegen de Vries. Zo was zijn GSM waarmee op de rampdag vanuit het rampgebied was gebeld, niet meer in zijn bezit en was er aantoonbaar door het Tolteam gerotzooid met het belangrijkste bewijsmateriaal: het rode sportbroekje. De Tolteamleiding hield dat achter bij de rechtbank, waardoor De Vries aanvankelijk in 2002 tot 15 jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Paalman en de Roy van Zuijdewijn konden niet verkroppen dat een onschuldige burger de ramp in de schoenen kreeg geschoven en deden in hoger beroep een boekje open over de praktijken van de leiding van het onderzoeksteam. Ook een collega-rechercheur die fanatiek op de Vries had gerechercheerd kreeg uit de zak.
Burgemeester Jan Mans stelde een team van rechercheurs uit Gelderland Midden samen om de handelswijze van de rechercheleiding te onderzoeken. We schrijven 2003. De conclusies waren schokkend. Leden van het Tolteam hadden strafbare feiten gepleegd en de rechtelijke macht was misleid. Het team werd direct ontbonden en de rijksrecherche nam het onderzoek over. Cruciale hoofdrolspelers werden niet gehoord. Het materiaal van het interne team verdween in de shredder en bewust werd belastende informatie voor de rechercheleiding en korpschef Deelman niet onderzocht. Conclusie: Er zijn geen fouten gemaakt en Paalman en de Roy van Zuijdewijn zijn niet loyaal geweest en moeten worden ontslagen. Dat gebeurde.
De jaren na hun ontslag starten Paalman en de Roy van Zuijdewijn een recherchebureau. Er volgt een spervuur aan wob-verzoeken om het volledige rijksrecherche-rapport te krijgen, maar beide heren krijgen het rapport tot grote frustratie niet.
In 2010 maak ik met cameraman Frans Strikker een serie reportages over de ramp, tien jaar later. Het gaat om 5 afleveringen die uiteindelijk Paul van Buitenen inspireert om een eigen review te starten. We gaan langs bij Willie Pater, maken opnames met een verborgen camera, maar hij wil niet praten. Ook bezoeken wij klusjesman Kloppenborg die ons bedreigt met een honkbalknuppel. Niemand wil z'n mond open doen. Behalve?
Behalve de zus van de vrouw van mede-directeur Pater. Zij meldt zonder dat wij dat gevraagd hebben dat de Pater-clan die zaterdagmorgen nog op het bedrijf is geweest, administratie heeft opgehaald en nog extra vuurwerk heeft geregeld voor een feestje zaterdagavond 13 mei 2000. En toen ging het mis.
Justitie kondigt op basis van de reportages en de spijtoptant aan een nieuw onderzoek te zullen starten. Dat gebeurt. Al snel wordt duidelijk dat het OM niet op zoek is naar de waarheid. Opnieuw worden cruciale getuigen niet gehoord. Sterker nog: de officier van justitie die verantwoordelijk was voor het rijksrecherche-onderzoek dat niets opleverde, mag aanvankelijk het nieuwe onderzoek doen. Als TV Oost daar achter komt, wordt de man van het onderzoek gehaald. De Enschedese burgemeester Den Oudsten dringt bij TV Oost wel aan op mijn ontslag.
De conclusie in 2012 is dus dat de ramp nog steeds niet is opgelost. Einde verhaal. In 2013 overlijdt Andre de Vries, de man die werd gezien als de brandstichter bij SE Fireworks. Maar hij was het dus niet. Dat blijkt nu ook uit het onderzoek van Paul van Buitenen.
Binnenkort nog meer onbekende details uit het vuurwerkrampdossier
https://www.linkedin.com/pulse/vuurwerkramp-doofpotdossier-4-rob-vorkink/?published=t
Vuurwerkramp, doofpotdossier 4
Gepubliceerd op 25 juni 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Ex-burgemeester Jan Mans van Enschede is er begin juni 2003 niet gerust op. De twee kritische rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn zijn kritisch op de resultaten van het rechercheteam dat de vuurwerkramp onderzoekt en dan met name de leiding.
Mans kan niet anders dan vragen aan collega's in Gelderland Midden onderzoek te doen. Het liefst wil Mans aantonen dat Paalman en De Roy hun boekje te buiten zijn gegaan om hen te kunnen ontslaan, maar het loopt anders.
Het interne onderzoeksteam onder leiding van Jan de Bruin van Bureau Interne Zaken Gelderland Midden, afgekort tot BIZ, komt in 4 rapportages tot schokkende conclusies.
De leiding van het Tolteam heeft opdracht gegeven tot het plegen van strafbare feiten en de rechtelijke macht is misleid. Zowel Jan Mans als toenmalig korpschef Piet Deelman schrikken zich te pletter, schakelen ex-Justitie-minister Piet Donner in die de Rijksrecherche inschakelt.
De RR concludeert in 2004 dat niets is fout gegaan en dat Paalman en de Roy hun boekje te buiten zijn gegaan en moeten worden ontslagen. De RR heeft niet de hoofdrolspelers gesproken en de resultaten van BIZ naast zich neergelegd. De 2e Kamer draait het oneervol ontslag van Paalman en de Roy terug, maar een toekomst voor beide heren bij de politie is er niet meer. 'Tsja en dan ben je oprecht op zoek naar de waarheid', zegt Jan Paalman in 2018.
Feit is dat Piet Deelman geniet van een fantastisch salaris en Paalman bijna op bijstandsniveau zit. Dat maakt hem kwaad en terecht. De conclusies van Paul van Buitenen staan als een huis. Het is nu aan de 2e Kamer om een hoorzitting over de ramp af te dwingen.
Teamleider Jan de Bruin heeft een zak geld meegekregen en moet z'n mond houden. Hij woont inmiddels in Zweden.
De hoofdofficier van justitie die destijds alles in de doofpot stopte is Henk van der Meijden, de man die nu het onderzoek leidt naar de ramp met de MH 17.
https://www.linkedin.com/pulse/vuurwerkramp-doofpotdossier-5-rob-vorkink/
Vuurwerkramp, doofpotdossier 5
Gepubliceerd op 26 juni 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
De Tweede Kamer beschikt sinds vorige week over een explosief rapport over de vuurwerkramp in Enschede. Ex-klokkenluider en oud-Europarlementariër Paul van Buitenen, concludeert onder meer dat het openbaar ministerie bewust fouten heeft gemaakt in het strafrechtelijk onderzoek naar de vuurwerkramp om de overheid buiten schot te houden.
De media heeft aandacht geschonken aan de rapportage, maar de details uit het onderzoek haalden niet de publiciteit. In dit artikel wel. Gisteren in deel 4 aandacht voor een intern politieteam uit Gelderland dat van Burgemeester Mans van Enschede in 2003 opdracht kreeg onderzoek te doen naar gesjoemel door het rechercheteam (Tolteam) dat de ramp onderzocht. Het team kwam na 3 tussentijdse rapportages tot schokkende conclusies. Het politieteam had strafbare feiten gepleegd en daarmee was de rechtelijke macht misleid. De kritische onderzoekers werden niet geprezen voor hun werkzaamheden, maar ruw aan de kant gezet. Lees hieronder hoe dat in z'n werk ging..
Hoe serieus politieonderzoek in vuurwerkkrampdossier wordt 'gelullificeerd'
Burgemeester Mans van Enschede en toenmalig korpschef Piet Deelman schrikken zich rot als zij op 17 november 2003 de laatste tussenrapportage van het interne politieteam lezen in het stadhuis van Enschede. Strafbare feiten en misleiding van rechters. Dat zijn nogal conclusies. Mans en Deelman willen dat die informatie strikt vertrouwelijk blijft. Als de politiek en de gemeenschap dit hoort breekt de pleuris uit.
Er is nog iets. Het duo had gehoopt dat het interne onderzoek duidelijk zou maken dat rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn niet loyaal waren aan de politie door zich kritisch uit te laten. Mans en Deelman hoopten op een stok om mee te slaan. Het loopt evenwel anders.
De rijksrecherche moet van hoger hand de spijkerharde kritiek op het Tolteam weerleggen
Het interne politieteam dacht goed werk te hebben verricht en op basis van deze informatie, verder onderzoek te kunnen doen, maar het tegendeel is het geval. Door ingrijpen van ex-Justitie-minister Donner wordt de rijksrecherche ingeschakeld. Die krijgt maar één opdracht. De spijkerharde conclusies van het interne team moeten worden weerlegd, linksom of rechtsom.
Tot ongenoegen van de interne onderzoekers, wordt hun materiaal zelfs door de RR vernietigd. Het politieteam wordt ook niet betrokken bij het RR-onderzoek. De houding van de RR-rechercheurs richting de kritische politieonderzoekers is zelfs vijandig. Althans zo ervaart de teamleider van Bureau Interne Zaken dat.
De RR hoort geen hoofdrolspelers, alleen volgzame leidinggevenden van het Tolteam dat onder vuur ligt en schuurt zo langs de werkelijkheid. Zo wordt bijvoorbeeld de technische rechercheur die daadwerkelijk de kleding van de verdachte brandstichter Andre de Vries niet eens gehoord. Ook Paalman en de Roy van Zuijdewijn horen niets van de RR, maar na juridische druk van de kritische rechercheurs gebeurt dat alsnog. Dat verhoor heeft volgens de Rijssense speurneuzen weinig tot niets om het lijf.
Kritisch intern politieteam wordt aan de kant gezet en vijandig benaderd door RR
Ondertussen zijn de interne politieonderzoekers hevig verontwaardigd over de handelswijze van de rijksrecherche. Het team schrijft in een brief: 'Het was voor ons onbegrijpelijk dat het interne onderzoeksteam dat bijna een half jaar veel kennis en expertise had vergaard over de werkwijze van het Tolteam met onmiddellijke ingang moest terugtreden'.
Vermoedens worden bevestigd dat het RR-onderzoek ontlastend is voor het Tolteam en de verantwoordelijke officier van Justitie. In een persbericht wordt op 5 juli 2004 gemeld dat op een paar schoonheidsfoutjes na het rechercheteam en de politieleiding professioneel hebben gewerkt, geen strafbare feiten hebben gepleegd en zeker de rechtelijke macht niet hebben misleid. Wel wijst de RR met de beschuldigende vinger richting Paalman en de Roy van Zuijdewijn. Zij zouden meineed hebben gepleegd door bij het Gerechtshof eerdere verklaringen over gedrag van collega's te hebben afgezwakt.
Rijksrechercherapport vuurwerkramp blijft geheim voor buitenwacht
Paalman en de Roy van Zuijdewijn zijn woedend en eisen via een kort geding een rectificatie. De rechter geeft hen gelijk. Beide heren zijn niet teruggekomen op eerdere verklaringen. Ook de interne onderzoekers weten niet wat zij horen. De teamleider vraagt opheldering bij hoofdofficier Henk van der Meijde, maar krijgt te horen dat hij geen kennis mag nemen van de inhoud van het rijksrechercheonderzoek.
Ook Paalman en de Roy van Zuijdewijn krijgen de inhoud niet te zien. Korpschef Deelman wel en die reageert hard richting de interne onderzoekers. Deelman oordeelt dat het kritische interne team door de uitkomsten van het rijksrechercheonderzoek landelijk is 'gelullificeerd'. Het team reageert daarop als volgt: 'Het wordt door ons als zeer vernederend ervaren dat wij als onderzoekers geen kennis mogen nemen van de inhoud van de rapportage van de rijksrecherche'.
Nieuw kritisch rapport politieonderzoekers na RR-rapport weggemoffeld
Bureau Interne Zaken schrijft op basis van de rapportage van de rijksrecherche die in de gen van BIZ niet volledig is, een aanvullend rapport. Hoewel de onderzoekers in december 2003 alle onderzoeksresultaten hebben moeten inleveren, heeft het team snel alles gekopieerd. Het onderzoeksteam verfijnt de onderzoeksresultaten over de strafbare feiten en het misleiden van de rechtelijke macht. In hun rapport van 25 augustus 2004 zetten zij dat minutieus uiteen en overhandigen een exemplaar op 31 augustus 2004 aan de Twentse korpschef Deelman en burgemeester Mans.
Dit rapport verdwijnt onder in de lade en blijft tot 2016 geheim. Onder druk van de rechter wordt de huidige korpschef Erik Akerboom in 2017 gedwongen om alsnog deze rapportage vrij te geven. In dit rapport staat beschreven dat de interne onderzoekers voortdurend zijn tegengewerkt door de Twentse korpsleiding en dat hen cruciale informatie lang wordt onthouden. Van het digitale onderzoek van het Tolteam zijn zelfs complete schijven gewist.
In 2005 publiceert de actualiteitenrubriek Netwerk de schokkende 3e rapportage van de interne onderzoekers die wijzen op strafbare feiten en misleiding van de rechtelijke macht. De Tweede Kamer staat op de achterste benen en eist opheldering. Vanuit de politie Twente krijgt het interne team opdracht Kamervragen te beantwoorden. Al snel blijkt dat de Twentse korpsleiding intervenieert en zelf de vragen wil beantwoorden tot grote woede van de interne onderzoekers.
Korpsleiding verbiedt intern politieteam Tweede Kamer in te lichten over gesjoemel
Dat team besluit daarop een brief te formuleren voor de Tweede Kamer, maar hun leidinggevende: de Gelderse korpschef Van Deursen, waarschijnlijk ingefluisterd door de Twentse korpschef Deelman, verbiedt hen de brief te sturen.
De kritische BIZ-teamleider en z'n rechterhand krijgen de dienstopdracht te zwijgen. De teamleider wordt weggestuurd met een riante vertrekregeling, haakt gefrustreerd af en emigreert naar Zweden.
De Tweede Kamer geeft in 2005 een onderzoekscommissie opdracht de misstanden uit te zoeken. Maar deze commissie onder leiding van oud-NCRV-voorzitter Herstel, beperkt zich tot het RR onderzoek en concludeert dat er niets aan de hand is geweest. Voor de Tweede Kamer is de zaak dan: 'Case closed'. Wel weet het te voorkomen dat de rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn geen oneervol, maar eervol ontslag krijgen.
Paalman en de Roy beginnen een particulier recherchebureau in Rijssen en doen naast hun andere werkzaamheden nieuwe pogingen om achter de inhoud van het vertrouwelijke rijksrecherche-rapport uit 2004 te komen. Zij voeren daarvoor talloze WOB-procedures, maar worden consequent afgescheept. Meerdere keren worden zij door rechters in het gelijk gesteld die doorverwijzen naar de Raad van State, die elke keer weer verzoek tot openbaring weigert.
Rijssense rechercheur Paalman strijdt door, maar wordt overal afgescheept
Als in 2011 de Raad van State opnieuw oordeelt dat het RR rapport geheim blijft, ontploft Jan Paalman van woede tijdens de openbare rechtszitting in Den Haag. Hij is altijd oprecht op zoek geweest naar de waarheid maar krijgt steeds het deksel op de neus. Voor z'n collega Charl de Roy van Zuijdewijn is het genoeg. Hij staakt de strijd. Jan Paalman niet. Paalman schakelt wanhopig de vakbond in, maar die zegt niets voor hem te kunnen doen. Dan maar naar de Nationale Ombudsman. Ook die scheept Paalman af. En dat doet uiteindelijk voormalig korpschef Stoffel Hijsman in Oost-Nederland ook.
Ten einde raad stapt Paalman naar het Huis van de Klokkenluiders waar hij in contact wordt gebracht met Paul van Buitenen. Die start een jarenlange review en gebruikt vijf reportages van TV Oost, uitgezonden in mei 2010 als startpunt.
Voormalig korpschef Deelman tegen Paalman: 'Ik heb de vuurwerkramp van m'n harde schijf gewist..Goedenmiddag.'
Jan Paalman belt ondertussen ook nog met voormalig korpschef Piet Deelman om in gesprek te gaan voor eerherstel. Deelman heeft daar geen behoefte aan. Hij zegt telefonisch: 'Beste Jan, die hele vuurwerkramp heb ik van m'n harde schijf gewist'.
Binnenkort meer details over de vuurwerkramp. Bijvoorbeeld: Wat is het meest waarschijnlijke scenario dat geleid heeft tot het eerste vlammetje bij SE Fireworks en waarom mag dit niet bekent worden en nader worden uitgezocht?
https://www.linkedin.com/pulse/de-kroongetuige-van-vuurwerkramp-doofpotdossier-6-rob-vorkink/?published=t
De kroongetuige van de vuurwerkramp, doofpotdossier 6
Gepubliceerd op 26 juni 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Politie en Justitie willen er maar niets van weten. Aanvankelijk wel. Het is mei 2010. Cameraman Frans Strikker en journalist Rob Vorkink mogen nog eens grasduinen in het immense archief van de vuurwerkramp, tien jaar later. Zij spreken veel, heel veel hoofdrolspelers van weleer. Ze stuiten bij toeval op een familielid van één van de directeuren van SE Fireworks. Zij ontpopt zich als kroongetuige, maar wordt volstrekt genegeerd door het rechercheteam dat de vuurwerkramp onderzocht. Pas tien jaar later, komt haar relaas naar buiten.
Haar verhaal legt een familiegeheim bloot, namelijk dat er die zaterdagochtend 13 mei 2000 wel degelijk is gewerkt op het terrein van de vuurwerkopslagplaats SE Fireworks. Die werkzaamheden liepen finaal uit de hand door gekkigheid: het afsteken van enkele afgekeurde vuurpijlen. Het gevolg is een brand op het terrein. De hoofdrolspelers vluchten. De brandweer verschijnt. Na bluswerkzaamheden wordt de brand een ramp met fatale gevolgen. De hoofdrolspelers zwijgen tot nu toe uit angst de ramp in de schoenen geschoven te krijgen. De feiten zijn verjaard. Schuldigen kunnen niet meer worden vervolgd. Wel verdient de vuurwerkramp de waarheid. Justitie wil dat niet. De politietop staat met de rug tegen de muur en blijft meewerken aan de doofpot ten koste van slachtoffers, nabestaanden en klokkenluiders als ex-rechercheur Jan Paalman uit Rijssen.
Eén dag later zal FC Twente de landstitel veroveren, maar zaterdag 1 mei 2010 komt ex-Tolteamleider Ed Reinshagen naar de studio van RTV Oost. Hij krijgt van journalist Rob Vorkink de kroongetuige-verklaring, officieel opgenomen door de Rijssense ex-rechercheur Jan Paalman.
Een week later publiceert TV Oost via een reconstructie de kroongetuige-verklaring die het mysterie van de vuurwerkramp in één klap oplost. Achter de schermen wordt hardvochtig gevloekt bij politie en justitie. Er moet iets gebeuren. Op dinsdag 11 mei laat justitie via een persbericht weten dat de kroongetuige-verklaring uitgezonden door TV Oost reden is voor het OM nieuw onderzoek te starten in het onderzoek naar de vuurwerkramp. Het kan niet anders, want justitie staat met de rug tegen de muur.
In diezelfde week melden zich rechercheurs bij TV Oost. Zij willen de bandopname van de kroongetuige, maar krijgen die niet. Het team moet het maar doen met de verklaring die Reinshagen die zaterdag ervoor in ontvangst heeft genomen. Dan zoekt het team zelf maar contact met de kroongetuige.
Kroongetuige vuurwerkramp weet dat ramp het gevolg is van bedrijfsongeval
Hoewel de politie het belang ziet van de kroongetuige-verklaring, is het OM minder gerust. Justitie zit niet te wachten op het scenario van een bedrijfsongeval uit angst voor miljardenclaims richting Rijk en Enschede. De opdracht aan de politie is dan ook om de kroongetuige-verklaring in twijfel te trekken.
Maar wie is die kroongetuige? En wat heeft deze getuige te vertellen? De kroongetuige is Jeanette Schippers, de oudere zus van Marion die ook de leiding had bij SE Freworks. Deze Marion weet van de hoed en de rand. Dat is Jeanette ook meegedeeld door haar zus, enkele weken NA de ramp. Maar Jeanette moest haar mond houden. Dat deed zij tot 2010, maar nu niet meer.
Als wij Jeanette Schippers spreken op dinsdag 26 april 2010, is zij als een waterval. Zij schenkt koffie en steekt van wal. 'Ik wijt de dood van mijn vader aan het geheimzinnige gedoe rond de ramp aan mijn zus en haar man (Marion en Willy). Ik heb altijd gezegd dat zij beter konden opbiechten wat er gebeurd is, maar dat deden zij niet.'
Jeanette Schippers: 'Ik kan het jullie nu wel vertellen'
Jeanette vervolgt: 'Ik kan het jullie nu wel vertellen. Vrijdagavond 12 mei hield Willy zijn verjaardag. Hij is feitelijk 15 mei jarig. De hele familie was er. Behalve Rudy en Anita Bakker, want die zakelijke relatie met Willy en Marion stond onder druk. Er werd veelvuldig over SE Fireworks gesproken. (In het officiële rechercheonderzoek uit 2000 ontkennen allen nog dat Fireworks tijdens het verjaardagsfeestje ter sprake kwam.). Zaterdagmorgen zijn ze allemaal naar Fireworks gegaan. Marion haalde de administratie op, Willie maakte het tekstbordje af, klusjesman Kloppenborg bood de helpende hand en de broers de Jong kwamen voor 15.00 het aangevulde tekstbordje ophalen. Even geinen met vuurpijlen en toen ging het mis. Marion heeft mij dat enkele weken na de ramp verteld.'
Pater c.s dachten naar het bedrijf te kunnen gaan op zaterdagmorgen in de wetenschap dat mededirecteur Bakker en z'n vrouw een weekeinde weg zouden zijn. Dat hadden zij verteld. Dat weekendje weg werd op het laatste moment gecanceld omdat Bakker een bruiloft had op vrijdagavond 12 mei in Haaksbergen.
Pater c.s dachten dus dat de familie Bakker die zaterdag niet in Enschede zou zijn. Het bood hen de gelegenheid om het tekstbordje 'Henk 70' aan te vullen zonder dat dit veel extra geld zou kosten omdat Bakker hiervan niets wist. Henk was de buurman van één van de broers de Jong die zaterdagavond 13 mei een feestje gaf in een buurthuis in Glanerbrug. Dat feest ging ondanks de ramp overigens gewoon door.
Kroongetuige-verklaring sleutel om ramp op te lossen
Het nieuwe politieteam dat in 2010 vanaf mei is gevormd heeft met de verklaring van Jeanette Schippers een sleutel in handen om het mysterie op te lossen of om in elk geval de waarheid dichterbij te brengen. Schippers wordt benaderd door het team en moet zich door meerdere psychiaters laten onderzoeken. Doel is om te zien of de verklaring van Schippers 10 jaar na dato wel betrouwbaar zijn. Schippers moet zich helemaal melden in Maastricht en heeft niet echt het idee dat zij serieus wordt genomen, zo zal zij later verklaren.
Het scenario dat Jeanette Schippers schetst klinkt betrouwbaar ook in relatie tot verklaringen van omwonenden en het feit dat de broers de Jong al om 13.37 uur in Enschede zijn, waar een trilplaat wordt ingeleverd bij een bouwmarkt nadat een vriend achter de woning van Andre de Jong een nieuw terras heeft aangelegd. De recherche heeft de betaal-bon achterhaald waarop het tijdstip staat. De twee reden in een witte bestelauto. Eén van de omwonenden van de opslagplaats zag om 14.45 uur zo'n bestelauto staan voor de poort van SE Fireworks.
Hoewel Jeanette Schippers cruciale informatie verstrekt die verder moet worden gerechercheerd, gebeurt dat niet. Het nieuwe politieteam verzuimt om hoofdrolspelers van destijds zoals Kloppenborg en Willy en Marion Pater te horen. Mede-directeur Rudy Bakker meldt zich vrijwillig bij het nieuwe politieteam: 'Esaltato' onder leiding van recherchebaas Erik Willems en verstrekt hen veel informatie. Op donderdag 30 september 2010 meldt toenmalig burgemeester Den Oudsten met ex-korpschef Martin Sitalsing en hoofdofficier Hessel Schuth, dat de recherche meer tijd nodig heeft en dat er een nieuw politieteam wordt gevormd dat vanuit Zwolle werkt.
Politie en Justitie hebben geen zin in nieuw onderzoek vuurwerkramp
Uit alles blijkt dat politie en justitie helemaal geen zin hebben aan nieuw onderzoek. Politie en Justitie zitten niet op één lijn. Zelfs zijn er spanningen tussen de politie Twente en het korps in Zwolle.
Als Vorkink en Strikker op 17 februari 2011 op het hoofdbureau van politie in Zwolle in gesprek gaan met de politieleiding blijkt al snel dat sprake is van strubbelingen achter de schermen. 'De politie Twente heeft het onderzoek aan ons overdragen, maar wij weten feitelijk van niks. Wij zijn daar een beetje nijdig over'. Politie en justitie doen er vervolgens 8 weken om een onderzoeksopdracht te formuleren. Het OM heeft de leiding, de politie moet volgen. Teamleider Ton van der Griendt stelt: Er is wel iets ingang gezet door jullie uitzendingen. Ik hoop dat wij elkaar kunnen versterken.'
Ondertussen gaat het nieuwe politie-onderzoek door. Het KRO-programma Brandpunt op zondagavond 19 november dat het nieuwe rechercheteam heeft voorgesteld een complete review van het vuurwerkramp onderzoek te doen. Op donderdag 23 november geeft de politieleiding samen met burgemeester Den Oudsten een persconferentie in het gemeentehuis. De verwachtingen zijn hooggespannen, maar de uitkomst is bedroevend.
Justitie torpedeert wens politieteam: er komt geen review vuurwerkramp
Er komt geen review, het ontstaan van het 1e vlammetje op het terrein is niet gevonden, de kroongetuige blijkt waardeloos en er wordt niet getwijfeld aan de lezing dat de broertjes de Jong het tekstbord pas om 16.00 uur zouden ophalen. Ook is er onvoldoende indicatie dat voorafgaand aan de 1e brand op het terrein van SE Fireworks vuurwerk is afgestoken, ondanks 80 verklaringen van omwonenden. Ook leveren de brandweerverklaringen van het eerste uur, kort na de ramp geen enkel vraagteken op. Wel komt er nader onderzoek naar de aangetroffen sporen op het rode sportbroekje van Andre de Vries.
Kortom: de vuurwerkramp wordt opnieuw een doofpotdossier, hoewel in 2012 nog één onderzoek wordt gedaan. De kroongetuige is afgeserveerd. Iedereen moet weer geloven dat Enschedeër Andre de Vries de vuurwerkramp in 2000 heeft veroorzaakt en niemand anders.
Binnenkort meer over het laatste politie-onderzoek Daslook uit 2012 over de twijfels over de vuurwerksporen in het rode sportbroekje van André de Vries en nog meer onbekende details uit dit doofpotonderzoek.
https://www.linkedin.com/pulse/het-stille-verdriet-van-klokkenluider-vuurwerkramp-7-rob-vorkink/?published=t
Het stille verdriet van klokkenluider vuurwerkramp, doofpotdossier 7
Gepubliceerd op 27 juni 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Rijssenaar Jan Paalman verricht tegenwoordig schilder-werkzaamheden of helpt familie en vrienden bij klusjes. Hij kan niet anders. Murw gebukt door het bureaucratische systeem dat overheid heet. Zijn integriteit heeft Paalman z'n baan als rechercheur gekost, net als z'n kompaan Charl de Roy van Zuijdewijn. Dat was 18 jaar geleden wel anders. Toen vormde het duo het koningskoppel van het Tolteam, het rechercheteam dat de vuurwerkramp in Enschede onderzocht. Twee vragen moesten worden beantwoord. Wat is hier gebeurd en wie is hiervoor verantwoordelijk?
Terug naar zondag 14 mei 2000, de start van het grootste na-oorlogse rechercheonderzoek
Het rechercheduo is zondagmorgen 14 mei al vanaf 07.00 uur in touw op het hoofdbureau van politie in Enschede. Terwijl de wijk Roombeek nog brandt door de immense vuurwerkexplosies, proberen de twee contact te krijgen met de directie van SE Fireworks, het bedrijf waar de explosies plaatshadden, zaterdagmiddag 13 mei 2000 rond half vier 's middags. Als eerste spreken zij die zondagmiddag Mark Smallenbroek, de zoon van de vorige eigenaar van SEF en grondlegger: Harm Smallenbroek. Die zit dan nog voor een korte vakantie op Malta. Mark vertelt dat z'n vader overhoop ligt met de huidige directie: Rudy Bakker en Willy Pater. Er is ruzie over eigendomsrecht. De verhoudingen staan dus zwaar onder druk. Ligt daar de kiem voor het ontstaan van de brand en later de ramp?
Voor die conclusie is het veel te vroeg. Zondagavond 14 mei krijgen Paalman en de Roy van Zuidewijn een fax van de advocaat van de Fireworks-directie. Er staan nogal wat eisen in. Bakker en Pater willen geen contact met de politie, geen aandacht in de media en onderzoek door een politieteam buiten de regio om onafhankelijk optreden te garanderen. 's middags heeft het koppel al telefonisch contact gehad met de vrouw van Bakker. Paalman en de Roy melden dat Bakker en Pater zich zo snel mogelijk moeten melden bij de politie. Dat gebeurt vooralsnog niet.
Van Koningskoppel van het Tolteam tot paria van de politie
Pater en z'n vrouw zijn zaterdagnacht ondergebracht bij familie in Limburg om de media te ontwijken, Bakker ligt in een ziekenhuis in Gronau. Een week later melden achteréénvolgens Pater en Bakker zich op het politiebureau in Hengelo. Beiden worden in hechtenis genomen. Paalman en de Roy zullen Bakker gaan verhoren. In de eerste gesprekken is Bakker gespannen en emotioneel. Hij is enorm wantrouwig, maar toont ook vastberadenheid. Hij wil weten wat er op z'n bedrijf gebeurd is. Hij is samen met z'n raadsman Peter Plasman coöperatief aan het rechercheonderzoek en vertelt alles wat de rechercheurs willen weten. De proceshouding van Willy Pater is anders. Die krijgt van z'n advocaat instructies om zo weinig mogelijk te verklaren.
Mondjesmaat krijgen Paalman en de Roy van Zuijdewijn een beeld van de rol van de directie, personeel en klusjesman van SE Fireworks. De eerste weken en maanden zijn ruim honderd rechercheurs bij het Tolteam betrokken en zij trekken duizenden tips na. Ook worden personeelsleden, free-lancers, getuigen, buurtbewoners en anderen gehoord. Voor de Tolteamleiding is de aansturing van het politieteam een loodzware klus. Ook zit er flinke politieke druk op om de ramp op te lossen. Van regeringswege is een onderzoekscommissie onder leiding van Marten Oosting aan het werk gegaan.
Rol klusjesman onvoldoende onder de loep genomen
Fireworks-directeur Bakker verklaart vrij snel dat klusjesman Kloppenborg zaterdagmiddag rond 13.45 uur spontaan bij Bakker voor de deur staat. Hij wil melden een waterspuit te hebben geleend en zegt dan iets opmerkelijks: 'Ik wil niet dat je straks denkt, wat ik op die zaterdag bij het bedrijf daar deed'. Bakker zien er nog geen kwaad in, maar Paalman en de Roy worden argwanend. Zij vinden dat de klusjesman nu snel moet worden gehoord. Deze Kloppenborg is halsoverkop naar familie in Groningen vertrokken. Z'n vrouw zal later verklaren dat haar man zich na de ramp zich vreemd gedroeg. Dat deed ook één van de broers die het tekstbordje die zaterdagmiddag zou ophalen bij het bedrijf, weten collega's van hem te melden aan de politie. Ook komen tips binnen van medewerkers van revalidatiecentrum 't Roessingh die verklaren een gewonde Willy Pater en z'n vrouw Marion te hebben behandeld en dat dit echtpaar hen had verteld dat zij op het bedrijf aan het werk waren geweest toen de boel ontplofte.
Directeur Bakker zegt tegen de rechercheurs ook dat hij een dag voor de ramp een tekstbord met vuurwerk heeft gemaakt op verzoek van één van z'n free-lance medewerkers uit Glanerbrug. Z'n buurman Henk geeft zaterdagavond 13 mei een feestje omdat hij 70 jaar is geworden. Bakker maakt het tekstbord met ijsfonteintjes op vrijdag 12 mei klaar. De free-lancer zal het bordje zaterdag 13 mei om 16.00 uur ophalen bij SE Fireworks.
Paalman en de Roy: dadergroep zit onder directie en personeel
Collega's van Paalman en de Roy horen betrokkenen over dit verhaal. Free-lance-medewerker Andre de Jong weigert te verklaren, z'n broer Marco eveneens. De recherche weet inmiddels dat de groep rond mede-directeur Pater vrijdagavond bijeen is geweest voor een vervroegd verjaardagsfeest voor Willy. Allen verklaren in 2000 dat er die avond met GEEN WOORD over SE Fireworks is gesproken, 10 jaar later zal de kroongetuige van de vuurwerkramp daarover anders verklaren (zie deel 6).
Paalman en de Roy krijgen steeds meer de overtuiging dat de dadergroep onder de directie en personeel moet worden gezocht: de zogeheten Glanerbrugger connectie. Tijdens bijpraat-sessies in het team brengen zij hun bevindingen naar voren. Na enkele maanden heeft het duo nadrukkelijk klusjesman Kloppenborg in het vizier die leugenachtige verklaringen heeft afgelegd. In hun optiek heeft het tekstbord met vuurwerk ook een cruciale rol gespeeld. Zij willen die zaken verder uitzoeken.
Paalman en de Roy houden de teamleiding voor dat het vuurwerk dat voorafgaande aan de eerste brand op het terrein is afgestoken uit verschillende containers, boxen en bunkers afkomstig is. 80 omwonenden hebben daarover verklaringen afgelegd. Het vroege afsteken van vuurwerk brengt de sleutelhouders als mogelijke daders in beeld en dus directie en personeel van SE Fireworks. Er volgt een inventarisatie wie allemaal een sleutel hebben.
Aanvankelijk volgt de Tolteam-leiding de lezing van Paalman en de Roy van Zuijdewijn, maar dat verandert als begin oktober zich een getuige meldt die vlak voor de eerste brand een paniekerige man met een rode sportbroek ziet wegrennen vanaf de vuurwerkopslagplaats in de Tollenstraat naar de Roomweg. Er wordt een compositie-tekening gemaakt en zeker één Tolteam-rechercheur raakt in de ban van dit spoor. Het spoor van de onbekende brandstichter.
Paalman en de Roy zijn er niet van overtuigd en willen nader onderzoek doen naar de rol van de klusjesman. Dat wordt hen verboden door de teamleiding. Vanaf dat moment wordt Paalman argwanend en begint een dagboek bij te houden.
'Tolteam met brandstichter in de tunnel'
Vanaf het moment dat de Tolteamleiding een mogelijke brandstichter in beeld heeft, gaat het de tunnel is. Paalman en de Roy beginnen zich steeds meer te ergeren aan vreemde beslissingen en opdrachten. Zo wordt ontlastend bewijsmateriaal tegen de brandstichter achtergehouden. Als Paalman en de Roy in april 2001 klusjesman Kloppenborg indringend horen, gaat Kloppenborg beladen naar huis. Daar hangt afluisterapparatuur. Als Paalman enkele dagen later de geluidsopname opvraagt, krijgt hij te horen dat de apparatuur niet heeft gewerkt.
Paalman en de Roy komen steeds meer in aanvaring met de dagelijkse leiding van het rechercheteam. Zij aanschouwen hoe met onrechtmatige middelen en handelingen wordt geprobeerd het bewijs tegen de brandstichter Andre de Vries rond te krijgen. In mei 2002 is het duo er klaar mee. Zij zijn niet van plan om naar een brainstormdag van het team te gaan en schrijven een intern memo aan de kersverse politiebaas Piet Deelman waarin zij hun ongenoegen uiteenzetten.
Deze stap zal het begin zijn van de lijdensweg van Paalman en de Roy van Zuijdewijn bij de politie Twente. Als Andre de Vries augustus 2002 door de rechtbank in Almelo wordt veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf, lijkt de rol van het duo uitgespeeld. De rechercheurs gaan in hoger beroep getuigen op verzoek van de verdediging van Andre de Vries. Dat wordt de twee niet in dank afgenomen. De Vries wordt vrijgesproken, maar de positie van Paalman en de Roy van Zuijdewijn wordt er niet beter op.
Kritiek op organisatie is begin einde Paalman en de Roy bij de politie
In 2003 bevestigt een intern politieteam wat Paalman en de Roy van Zuijdewijn al dachten, namelijk dat het rechercheteam strafbare feiten heeft gepleegd en de rechtelijke macht heeft misleid. De rijksrecherche concludeert een jaar later dat dit niet gebeurd is, maar het RR onderzoek blijft geheim. Ondertussen krijgen Paalman en de Roy van Zuijdewijn ontslag aangezegd. Hoewel het duo zich verzet, is het ontslag onvermijdelijk.
Het duo gaat als particulier recherchebureau verder en probeert de losse eindjes van het Tolteam alsnog aan elkaar te knopen, want De Vries is vrijgesproken. Maar wie is er dan wel verantwoordelijk? Paalman zoekt de klusjesman op, maar die is niet gediend van het bezoek van de ex-Tolteam-rechercheur. Ook Willy Pater wil niets weten van Paalman. Het rechercheduo probeert ook te spreken met de brandweer, maar ook dat wordt afgehouden.
Als in 2010 justitie een nieuw onderzoek aankondigt gloort er bij Paalman en de Roy van Zuijdewijn weer hoop. De Roy is sceptisch, Paalman opgetogen. Toch zal Paalman uiteindelijk weer worden teleurgesteld. Het nieuwe onderzoek levert tot en met 2012 niets op. Het brengt Paalman tot de conclusie: 'de vuurwerkramp kan wel opgelost worden, maar dat mag gewoon niet. De ramp mag niet het gevolg zijn van een bedrijfsongeval, want dat kost de overheden miljarden aan schadeclaims.'
Terwijl hoofdrolspelers van destijds bij politie en justitie nieuwe banen hebben gekregen bij de politie of zelfs de rechtelijke macht, zit Paalman met een klein loontje thuis. Gestraft voor eerlijk, zo lijkt het wel. Hij wil eerherstel. Z'n gezin en dan met name z'n vrouw zijn het vechten tegen het systeem beu. Jan Paalman eigenlijk ook, Charl de Roy van Zuijdewijn is al eerder moedeloos afgehaakt, maar Paalman zwijgt niet tot dat hij in ere is hersteld. Vanaf 13 mei 2000 beheerst de vuurwerkramp zijn leven.
Misschien dat het definitieve vuurwerkkramprapport van Paul van Buitenen dat vorige week naar de Tweede Kamer ging, daarbij kan helpen.
Binnenkort in dit dossier aandacht voor de klopjacht op de vrijgesproken brandstichter Andre de Vries.
https://www.linkedin.com/pulse/vrijgesproken-brandstichter-sterft-verbitterd-na-deel-rob-vorkink/?published=t
(https://media.licdn.com/mpr/mpr/gcrc/dms/image/C4D12AQHiZtaE5LDpCQ/article-cover_image-shrink_720_1280/0?e=2129500800&v=beta&t=OJJErdnD-WxfbVgJT9HDHoTYJsYf3RjdY0ug5Ql6mLI)
Vrijgesproken brandstichter sterft verbitterd na vuurwerkramp, doofpotdossier deel 8
Gepubliceerd op 27 juni 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
'Wanneer jullie deze brief lezen, ben ik er niet meer'. Zo begint de afscheidsbrief die de terminaal zieke Enschedeër Andre de Vries samen heeft opgesteld met zijn begeleider Han Rongen. Het is begin juli 2013. 'Wanneer ik terugblik op mijn leven, kan ik nog steeds niet aanvaarden dat de onderste steen nooit is boven gekomen rond de vuurwerkramp. Mijns inziens worden mensen op hoog niveau gedekt door de Nederlandse overheid. Ik hoop dat diegenen die hun macht lijken te hebben misbruikt om zoveel onrecht in de beerput te stoppen ooit bestraft worden, want er kleeft veel bloed en verdriet aan hun handen. Aan mijn dierbaren, ajow en tot later'.
De laatste woorden van de 46-jarige Andre de Vries die sterft aan de gevolgen van darmkanker. Hij ligt de laatste weken van z'n leven in een hospice in Hengelo. Sociaal werker Han Rongen is z'n enige steun en toeverlaat. Oud-rechercheur Jan Paalman van het Tolteam zoekt hem samen met mij nog enkele keren op. Uiteindelijk vindt hij verbitterd en eenzaam de vroege dood.
Andre de Vries was een pathologische leugenaar en fantast
Andre de Vries, in 1967 geboren in Almelo en later woonachtig aan de Piksenbrink in Enschede, is zeker geen doorsnee burger. Gek van het spelletje darts, maar ook moeilijk in de omgang op school en belandend in de wereld van drank en drugs in het lokale circuit. Klasgenoten herinneren hem als een pathologische leugenaar en fantast. Hij is na de dood van z'n moeder dat hem erg aangreep, gebrouilleerd met z'n vader die met een camper door Europa toert. Ook is er nauwelijks contact met z'n broer Bert en schoonzus Anja.
De Vries zal begin 2001 ongewild uitgroeien tot een bekende Nederlander. Op het netvlies staat de reactie van hem nadat rechters hem tot 15 jaar gevangenisstraf veroordelen voor brandstichting bij SE Fireworks waarvan de vuurwerkramp het gevolg is. 'Ik heb het nit doan, jong's help mie toch'. De Vries wordt met moeite in bedwang gehouden door parketwachters en parketpolitie van de rechtbank in Almelo,
Tot op de dag van vandaag, anno 2018, is een deel van de voormalige leiding van het rechercheteam dat de ramp ervan overtuigd dat De Vries verantwoordelijk is geweest voor de brandstichting op het terrein. Dat is opmerkelijk omdat De Vries in hoger beroep is vrijgesproken. Oud-rechercheur en Tolteam-leider Hans Kamperman zegt in de regionale krant TC Tubantia: 'Andre heeft een geheim meegenomen in z'n graf. Hij heeft nooit kunnen verklaren waarom er vuurwerksporen van het rampterrein in z'n sportbroekje zat.'
In onderstaand relaas wordt onder meer duidelijk dat van bovenstaande uitspraak van Kamperman niets overblijft.
Opsporingstraject richting Andre de Vries uiterst dubieus
Het opsporing-en recherchetraject door het Tolteam rond Enschedeër André de Vries is vanaf het begin een dossier vol mysteries, dubieuze recherchetechnieken en onrechtmatige handelingen door drie speurneuzen van het rechercheteam dat de ramp onderzoekt. De kritische rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn kijken in het rechercheteam op afstand toe en zien ook de nodige merkwaardigheden in het dossier tegen de Vries.
De start van het recherchetraject tegen de Vries doet de wenkbrauwen al fronzen. Op 6 oktober 2000 tipt een voormalig rechter-commissaris officier van Justitie Stam die het ramponderzoek leidt dat ene Benny van Klingeren die beweert dat ene Andre betrokken is bij de ramp.
Diezelfde dag legt een ooggetuige op de rampdag een verklaring af bij het Tolteam. Zij heeft een paniekerige man zien wegrennen voor de eerste brand op het rampterrein vanuit de Tollenstraat richting de Roomweg. Het signalement: Blond krullend haar, een wit T-shirt, een rode sportbroek en blauwe badslippers. Enkele dagen na haar verklaring wordt op basis van haar signalement een compositietekening gemaakt.
Op 18 oktober 2000 blijken drie rechercheurs van het Tolteam in het geniep bezig met ene Andre de Vries en een rood sportbroekje. De informatie die deze drie verzamelen is niet door andere Tolteam-rechercheurs te zien, wel door de Tolteamleiding. De registratie van informatie is in separaat en afgeschermd journaal. Het traject wordt afgeschermd doordat Andre de Vries door de recherche al gezien wordt als verdachte waardoor ruimere opsporingsbevoegdheden mogelijk zijn zoals taps, verzamelen historische financiële gegevens etc. Officieel houdt de rechercheleiding vol dat Andre de Vries in oktober en november nog een getuige is. Met deze stap begeeft de politieleiding zich al op glad ijs. (Het latere interne politieteam dat vanaf 2003 onderzoek doet naar strafbare feiten ontdekt dit geheime traject pas na een zoektocht in ruim 25.000 bestanden aangetroffen. Dit traject is niet opgenomen in het officiele journaal van het Tolteam.)
Geheim traject richting De Vries, onrechtmatig
Op 20 oktober 2000 meldt Benny van Klingeren zich op het politiebureau om Andre de Vries aan te wijzen als verdachte. Historisch chronologisch vreemd, want rechercheurs zijn dan al 2 dagen bezig met De Vries. Op 31 oktober 2000 wordt het opsporingstraject tegen De Vries pas officieel opgenomen in het Tolteam-journaal én dat terwijl er in het geheim al een opsporingstraject loopt tegen de Enschedeër. Hierdoor kan worden verhuld dat het Tolteam onrechtmatig gebruik maakt van opsporingsbevoegdheden. Een opdracht van officier van justitie bevestigt de geheime operatie. Hij vraagt het rechercheteam in 2001 alle afgeluisterde gesprekken uit 2000 te vernietigen. Een opdracht die volgens de wet niet is toegestaan. De afgeluisterde gesprekken van Andre de Vries in 2000 mochten niet aan het licht komen, omdat de Enschedeer dus officieel nog een getuige was. Advocaten zouden bij ontdekking gehakt hebben gemaakt van de handelswijze van het OM.
Op 31 oktober 2000 vraagt een rechercheur aan de rechercheleider van een politieteam dat zich bezighoudt met een serie brandstichtingen of hij de kleding kan krijgen van Andre de Vries. De rechercheur had zich ingelezen in de documentatie en ontdekt dat de Enschedeeer een maand na de vuurwerkramp een mislukte poging had gedaan om z'n auto in brand te steken. Uit het proces-verbaal dat na deze brandstichting was opgemaakt zag de rechercheur dat De Vries een rode sportbroek had gedragen. Het bloed van de rechercheur begint sneller te stromen. De rechercheur overhandigt de getuigenverklaring van de vrouw die in het rampgebied een paniekerige man zag wegrennen met ook een rode sportbroek.
De teamleider van de serie brandstichtingen vraagt de Tolteam-rechercheur 's middags terug te komen. Die middag overhandigt hij aan de Tolteam-rechercheur een plastic tas met daarin een rode sportbroek, een wit T-shirt en blauwe badslippers. Exact zoals de getuige had beschreven.
Twee rode sportbroekjes van Andre de Vries
Triomfantelijk gaat de rechercheur terug naar zijn team en roept: 'Bingo, we hebben hem. De brandstichter van de vuurwerkramp en showt het rode sportbroekje. Dat doet hij met z'n blote handen. Voor forensische onderzoekers al een doodzonde. Het broekje gaat van hand tot hand in de koffiekamer. Op 1 november wordt het broekje tijdens een brainstormsessie van het Tolteam opnieuw uit de verpakking gehaald en gaat van hand tot hand.
De rechercheur die het broekje heeft opgehaald neemt de kleding in een koffer in z'n auto mee naar huis, ook geen gebruikelijke stap. Naar eigen zeggen doet de man dat om te voorkomen dat er gerotzooid wordt met de kleding. Man lijkt wel erg wantrouwend naar z'n collega's. Omdat de rechercheur enkele dagen vrij is komt het broekje pas op 6 november weer op het politiebureau terecht en wordt overgedragen aan de technische recherche. Die moet de kleding doorsturen voor onderzoek naar het Nederlands Forensisch Instituut.
Dan volgen de ontwikkelingen zich op die voor het rechercheteam een uiterst amateuristisch karakter krijgt. Het hoofdbureau lijkt wel een versie van de chaotische komedie: 'Falwty Towers' in de jaren '70 uit Engeland met de knotsgekke hoteleigenaar Basil Fawlt gespeeld door John Cleese in de hoofdrol.
De technisch rechercheur die de kleding van De Vries veiligstelde na de mislukte brandstichting, vindt deze kleding terug als hij z'n kast opruimt begin november 2000 omdat hij een nieuwe baan heeft. Hij draagt de kleding over aan het Tolteam, maar dat heeft nu een acuut probleem. De kleding van De Vries was er immers al. Huh? Twee rode sportbroekjes?
Maar wat is dan de goeie? Het wordt voor het rechercheteam nog pijnlijker. Wat blijkt: de kleding van De Vries bestaat uit een grijs gestreept T-shirt, een rode sportbroek, een paar witte sokken en grijze sportschoenen. Deze samenstelling wijkt af van de kleding van De Vries die al naar het NFI is gestuurd, namelijk een rood sportbroekje, wit T-shirt en blauwe slippers.
Net als het geheime opsporingstraject naar de Vries moet ook dit geklungel binnenskamers blijven. ( Het interne politieteam dat in 2003 onderzoek doet naar het Tolteam, ontdekt ook dit gesjoemel)
Tunnelvisie Tolteam: Andre de Vries is de brandstichter
Het wordt steeds duidelijker dat André de Vries hoe dan ook de man moet worden die de vuurwerkramp heeft veroorzaakt. Rechercheurs zoeken De Vries thuis op, maar vertellen niet dat zij hem als verdachte zien, maar als getuige. De agenten nemen een GSM-hoesje mee en onderzoek maakt duidelijk dat met het toestel dat niet aanwezig is, op 13 mei 's middags vanuit het rampgebied is gebeld. Verder worden geen sporen aangetroffen in de woning. De twee rechercheurs die het onderzoek doen op De Vries raken steeds meer overtuigd van de betrokkenheid van De Vries bij de ramp die beweert die zaterdagmiddag op het Rutbeek te zijn geweest.
De Vries wordt pas echt een sterke verdachte als het NFI 19 januari 2001 de uitslag doorbelt aan het Tolteam. Op het rode sportbroekje zijn, zij het minuscuul, vuurwerksporen gevonden van het rampterrein. De sporen bevatten zwart buskruit en lanceer sporen. Een vette bingo en match.
In alle vroegte wordt De Vries op 26 januari gearresteerd op verdenking van de vuuwerkramp. Hij ontkent in alle toonaarden, maar het Tolteam zegt wettig en overtuigend bewijs te hebben van zijn betrokkenheid. De mobiele telefoon en het rode sportbroekje.
Wat de Vries niet weet is dat het team beschikt over 2 rode sportbroekjes. Welke is nu bekeken door het NFI? Officier van Justitie beschikt nu over belangrijke informatie om De Vries langer in voorarrest te kunnen houden.
De Vries zit vanaf eind januari vast in de cel. In april blijkt uit een verslag van misdaadanalist Jurgen Kuckler van het Tolteam dat de mobiele telefoon ten tijde van de ramp niet meer in het bezit was van De Vries. De Tolteam-leiding houdt dit verslag achter. Paalman en de Roy van Zuijdewijn maken bezwaar, maar het ontlastende bewijs wordt niet aan de rechter voorgelegd. Sterker nog: Tolteamleider Kamperman vraagt de misdaadanalist om z'n verslag te anti-dateren. Niet opgemaakt in april, maar in augustus 2001. Kuckler weigert deze dienstopdracht, want anti-dateren is strafbaar. Het is ook de periode dat Stam wil dat alle opgenomen gesprekken uit 2000 worden vernietigd. Dat wordt ook door Kuckler geweigerd die nu de integriteit van officier van justitie Stam in twijfel trekt. Omdat uiteindelijk onder zware druk de vernietiging niet doorgaat, oordeelt de rijksrecherche in 2004 dat er niets verkeerds is gebeurd.
Ontlastend bewijs tegen De Vries wordt achtergehouden
De Vries blijft vastzitten. In 80 verhoren door verschillende verhoorkoppels blijft hij ontkennen ook maar iets met de ramp te maken te hebben. Er worden verschillende tactieken op losgelaten, maar De Vries bekent niets. Wel komt hij met vreemde verklaringen. Zo zou hij op weg naar het Rutbeek een lift hebben gehad van een naakte blondine in een gele Ferrari. De Vries belast overigens ook zichzelf. Hij probeert in z'n vriendenkring een alibi te creëren. De politie ontdekt dat en ziet dat als extra aanwijzing.
Toch is het Tolteam er niet gerust op en zet een heel zwaar opsporingsmiddel in: een infiltrant. Die wordt geplaatst op de afdeling van de gevangenis in Maastricht waar De Vries dan vastzit. Volgens de infiltrant legt De Vries tegen hem een belastende verklaring af. 'Ik heb het gedaan, maar blijf volhouden dat dit niet zo is.' Voor het Tolteam is de verklaring cruciaal, maar omdat De Vries bekent staat als een fantast wordt later aan die uitlatingen weinig waarde gehecht.
Terug naar het sportbroekje vol sporen. Gek genoeg gebruikt officier van justitie niet het complete onderzoek van het NFI. Dat schrijft namelijk dat ook in het T-shirt, de sokken en schoenen vuurwerksporen zitten. Dat gegeven zou de rechters helemaal moeten overtuigen.
Officier van justitie Stam doet er niets mee.
Dat er vuurwerksporen uit het rampgebied op de kleding van De Vries zijn gevonden, maakt hem desondanks een sterke verdachte. Toch niet zegt de technisch rechercheur die de daadwerkelijke kleding een maand na de vuurwerkramp veilig stelde bij de mislukte brand in z'n eigen auto. Deze rechercheur die nooit gehoord is door de rijksrecherche zegt daarover het volgende:
Andre de Vries kan de ramp niet hebben veroorzaakt.
a) de sporen in z'n broekje zowel trek als ladingsporen brengen hem op minder dan 100 meter van de verwoestende explosies. De Vries zou dat nooit hebben overleefd.
b) de Vries zou zes weken na de ramp exact dezelfde kleding hebben gedragen als tijdens de explosies. Hij moet die kleding dan niet hebben gewassen, wat zou kunnen. Maar na de ramp heeft het geregeld geregend. De sporen waren dan weggevaagd en in z'n auto is geen enkel spoor van het rampterrein aangetroffen.
c) Dat er toch vuurwerksporen in z'n kleding zijn gevonden is volstrekt verklaarbaar. Vrijwel elke politieauto is vanaf de ramp in het rampgebied en het terrein geweest. Die auto's zaten vol met minuscule sporen van het rampterrein, en dus ook de kleding van de Vries.
De Tolteamleiding heeft hiervan nooit notie genomen en de omissies verzwegen. Zelfs de toenmalige Twentse korpschef Deelman geeft jaren later in een telefonisch onderhoud met Jan Paalman toe dat het traject met de sportbroekjes niet goed is gegaan, nota bene het hardste bewijsmateriaal.
De Vries was inderdaad een warhoofd en een fantast, maar de opsporingsinstanties hebben altijd gedacht een gek van de straat te hebben gehaald die op enig moment toch wel gaat bekennen. Dat is niet gebeurd. Met name dankzij de inspanningen van Paalman en de Roy van Zuijdewijn. En het relaas van de gepensioneerde ex-Tolteamleider Hans Kamperman dat De Vries een geheim heeft meegenomen in z'n graf, kan definitief de prullenbak in.
Binnenkort meer details uit het immense vuurwerkrampdossier
https://www.linkedin.com/pulse/de-dubieuze-rol-van-klusjesman-vuurwerkramp-9-rob-vorkink/?published=t
De dubieuze rol van de klusjesman in de vuurwerkramp, doofpotdossier 9
Gepubliceerd op 28 juni 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Het is hoogzomer, augustus 2000. Het Tolteam is drukdoende om twee cruciale vragen beantwoord te krijgen. Wat is er gebeurd waardoor de vuurwerkramp in Enschede is ontstaan en wie is daarvoor verantwoordelijk. Er komt een tip binnen van de CID. 'De klusjesman van SE Fireworks: Hennie Kloppenborg, weet van de hoed en de rand over de vuurwerkramp'. Er gaan geen alarmbellen af bij de Tolteam-leiding. Het bericht blijft enige tijd liggen. Rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn zijn er in die tijd al wel overtuigd van mogelijke betrokkenheid van het manusje-van-alles van de vuurwerkopslagplaats.
CID informatie: 'De klusjesman weet van de hoed en de rand van de ramp'
Op zaterdag 20 mei 2000 wordt Kloppenborg voor het eerst door de recherche gehoord. Het is een week na de ramp. Het politieverhoor is in Groningen, want de klusjesman is op woensdag 17 mei gevlucht naar zijn familie in het hoge Noorden.
De kleine gedrongen Enschedeër is dan 57 jaar en van beroep bouwvakker, maar is al op 30-jarige leeftijd afgekeurd. Hij heeft een WAO-uitkering en werkt tot medio 1998 bij Veneman Dumphandel aan de Oldenzaalsestraat als hij op staande voet wordt ontslagen wegens verduistering van een opblaasbaar zwembad. Hij verzwijgt tijdens z'n 1e verhoor dat hij in aanraking is geweest met justitie. Als het Tolteam weet krijgt dat hij er toch is geweest zegt hij: 'Ik heb dit niet gezegd omdat ik niet kon overzien wat het effect zou zijn. Ik vreesde dat ik de schuld van de brand zou krijgen. Ik heb mijn auto voor de poort gezet. Het was toen 11.30 uur. Dat is merkwaardig. Waarom zou hij de schuld van een brand krijgen die pas drie - en een half uur later uitbreekt? En wat deed Kloppenborg op het bedrijf en wat heeft hij gezien?
Hij zegt daarover in z'n 2e verhoor: 'Ik ben rechtstreeks naar de opslagloods gegaan, want ik had een waterspuit nodig voor de tuin van m'n woning.Ik heb de deur achter mij dicht getrokken. Deze deur valt automatisch in het slot. Verder heb ik niets gezien.' Uit verklaringen van getuigen, blijkt het tijdstip van 11.30 uur niet te kloppen. Kloppenborg beweert zelf in één van de volgende verhoren dat hij na het bedrijfsbezoek naar Fireworks-directeur Bakker te zijn gereden om te melden dat hij de spuit had geleend. Maar dat bezoek is tussen 13.45 uur en 14.00 uur, een uur later zal de brand uitbreken bij de opslagplaats. Maar waarom liegt Kloppenborg over het tijdstip? Het Tolteam komt 21 juni 2000 tijdens een brainstormsessie tot de conclusie dat het verhaal van de klusjesman van geen kant klopt. Hij verklaart leugenachtig over z'n aanwezigheid op het terrein, hij verklaart z'n belgedrag niet en zegt later tegen collega's die hem nauwelijks begroet hebben: 'Er is niet gewerkt, er is niet gewerkt, er is niet gewerkt.' In vervolgverhoren biecht de klusjesman op dat hij toch later in de middag bij SE Fireworks is geweest, als hij met andere getuigenverklaringen wordt geconfronteerd.
De klusjesman legt leugenachtige verklaringen af
De recherche denkt dat Kloppenborg naar Bakker is gereden om te checken of hij thuis was en dat er iets stond te gebeuren op het opslagterrein van SEF. Maar wat dan? Vaststaat dat Kloppenborg twee dagen voor de ramp in alle vroegte meerdere containers vult met een vuurwerktransport uit Denemarken, waarvan SEF-directeur Bakker geen weet had. Andere free-lance-medewerkers stellen later tegenover de politie Kloppenborg te hebben geholpen bij dat mysterieuze transport. Later blijkt dat Marion Schippers, de vrouw van Willy, het Deense transport had besteld, maar waarom werd Bakker hier buiten gehouden? Het Tolteam heeft dit spoor niet uitputtend gerechercheerd.
In het najaar van 2000 wordt door het Tolteam gevraagd aan het OM om onder andere Kloppenborg te mogen afluisteren in z'n woning. Nog steeds zijn de verklaringen van Kloppenborg warrig. De recherche denkt dat Kloppenborg bij Fireworks is geweest, daarn wilde checken of Bakker thuis was en daarna weer naar SE Fireworks gereden in de wetenschap dat de kust veilig was omdat Bakker gewoon in z'n woning aanwezig is. Welk geheim draagt de klusjesman met zich mee?
Deens spooktransport van vuurwerk, twee dagen voor de ramp
Twee dagen voor de ramp, lost hij een Deens spooktransport van vuurwerk en op de rampdag is hij meerdere keren op het SEF terrein voor de eerste brand. Heeft hij een afspraak? Met wie? Eerder bleek al via de kroongetuige van de ramp dat Willy en Marion zaterdagmorgen naar de zaak zijn geweest. Dat Marion administratie moest ophalen en Willy nog extra vuurwerk moest bevestigen aan een tekstbordje: Henk 70, met als aanvulling 'tevens 25 jaar getrouwd'. Het lijkt er sterk op dat Kloppenborg als nieuwsgierig aagje erop uit werd gestuurd om te achterhalen waar mede-directeur Bakker uithing. Bakker had immers om 16.00 uur een afspraak op het bedrijf om het tekstbordje aan de broertjes de Jong te overhandigen voor het feest van hun buurman.
Rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn raken steeds meer overtuigd van de betrokkenheid van Kloppenborg bij de ramp. De afluisterapparatuur wordt in het huis van Kloppenborg geplaatst.
Vanaf begin oktober 2000, krijgt Kloppenborg onverwachts hulp, nota bene vanuit de Tolteamleiding zelf. In het geheim is een opsporingstraject gezet op een mogelijke brandstichter en focust het Tolteam zich daar volledig op. Kloppenborg wordt nog we gehoord, maar uitgerekend door een leidinggevende van het Tolteam die de klusjesman kent van voetbalclub Sparta Enschede. Het gevolg is dat Kloppenborg woorden in de mond worden gelegd die hem ontlasten. Als de klusjesman op enig moment verteld dat hij niet kan zeggen wat er in één van de containers zit omdat hij anders wordt vermoord. Dat klinkt vreemd, maar de leidinggevende Tolteam-baas gaat hier niet op in.
Er zijn aanwijzingen dat het team de aandacht moet verplaatsen van personeel en een bedrijfsongeval en dat sprake moet zijn van brandstichting. Zo blijft de overheid gevrijwaard van miljardenschade-claims.
Afluisterapparatuur in woning Kloppenborg heeft niet gewerkt, zegt Tolteam
Terwijl het Tolteam eind januari een verdachte aanhoudt voor brandstichting bij SE Fireworks, blijven Paalman en de Roy van Zuijdewijn nog rechercheren op Kloppenborg. Hij wordt op zaterdagmorgen 28 april ontboden op het politiebureau en hij wordt sterk aan de tand gevoeld. De klusjesman gaat beladen naar huis. De woning hangt vol afluisterapparatuur. Kloppenborg moet die zaterdagmiddag z'n hart hebben gelucht tegen z'n vrouw en dochter. Als rechercheur Paalman drie dagen later vraagt naar de geluidsopname van zaterdag, krijgt de Rijssense rechercheur van z'n teambaas dat de opname-apparatuur niet heeft gewerkt die zaterdag. Paalman kan het niet geloven en belt zelf met de KLPD waar de geluidsbanden lopen. Daar krijgt hij te horen dat de apparatuur die zaterdag gewoon heeft gewerkt. Maar waar is dan die opname? En waarom mag niet bekend worden welke informatie daar op staat. Als Paalman z'n beklag doet bij de teamleiding, krijgt hij letterlijk te horen. ' Paalman, ik word ziek over je gedram over Kloppenborg. Die is uitgehoord en leeg. Basta.'
Vrouw Kloppenborg: 'Wij komen nog wel een keer naar buiten'
Schrijver Simon Vuijk die een aantal boeken over de vuurwerkramp publiceerde, ( 'Op zoek naar de waarheid van de vuurwerkramp' in 2004 en 'De waarheid achter de vuurwerkramp' in 2010' zoekt in februari 2002 de vrouw van Hennie Kloppenborg op. Zij zegt tegen hem: 'We komen wel een keer naar buiten als dit allemaal achter de rug is., dan moet je eens horen wat wij dan naar buiten brengen, nog heel veel'. Bij een tweede bezoek van Vuijk aan de familie Kloppenborg, zwijgt het paar als het graf.
Hoewel de Tolteam-leiding in 2003 na de vrijspraak van brandstichter Andre de Vries het Hof belooft om het onderzoek onder meer weer op het personeel en dus Kloppenborg te richten, gebeurt dat niet.
Op zaterdag 1 mei 2010 gaan cameraman Frans Strikker en ik naar camping de Buytenplaats in het Enschedese buitengebied. We weten dat de klusjesman hier een sta-caravan bezit. Via de achterzijde lopen wij het terrein op en zien Kloppenborg zitten. Hij komt naar buiten en vraagt wat wij willen. Als ik hem wat vragen wil voorleggen, sommeert hij mij en Frans te vertrekken. Als wij dat vooralsnog niet van plan zijn, pakt Kloppenborg een knuppel en wil mij te lijf gaan. Frans en ik slaan op de vlucht. We hebben het incident gefilmd met een verborgen camera en uitgezonden in één van onze afleveringen over de vuurwerkramp in mei 2010. Samen met Jan Paalman bracht ik ook een bezoek aan de timmerwerkplaats waar Willly Pater aan het werk is. Hij heeft een zwarte zonnebril op, maar weigert ons te woord te staan en verzoekt ons te vertrekken.
Aangifte poging tot doodslag/zware mishandeling
Enkele dagen later doen Frans en ik aangifte van poging tot doodslag/mishandeling en Kloppenborg aangifte van huisvrede-breuk. Justitie streept uiteindelijk de aangiftes tegen elkaar weg. In ons geval meldt het OM dat er geen sprake is geweest van een strafbare bedreiging. Dat voelt vreemd aan. Als Kloppenborg mij geraakt had op m'n hoofd, had dit zo maar kunnen leiden tot een ernstige hoofdwond.
De klusjesman stapt enkele maanden later naar de Raad voor de Journalistiek. Die neemt de klacht in behandeling. Die klacht van Kloppenborg wordt deels gegrond verklaard. Volgens de Raad had het uitzenden van de woedende Kloppenborg geen journalistieke meerwaarde.
Het relaas en de rol van de klusjesman is uitgebreid beschreven in het vuurwerkramprapport van ex-Europarlementariër Paul van Buitenen dat vorige week verscheen. Dat rapport is (nog) niet te vinden op internet.
https://www.linkedin.com/pulse/waar-zijn-de-fotos-van-kuifje-tijdens-vuurwerkramp-10-rob-vorkink/?published=t
Waar zijn de foto's van Kuifje tijdens de vuurwerkramp, doofpotonderzoek 10
Gepubliceerd op 28 juni 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Marcel van Nieuwenhoven. Een cameraman met journalistieke aspiraties. Een neus voor calamiteiten. Een journalist die vaak de grenzen opzocht en er geregeld overheen ging, met gevaar voor lijf en leden. Een ramptoerist met een camera op z'n nek. Ook een man die het gevaar niet uit de weg ging. Hij was op het terrein van SE Fireworks waar de vuurwerkramp zich voltrok. Hij maakte meer dan 500 foto's, maar moest z'n werkzaamheden met de dood bekopen. Echt triest. Maar wat is er met hem gebeurd?
Marcel van Nieuwenhoven krijgt een melding op zaterdag 13 mei 2000 dat er een brand is aan de Tollenstraat in Enschede, Vanuit Haaksbergen rijdt hij er naar toe in z'n grijze opel ascona. Hij is rond 15.20 uur op het terrein en maakt veel foto's. Zowel aan de voor-als achterkant van het terrein.
Als rond half 4 de eerste knal komt, vlucht hij in de bedrijfswoning naar boven. na de 2e knal, de voorlaatste explosie, wordt hij de trap afgeblazen naar de uitgang bij de Tollenstraat. Brandweerlieden Konhuurne en Van der Molen zien dat en nemen Kuifje in de arm om hem weg te slepen. Dat lukt gedeeltelijk. Er volgt een alles verwoestende klap. Konhuurne overleeft. Hans van der Molen en Kuifje niet.
Volgens het Rampen Identificatieteam is Marcel van Nieuwenhoven onder meer geidentificeerd aan de hand van een fotocamera. Maar deze is zoek. Waarom? Staat daar belangrijke informatie op? Familie van Marcel heeft alleen een band teruggekregen waaraan de camera hing. Verder niet. Er zijn meer vragen rondom de identificaties. Zeker is dat het allemaal snel moest gebeuren. Zijn hier fouten gemaakt? Het lijkt er wel op.
https://rudibakker.nl/camera
https://www.linkedin.com/pulse/notities-van-dissidente-rechercheurs-vuurwerkramp-11-rob-vorkink/?published=t
Notities van dissidente rechercheurs vuurwerkramp, doofpotdossier 11
Gepubliceerd op 29 juni 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Eerder deze week schreef ik over het stille verdriet van klokkenluider Jan Paalman, oud-rechercheur van de vuurwerkramp in Enschede. Tot 2012 had hij in plaatsgenoot Charl de Roy van Zuijdewijn een trouwe bondgenoot, maar die kon een vervolg van de strijd tegen machtige politie-en justitiekrachten in dit immense doofpotdossier niet langer aan. Jan Paalman heeft vanaf het begin van zijn werkzaamheden voor het Tolteam een dagboek bij gehouden. Hij heeft het mij gegeven om de vreemde gang van zaken binnen het grootste naoorlogse politieonderzoek nog beter in kaart te brengen....
Het relaas begint met een interne memo voor de net aangetreden Twentse korpschef Piet Deelman. Paalman en de Roy van Zuijdewijn doen in mei 2002 hun beklag over de gang van zaken binnen het Tolteam, het politieteam dat de vuurwerkramp heeft onderzocht. Uit onvrede over sommige opsporingshandelingen en een vermeende tunnelvisie, weigert het koppel aanwezig te zijn bij een reguliere brainstormsessie in cafe Sprakel.
'Deze bijeenkomst stuiten mij en Charl tegen de borst'
Jan Paalman schrijft: 'Deze bijeenkomst stuiten Charl en mij tegen de borst, een evaluatie van een onderzoek waarin na mei 2001 tot mei 2002 alleen maar is gezocht naar daderwetenschap van Andre de Vries en inhoudelijk verder niets. Uiteraard leverde dit niets op, domweg omdat Andre het gewoon niet gedaan heeft. We hebben meegedeeld niet te komen. In Groningen zit een mannetje (klusjesman Kloppenborg) die alles weet, maar niet benaderd mag worden. '
Terug naar zondag 14 mei, de start van het recherche-onderzoek. Paalman en de Roy van Zuijdewijn melden het volgende: De verwachting die zondagmorgen was om de heren Bakker, Pater en Kloppenborg te benaderen om te vragen wat bij het bedrijf gebeurd is. Bakker en Pater omdat zij de directie vormen en Kloppenborg omdat van hem bekend was dat hij op de rampdag voor de eerste brand op het terrein van SE Fireworks aanwezig is geweest. Niemand kwam toen op het bureau. Hun advocaat Kroep liet ze onderduiken en wegkruipen. Pater meldt zich op 19 mei en Bakker een dag later. '
In de interne memo voor korpschef Deelman doen Paalman en de Roy van Zuijdewijn dan uit de doeken hoe de proceshouding van beide directeuren van SE Fireworks is.
'Bakker open, Pater zegt niets'
'Bakker is hartstikke open in zijn verklaringen en wil alles doen om er achter te komen wat er op het terrein is gebeurd. Het alibi van Bakker zit tussen 12.00 uur en 15.00 uur voor 99,9 procent dicht. Pater praat moeilijk en al helemaal niet wat er daar gebeurd kan zijn. Zijn advocaat zegt dat hij vastzit voor een milieudelict en niet voor wat er zich die zaterdagmiddag heeft afgespeeld. Het alibi van Pater zit niet dicht. Hij was vermoedelijk om 12.20 uur bij de Basismarkt en is daarna een half uur bij Pa Schippers geweest en tussendoor twee keer bij Jeanette Schippers, maar die was niet thuis. Ook buurman Peter Genegel heeft even met Pater gepraat achter z'n woning. Willy, al dan niet met Marion, zou tussen 13.00 en 15.00 uur enige tijd bij SE Fireworks kunnen zijn geweest. Wat moest hij daar dan? De broertjes De Jong zouden een vuurwerkbord ophalen om 16.00 uur. Mogelijk wilden zij bij dit bord nog wat vuurwerk hebben en daarom aan zwager Willy hebben gevraagd naar Fireworks te komen zodat er wat pijlen konden worden afgestoken. 's Morgens is er rond 11.00 uur 3 minuten telefonisch contact geweest tussen de woning van Pater en de woning van Andre de Jong in Glanerbrug.
'Kloppenborg weet veel meer'
Vervolgens verhaalt het koningskoppel over de positie van klusjesman Kloppenborg. 'Kloppenborg is de regie kwijt en legt verklaringen af die aantoonbaar op veel feiten tegenstrijdig zijn. Dat komt in het kort hierop neer. Er is aangetoond dat hij 's morgens voor dat hij naar de Beukinkstraat ging, bij Fireworks is geweest en een waterspuit heeft opgehaald. Uit onderzoek bleek dat hij 's middags tussen 13.30 uur en 14.15 uur bij Fireworks is geweest. Om 13.20 uur bij hij het bedrijf Fireworks en daarna naar de GSM van Bakker. Hij wordt voor meineed aangehouden en verklaart dat hij 's morgens niet bij SE Fireworks is geweest, maar alleen tussen 13.30 uur en 14.00 uur . Mooi bedankt en hij wordt na 10 dagen in vrijheid gesteld. Echter een belangrijk feit wordt hem niet onder de neus gewreven nml: dat hij die dag minimaal 2x keer bij SE Fireworks is geweest. Wat moest hij daar?'
Paalman en de Roy beschrijven nu uitgebreid dat een afluistertraject op o.a de klusjesman wordt gezet. Een ongebruikelijke en verregaande stap in 2001/2002. Op zaterdag 28 april 2001 wordt Kloppenborg door Paalman en de Roy van Zujdewijn intens verhoord en beladen naar huis gestuurd. Paalman: 'Helaas deelde Cees Mijwaart (Tolteamleider) ons maandag daarop mee dat het gesprek niet was opgenomen omdat het schijfje moeilijk in de afluisterapparatuur ging. Dit wordt in een proces-verbaal van augustus 2001 ook zo benoemd door Tolteamleider Hans Kamperman. Echter in het pv van de KLPD van mei 2001 staat dat de apparatuur wel goed heeft gewerkt en er geen bijzonderheden zijn. WAAR IS DEZE CD EN WAT STAAT EROP?'
De rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn zijn verbaasd. Wat is hier gebeurd? Het lijkt het mislukte foto-rolletje van Sebrenica wel waarop genocide zou staan, maar waarvan de opname zogenaamd mislukt zou zijn.
Wat hen ook vreemd voorkomt is dat al in april 2001 duidelijk is dat de GSM waarvan het hoesje bij De Vries thuis is gevonden en waarmee op de rampdag 2x vanuit het rampgebied naar 112 is gebeld niet meer in het bezit is van de Vries. Toch meldt Justitie dit niet aan de rechters. Als Paalman en de Roy van Zuijdewijn de geluidsband van de alarmcentrale willen afluisteren, maar daarop staan de gesprekken niet. Op 25 september 2001 wel. En wat horen Paalman en de Roy van Zuijdewijn. Met het nummer dat eerder in bezit was van De Vries is gebeld door een vrouw. Zij wordt gehoord en bekent dat zij met een groepje vrienden in de Tollenstraat stond, de straat waarin de vuurwerkopslagplaats gevestigd is. De rechercheleiding heeft bewust een rookgordijn opgetrokken om De Vries te kunnen blijven vasthouden.
'Vriendenkring De Vries bewerkt door Tolteam'
Volgens Paalman en de Roy van Zuijdewijn is de vriendenkring van De Vries ook bewerkt door de Tolteamleiding. Officieel wordt verklaard dat De Vries bij z'n vrienden een alibi zocht voor de rampdag, maar het dissidente koningskoppel weet beter. 'Tolteamleider Mijwaart zegt tegen de rechercheur die de vriendenkring hoort dat je moet deze vrienden laten verklaren dat hij na de 1e knallen op recreatieplas 't Rutbeek kwam. De vriendenkring zal later toegeven door de rechercheleiding onder druk te zijn gezet om dit te verklaren.
Het proces verbaal dat door misdaadanalist Kuckler in april 2001 is opgenomen waarin staat dat de GSM niet meer in het bezit was van de Vries, blijkt door de Tolteamleiding van de harde schijf te zijn gehaald. Onvindbaar. Pas in september 2001 komt dit PV boven water.
Paalman en de Roy van Zuijdewijn suggereren in hun interne memo van mei 2002 dat officier van justitie Herman Stam, nu rechter in Almelo, werd gedirigeerd door het college van Procureurs-Generaal in Den Haag. Politiechef Rik de Boer had hen dat gemeld.
Het koningskoppel sluit de memo af met: 'Wij wachten af.'
Met hun kritiek wordt niets gedaan. Hoewel de kritiek intern is geuit stuurt korpschef Deelman de memo door naar Justitie die de brief openbaar maakt. De kritiek van beide rechercheurs ligt op straat en diezelfde Deelman verwijt het duo daarmee de publiciteit te hebben gezocht. Hetgeen niet zo is.
Vanaf januari 2003 tot en met juni 2004 worden in het diepste geheim door korpschef Deelman meerdere gesprekken gevoerd met Paalman en de Roy van Zuijdewijn. Die notulen zijn in mijn bezit en hebben het stempel zeer vertrouwelijk. Volgens Deelman hebben Paalman en de Roy van Zuijdewijn het imago van de politie Twente met hun kritiek beschadigd. Hij eist dat zij hun mond houden. Dat doen zij, maar hun advocaat John Peters deelt wel informatie met het programma Netwerk om de misstanden binnen het onderzoek aan de kaak te stellen. Dat wordt de rechercheurs zwaar aangerekend, want loyaliteit gaat boven integriteit. Deelman laat beide rechercheurs die oprecht op zoek zijn geweest naar de waarheid in dit dossier als een baksteen vallen.
Zelfs als Andre de Vries wordt vrijgesproken van brandstichting, houdt Deelman het duo nog steeds voor het imago van het korps te hebbe beschadigd. Beide rechercheurs worden geschorst, de schorsing wordt verlengd en uiteindelijk wordt het duo oneervol ontslagen. De Tweede Kamer steekt daar een stokje voor, waardoor een eervol ontslag wordt verleend.
Korpschef Deelman schorst Paalman en de Roy
In 2005 wordt het ontslag bekrachtigd. Op verzoek van de Tweede Kamer wordt nog een onderzoek gedaan, maar de onderzoekscommissie krijgt alleen het vertrouwelijke rijksrechercheonderzoek te zien dat langs de waarheid schuurt. Het Tolteam kan niets worden verweten. Lachwekkend is het dan ook te horen dat Tweede kamerleden na het lezen van het rapport van Paul van Buitenen van vorige week beweren dat zij verbaasd zijn deze details te lezen. Ach ja, Kamerlede blijven ook maar ook opportunisten.
Oud-korpschef Piet Deelman heeft heden ten dage een hoge functie bij de politie, officier van Justitie Herman Stam is tegenwoordig rechter in Almelo, Tolteamleider Hans Kamperman is gepensioneerd en Tolteamleider Cees Mijwaart is overleden.
Binnenkort aandacht voor de falende brandweerleiding, het rommelige onderzoek van het Rampen Identificatie Team, de vermiste Henk Vinke, Marjolein Scheurs en mevrouw Verdam. Ook dan aandacht voor de positie van oud-burgemeester Jan Mans en andere betrokkenen bij de vuurwerkramp.
https://www.linkedin.com/pulse/waarom-jan-mans-niet-opstapte-na-vuurwerkramp-12-rob-vorkink/?published=t
Waarom Jan Mans niet opstapte na vuurwerkramp, doofpotdossier 12
Gepubliceerd op 1 juli 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Burgemeester Jan Mans heeft die zaterdagmiddag 13 mei 2000 een feestje bij Carlshaven in Delden. Hij staat er in spijkerbroek en T-shirtje bij het afscheid van de Raad van Commissarissen van de WMO, waarvan hij zelf ook lid is. Er wordt een fietstochtje gemaakt en een wijntje gedronken. Tegen half vier wil Mans naar huis om een vijver in z'n tuin af te graven. Chauffeur Karel komt binnen en meldt hem dat er iets ergs gebeurd is in Enschede. In de dienstauto probeert hij contact te leggen met de politie, brandweer, maar krijgt geen gehoor.
De politieke spelletjes van Jan Mans en Klaas de Vries
Eenmaal terug in de Enschedese binnenstad heerst chaos en paniek. Mans rent naar het stadhuis, waar inmiddels een crisiscentrum in oprichting is. De wethouders Buursink, Althof en Helder zijn er al. De politie is onbereikbaar en brandweercommandant Groos zit in Lattrop bij een feestje van de Rotary, ook onbereikbaar. De eerste uren verlopen chaotisch, de bestuurders in Enschede hebben geen idee wat er exact gebeurd is in de Enschedese woonwijk Roombeek.
Pas als zij rond 17.00 uur de eerste TV-beelden ziet die freelance-medewerker Danny de Vries heeft gemaakt vanuit de Tollenstraat slaat een ieder de schrik om het hart. De beelden van de verwoestende explosies bij vuurwerkopslagplaats SE Fireworks gaan de wereld over, tot aan CNN in Amerika aan toe. Bij de meeste mensen is de eerste gedachte: hoe is het in vredesnaam mogelijk dat er in een woonwijk zoveel professioneel vuurwerk ligt opgeslagen? Wie heeft daarvoor toestemming gegeven? Wat zijn wel niet de fatale gevolgen?
De balans: 22 doden, 945 gewonden en een complete woonwijk weggevaagd. Het lijkt op oorlogsgebied. WDR-verslaggevers en camera-mensen zijn 's avonds en 's nachts tegen de regels het gebied in gereden. De chaos is enorm. Overal brandende huizen.
Enschede medeschuldig aan de ramp, maar niet vervolgd
Al vrij snel wordt duidelijk dat de gemeente Enschede de omvangrijke vuurwerkopslag jarenlang heeft gedoogd en toegestaan. Bij de bouw- en milieudienst was geen kennis van vuurwerkopslag, dus werd de verantwoordelijkheid doorgeschoven naar de provincie die op haar beurt weer het Ministerie van Defensie inschakelde. Ook daar ontbrak de kennis, maar het Rijk schakelde een malafide adviesbureautje in: Bureau Milan. Al snel bleek dat de verantwoordelijke majoors hier snel iets door de vingers zagen in ruil voor pakketten vuurwerk. Zo ook in Enschede, hoewel eigenaar Rudy Bakker later volhoudt dat hij niets illegaals deed, maar gewoon steeds toestemming kreeg voor opslag en uitbreiding daarvan.
Het rechercheteam dat de vuurwerkramp onderzocht dacht een sterke zaak tegen twee ambtenaren van de gemeente Enschede te hebben. Ook burgemeester Jan Mans werd in het onderzoek gehoord, maar hij wist - vreemd genoeg- niet eens dat er zo'n grote vuurwerkopslag was gevestigd in een woonwijk. Alarmerende berichten daarover van een politiecommandant, een aantal jaren daarvoor, hadden hem niet bereikt.
Ook toenmalig verantwoordelijk PvdA-wethouder Dick Buursink bleef maar tekenen voor uitbreidingsplannen en na de ramp restte hem niet anders dan zijn verantwoordelijkheid te nemen door op te stappen. Collega-wethouder Els Koopmans (VVD) volgde later zijn voorbeeld. Burgemeester Mans bleef zitten en wilde een oordeel van de gemeenteraad afwachten. Zelfs toen de regeringscommissie Oosting bijna een jaar na de ramp een vernietigend oordeel vestigde, wist Mans niet van wijken. Hij raakte zelfs geïrriteerd toen de media vroegen of het niet beter was de eer aan zichzelf te houden. Mans piekerde er niet over.
Gevecht tussen Enschede en politiek Den Haag
Enschede begint zich te ergeren aan de opstelling van politiek Den Haag en de regering en andersom. Minister Klaas de Vries van Binnenlandse Zaken komt nog voor dat de commissie Oosting haar vuistdikke rapport presenteert naar Mans. De Vries zegt: 'We moeten eens praten.' De bewindsman komt met een berekening van wachtgeld en laat die aan Mans zien. De burgemeester reageert geagiteerd: 'Klaas, daar ga jij niet over. Daar bepaalt mijn gemeenteraad. Niet jij. ' De Vries druipt af naar Den Haag, maar weet dat zijn positie veilig is. Immers, als Mans al niet denkt aan op stappen, dan ik helemaal niet. Datzelfde geldt voor Minister Frank de Grave van Defensie, hoewel deze het nog wel even benauwd krijgt, volgens insiders.
Mans heeft het geluk aan zijn zijde. Z'n gemeente krijgt er in het rapport Oosting ongenadig van langs, maar de brandweer (lees: brandweerleiding) wordt gespaard. Dat is voor Mans de reddingsboei. Het is daarom dat de brandweerleiding compleet in de kramp schiet als na Oosting toch (terecht) flinke kritiek wordt geuit. Zo liet de brandweerleiding de brandweermannen de dood tegemoet gaan, terwijl om 15.00 uur 's middags de omgeving direct geëvacueerd moeten worden. Daarnaast duurde het te lang voordat meer brandweereenheden werden ingezet en was sprake van onderbezetting. Brandweercommandant Groos zat zaterdagmiddag bij een feestje bij de Rotary en langere tijd niet bereikbaar. Onder-commandanten als Huve en Tijkotte moesten het vuile werk opknappen met brandweerofficieren als Jans Weges.
Burgemeester Mans, maar ook brandweerofficier Weges droegen de leden van het Rampen Identificate Team op sneller te werken. Ze wilden snel de weduwes van de vermiste brandweerlieden op de hoogte te stellen. De gevolgen waren rampzalig. Snelheid gaat altijd ten koste van zorgvuldigheid. Hoewel niet bewezen, geeft deze theorie van sneller handelen voeding aan geruchten dat de stoffelijke overschotten van Marjolein Schreurs, Henk Vinke en weduwe Verdam, wil gevonden zijn, maar niet goed zijn geïdentificeerd. Na afloop zei teamleider De Jong van het RIT dat van deze drie slachtoffers niets is teruggevonden. Dat klinkt onwaarschijnlijk.
Falend optreden brandweerleiding had burgemeester Mans kop moeten kosten
Op basis van het falen van de toenmalige brandweerleiding had burgemeester Mans moeten vertrekken, maar hij deed dat niet. Brandweerlieden werd aanvankelijk verboden te praten met media en anderen op straffe van ontslag. De rol van toenmalig brandweerofficier Jans Weges blijft ook dubieus. Hij zou zondagmorgen 14 mei met brandweerlieden van het eerste uur horen om de vindplaatsen van de vermiste brandweerlieden Hans van der Molen en Paul Gremmen te lokaliseren. Eén van die cruciale brandweermannen van het eerste uur: Bert Konhuurne, heeft recentelijk nog verklaard nooit door Weges gehoord te zijn.
Paalman en de Roy van Zuijdewijn hebben het rechercheteam dat de ramp onderzocht in december 2001 getipt dat er kort voor de ramp, maar na de eerste brand, brandblussers van het terrein zijn verdwenen. Het rechercheteam heeft hier nooit serieus na gekeken omdat zij overtuigd waren van een brandstichter.
Ook deed het onderzoeksteam niets met een tip van Henk Tinnemeier uit Glanerbrug. Die beweerde kort voor het hoger beroep in 2003 dat z'n overbuurvrouw had gezegd het vreemd te vinden dat sprake zou zijn geweest van brandstichting omdat haar buurjongen: Andre de Jong als free-lance-medewerker van SE Fireworks had verteld dat zij voor de eerste brand daar aan het werk waren geweest.
Kerstpakket weduwes met BBQ-boek: 'brandweer aan de kook'
Tot slot: dat de brandweerleiding van Enschede geen enkele compassie heeft met de vier brandweer-weduwes, van wie er inmiddels één is overleden en zonder gene reageert, blijkt uit het volgende voorbeeld. De weduwes kregen in 2010 een kerstpakket een legpuzzel van de wijk Roombeek, de buurt waar hun man om het leven is gekomen. Enkele jaren later krijgen de vrouwen in het kerstpakket het boek: 'Brandweer aan de kook', recepten van Enschedese brandweerlieden voor op de barbecue.
Wie verzint dit?
https://www.linkedin.com/pulse/waar-zijn-de-3-vermisten-van-vuurwerkramp-13-rob-vorkink
A
Waar zijn de 3 vermisten van de vuurwerkramp, doofpotdossier 13
Gepubliceerd op 2 juli 2018
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Het Rampen Identificatieteam heeft tijdens de vuurwerkramp in Enschede monnikenwerk verricht. Een loodzware klus om slachtoffers te identificeren. Het lukte het team om 22 doden hun identiteit terug te geven, maar in drie gevallen lukte dat niet. Van weduwe Verdam, Henk Vinke en Marjolein Schreurs is niets teruggevonden. RIT-baas de Jong meldt dat het mogelijk is dat deze drie mensen compleet zijn verast. Dat lijkt niet alleen onwaarschijnlijk. Dat is het ook. Uit een reconstructie blijkt waarom.
Allereerst Henk Vinke, de dakdekker die bijna buurman was van SE Fireworks. Na z'n verdwijning doen de meest vreemde geruchten de ronde. Vinke zou te maken hebben met de ramp, zou schulden hebben en zou zijn gevlucht naar Azie. Alllemaal broodjes aap verhalen. Wie goed notitie neemt van het complete onderzoek, komt bij verhoren van politieagenten in het rampgebied al bij de oplossing van de verdwijning van Henk Vinke.
Vinke vlucht na de eerste explosie van de Tollensstraat naar de Roomweg. Tijdens de tweede explosie krijgt hij een brokstuk tegen z'n hoofd en valt op de grond. Een politieagent ziet hem liggen en verplaatst het lichaam naar woning nummer 4 in de Nieuwluststraat. Door een besluit van burgemeester Mans worden die woningen enkele dagen na de ramp al geruimd. Weg lichaam. En niet meer teruggevonden.
Dat geldt ook voor het studentenhuis van Marjolein Schreurs. Zij woonde slechts drie maanden aan de Roomweg 66. Zaterdagmiddag 13 mei belt zij haar moeder. 'Mam, er is hier achter een brand. Vermoedelijk oud papier of oude rommel.' Later belt zij haar moeder terug. Ze vertelde over een vuurpijl die niet ver van haar woning uiteen was gespat. Op een gegeven moment zegt zij, 'Het begint hier te knallen, horen jullie dat?. Nu moet ik de ramen dichtdoen. Het wordt erger. Ik bel nog wel. Daag?' Dat was het laatste contact. Volgens het RIT is haar lichaam gefragmenteerd en heeft zij niet weg kunnen komen. Ook hier weer grijpen de bulldozers snel om zich heen en voeren binnen enkele dagen de restanten af naar de vuilstort. Zo kon er ook niets van Marjolein gevonden worden.
Hetzelfde verhaal geldt ook voor weduwe Verdam. Ook hier zijn de bulldozers gretig. Het beeld wordt duidelijk dat snelheid boven zorgvuldigheid gaat. Dat geldt ook voor de identificatie van andere slachtoffers. Zo krijgt het RIT van de brandweerleiding dat de identificatie van overleden brandweermannen sneller moet, om zo tijdig de weduwes te kunnen inlichten. Brandweerofficier Jans Weges zegt in een mail recentelijk tegen mij dat hij de de stoffelijke overschotten van vermiste brandweerlieden heeft gezien, maar dat niemand wist, ook het RIT niet, wie nu wie was.
Met die uitspraak is in elk geval duidelijk geworden dat het RIT weliswaar z'n werk heeft gedaan, maar dat nog maar de vraag is of het identificatietraject goed is verlopen. Het beste bewijs daarvan is de identificatie van cameraman-fotograaf Marcel van Nieuwenhoven. In gegevens van het vertrouwelijke journaal van het Rampen Identificatie Team staat dat Marcel is geïdentificeerd onder meer door de aanwezigheid van een fotocamera. Dat staat ook in het boek van Maarten Bollen uit 2004. In het officiele RIT-rapport wordt met geen woord gerept over die camera.
Ik vraag daarover in 2010 opheldering bij Bollen. Z'n antwoord roept alleen nog maar meer vragen op. Hij zegt zich vergist te hebben. Volgens hem is Van de Nieuwenhoven herkent aan foto's van Reinier van Willigen die 'Kuifje' fotografeerde toen hij zwaar gewond in de deuropening lag. Een vreemde redenering van Bollen. Van de Nieuwenhoven is op 15 mei 2000 geïdentificeerd. De foto's van Reinier van Willigen kwamen pas binnen op 18 mei, drie dagen later dus.
Wie en waarom houdt de brandweerleiding de fotocamera van Marcel achter? Staan daar zaken op die de gemeenschap niet mag zien? Dan is er nog iets. Brandweerofficier Jans Weges doet voorkomen alsof hij zondag 14 mei brandweerlui van het eerste uur heeft gehoord om de vindlocaties van de vermiste brandweerlieden Hans van der Molen en Paul Gremmen te vinden. Brandweerlieden van het eerste uur ontkennen dat nu.
https://twitter.com/wijksr/status/1013885696577294337
Michiel Roelof van der Wijksr
@wijksr
11h11 hours ago
Degene wie alles uitgezocht heeft inzake de vermissing van Henk Vinke was ik, Rob Vorkink doe net of hij dat opgehelderd heeft .. oplichter !!!
Rob Vorkink was met Frans Strikker met de docu 10 jaar vuurwerkramp bij me thuis ze wisten niks over de ramp😡
(https://pbs.twimg.com/media/DhIK9KDW4AE3CIr.jpg)
https://www.linkedin.com/pulse/intriges-en-intimidaties-rechercheurs-na-vuurwerkramp-rob-vorkink/?published=t
Intriges en intimidaties rechercheurs na vuurwerkramp, doofpotdossier 14
Gepubliceerd op 3 juli 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Het politieteam dat in 2003 uiterst kritisch rapporteerde over het rechercheonderzoek in de vuurwerkramp, is geïntimideerd en bedreigd door de top van justitie. Dat stelt oud-teamleider Jan de Bruin die keihard in aanvaring kwam met z'n superieuren na z'n bevindingen dat strafbare feiten waren gepleegd door het Tolteam en de rechtelijke macht was misleid. 'Ik heb nooit begrepen welk spel er is gespeeld en waarom de rijksrecherche zo'n vijandige houding innam tegen ons.'
'Ik heb nooit begrepen welk spel tegen ons is gespeeld'
De uitlatingen van De Bruin die een zak geld meekreeg in ruil voor geheimhouding en emigreerde naar Zweden, zijn stuitend en vormen één van de bewijspijlers dat het onderzoek naar de vuurwerkramp één groot doofpotdossier is geworden. Het recentelijk vuurwerkramponderzoek van Paul van Buitenen bevestigt deze stelling.
Zoals eerder gemeld wordt het team van Jan de Bruin van Bureau Interne Zaken, kortweg geduid als BIZ, medio 2003 op gezag van Justitie-minister Piet Donner direct van het onderzoek gehaald dat wordt overgenomen door de rijksrecherche. De Bruin: 'Toen wij Korpschef Deelman en burgemeester Mans inichtten over de schokkende conclusies, konden wij direct inpakken en wegwezen. Ik kon het team direct ontbinden. Wij vonden dat een hele vreemde gang van zaken, want waarom ontbind je een team zonder de zaak fatsoenlijk over te dragen?' Volgens de Bruin moest zijn team zo ongeloofwaardig mogelijk worden gemaakt. 'De rijksrecherche koos een gemakkelijke weg om ons te beschadigen. Als je zo'n team in diskrediet weet te brengen, kun je direct de conclusies van dat team aan de kant vegen. Dat gebeurde. Ik werd zelfs niet gesteund door m'n korpschef Jaap van Deursen'.
Opdracht aan rijksrecherche: 'haal kritische conclusies Tolteam onderuit'
De opdracht aan het adres van de rijksrecherche in 2004 is om de conclusies van BIZ hard onderuit te halen. Dat is gelukt door niet de cruciale getuigen in het dossier te horen. Uit het rijksrechercheonderzoek zal dan ook blijken dat het Tolteam geen strafbare feiten heeft gepleegd en de rechtelijke macht niet heeft misleid. De Bruin klinkt dat ongeloofwaardig en wil het rijksrechercherapport inzien. Justitie weigert dat pertinent. De Bruin: 'Ik kreeg een gesprek met hoofdofficier Henk van der Meijden. Ik zat tegenover hem in z'n kamer in Den Bosch. Hij had het RR-onderzoek voor zich liggen, maar ik mocht er niet inkijken.' Naar aanleiding van het rijksrechercheonderzoek had de Bruin met zijn team nog een aanvullende rapportage gemaakt van de bevindingen van zijn BIZ-team onder meer over het gesjoemel met de rode sportbroek vol vuurwerksporen dd. 25 augustus 2004. Hoofdofficier Van der Meijden reageerde not amused. 'Je gaat toch geen problemen maken, he?', beet Van der Meijen de Bruin toe. De Bruin was met stomheid geslagen en reageerde: 'Ik ga helemaal geen problemen maken, ik doe aan waarheidsvinding.'
Justitie bang voor onthulling gerotzooi bewijsmateriaal sportbroekje De Vries
De leiding van justitie verwacht problemen als blijkt dat aantoonbaar is gerotzooid met belangrijk bewijsmateriaal tegen de dan al vrijgesproken brandstichter Andre de Vries. De Bruin: 'Ons was al opgevallen hoe merkwaardig deze vermeende brandstichter door justitie bij de politie was binnengebracht als mogelijke verdachte. Heel gek.'
De Bruin snapt nog steeds niet wie allemaal betrokken is geweest bij deze doofpotconstructie. 'Ik heb nooit begrepen waarom de rijksrecherche ons zo vijandig behandelde. Wij werden geïntimideerd en bedreigd door de top van justitie. Echt schaamteloos.' Teamleider de Bruin is al z'n vertrouwen in de rechtstaat verloren. In zijn ogen zijn mensen zoals hij die bewust en integer op zoek zijn geweest naar de waarheid ambtelijk bij het oud vuil gezet.
Justitie en politie blijven tot op de dag van vandaag volhouden dat het Tolteam geen strafbare feiten heeft gepleegd en de rechtelijke macht niet is misleid. Paul van Buitenen bevestigt met z'n onderzoek van vijf jaar dat dit wel is gebeurd. De Tweede Kamer wil op basis van dit rapport een hoorzitting, maar justitie-minister Grapperhaus wil nog niet reageren op dit rapport.
Dat het Tolteam aan de tunnelvisie leed en alleen oog had voor brandstichter Andre de Vries blijkt uit het volgende..
Bewijzen voor tunnelvisie Tolteam stapelen zich op
Tijdens de hoger beroepszaak in 2003 meldt Henk Tinnemeier uit Glanerbrug zich op verzoek van Paalman en de Roy van Zuijdewijn, die dan al weg zijn bij het Tolteam, bij de rechercheleiding. Hij is zwager van één van de omgekomen brandweerlieden en hoort van z'n overbuurvrouw dat haar buurman, SE Fireworks-medewerker Andre Jong haar ná de ramp heeft verteld dat hij voor de eerste brand samen met Willy Pater, Marion Schippers en klusjesman Kloppenborg op het bedrijf aan het werk zijn geweest. Tolteamleider Hans Kamperman belooft er tijdens de rechtszitting op terug te zullen komen, maar dat gebeurt niet. Tinnemeier, inmiddels overleden, hoort niets meer.
Enkele jaren daarvoor is Annie Prins Stuut uit Hardenberg door het Tolteam gehoord, Zij was die zaterdagmiddag 13 mei in de Tollensstraat om een vriendin op te halen voor een bezoek aan het expo-centre in Borne. Zij ziet rond 15.00 uur vuurpijlen gecontroleerd de lucht in gaan. Vervolgens ziet zij een man in paniek op haar afkomen. Het is precies de andere richting van de paniekerige man in een rode sportbroek. Annie hoort de man roepen dat zij weg moet gaan, want: 'er is sprake van ontploffing in vuurwerk'. Een behoorlijke aanwijzing voor wetenschap. Annie wordt één keer gehoord door het Tolteam, daarna nooit meer.
Tot slot spreekt oud-rechercheur Jan Paalman op 5 juli 2015 Leroy Geerdink uit Enschede. Hij verklaarde om 15.00 uur bij SE Fireworks de roldeur open gaan en een man wegvluchten in de richting van de Roomweg, nog voor de eerste brand. Een half jaar na de ramp, krijgt hij bezoek van twee Tolteam-rechercheurs. Zijn vriend Glenn Schubert bevestigt dit bezoek. De rechercheurs vragen wat Geerdink gezien heeft, en vertelt hen de man onder de roldeur.
Van deze verklaring en die van Tinnemeier is geen proces verbaal opgemaakt en niet meer terug te vinden in het Tolteam-dossier.
In 2010 gelast het OM nieuw onderzoek naar de vuurwerkramp na een serie uitzendingen van TV Oost met een verklaring van een kroongetuige. TV Oost ontdekt dat hoofdofficier Henk van der Meijden is aangewezen om dat onderzoek te leiden. Dat is vreemd, want in 2004 gaf hij leiding aan het rijksrechercheteam dat de handelswijze van het Tolteam onderzocht, en concludeerde dat er niets was fout gegaan. Hierdoor werd het onderzoek op gezag van het College van Procureurs Generaal overgedragen aan zijn kompaan, Fred Westerbeeke. Onder zijn leiding werden opnieuw cruciale getuigen niet gehoord, en werd de ramp dus opnieuw niet opgelost. Fred Westerbeeke is nu de man die het onderzoek naar de vliegramp met de MH 17 onderzoekt.
Binnenkort meer onthullende informatie uit dit immense dossier.
https://www.linkedin.com/pulse/grote-vraagtekens-bij-rol-nfi-vuurwerkramp-15-rob-vorkink/?published=t
Grote vraagtekens bij rol NFI in vuurwerkramp, doofpotdossier 15
Gepubliceerd op 4 juli 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Het grootste naoorlogse rechercheonderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede in 2000, is ook het grootste doofpotdossier in Nederland aller tijden. In 14 artikelen heb ik uitééngezet wat er allemaal bewust en onbewust fout is gegaan. Niet voor niets is de expertgroep Klokkenluiders al ruim vijf jaar bezig geweest met een review-onderzoek onder leiding van Paul van Buitenen dat twee weken geleden is overhandigd aan de Tweede Kamer. Het parlement reageerde geschokt en wil een hoorzitting organiseren. Publicatie van allerlei onbekende details in dit dossier via de website van online-platform voor onderzoeksjournalistiek Follow the Money is dichtbij. We blijven spitten en onderzoeken en ontdekten ook de vreemde opstelling van het Nederlands Forensisch Instituut: NFI, in dit doofpot dossier. Hieronder de resultaten.
Het NFI doet de volgende opmerkelijke bevindingen over de kleding die op 19 juni 2000 van hoofdverdachte Andre de Vries, in beslag is genomen..
1) In alle kleding van Andre de Vries zitten sporen van verbrand en onverbrand vuurwerk. Dus in het T-shirt, in het rode sportbroekje, in de sokken en op de sportschoenen. Dit is vijf weken na de vuurwerkramp. In het sportbroekje zitten de meeste sporen, met name op de achterkant.
2) In de auto van Andre de Vries die hij op 19 juni 2000 in brand probeert te steken, worden geen vuurwerksporen aangetroffen.
3) Bij Andre de Vries thuis worden geen vuurwerksporen aangetroffen. Dit geldt ook voor de andere kleding van De Vries.
Als het scenario dat het NFI ons wil doen geloven voor waarheid aannemen, dan moet het volgende zijn gebeurd...
1) Andre de Vries sticht op 13 mei 200 brand bij SE Fireworks en blijft daarna voldoende lang in de buurt van de brandhaard totdat er vuurwerk gaat ontploffen. Dit is om die vuurwerksporen op z'n kleding te krijgen, zonder daarbij verwondingen op te lopen.
2) Andre de Vries gaat daarna naar huis, echter zonder gebruik te maken van z'n auto, want anders komen er vuurwerksporen in. Hij kleedt zich buitenshuis volledig uit en bergt de kleding op in een plastic zak. Dit om te voorkomen dat er sporen in huis komen en om te voorkomen dat de sporen uit de kleding verdwijnen.
3) Hij spuit zich vervolgens buiten af en droogt zich af, want naar binnengaan levert vuurwerksporen in z'n huis op. Hij gaat dan schoongespoten naar binnen, doet de gebruikte handdoek in de was en trekt schone kleren aan. Dit alles om te voorkomen dat er sporen in huis of later in de auto komen van z'n lijf of z'n kleren.
4) Vijf weken later na de ramp besluit hij z'n auto in brand te steken. Hij neemt zijn kleeren van 13 mei mee in de zak waarin zij al die tijd hebben gelegen, maar hij doet de kleding nog niet aan, want dan komen er vuurwerksporen in z'n auto.
5) Hij stapt uit de auto en doet de kleren van 13 mei aan, en blijft buiten de auto. Dat zijn de sokken, de sportschoenen, het rode sportbroekje met de urine die er op 13 mei al in zat en het T-shirt. Daarna steekt hij z'n auto een beetje in de fik, want de poging mislukt en rent hij vervolgens weg.
Alleen met dit scenario kan het NFI deze onderzoeksresultaten krijgen. De enige andere mogelijkheden zijn dat de vuurwerksporen bij het vervoer in de combi van 19 juni in de kleding van De Vries zin gekomen of dat het Tolteam of het NFI deze vuurwerksporen in de kleding van Andre de Vries heeft aangebracht.
Bovenstaande maakt hoe dan ook duidelijk dat de bewijslast tegen de vermeende brandstichter Andre de Vries simpelweg niet KAN kloppen. Erger nog is het feit dat diegene die namens het Openbaar Ministerie hiervoor in eerste instantie verantwoordelijk is, de toenmalige officier van justitie in Almelo is. Zijn naam is Herman Stam. Tegenwoordig is hij rechter in dit arrondissement. Ik heb niks tegen de persoon Herman Stam, maar van onbesproken gedrag is hij dus zeker niet. Binnenkort meer over de handelingen van rechter Herman Stam als officier van justitie in het vuurwerkramp dossier.
https://twitter.com/Minkmaat/status/1014599114431057921
(https://pbs.twimg.com/media/DhSTBPTXUAA_2Mx.jpg)
(https://pbs.twimg.com/media/DhSRKymXcAExqnT.jpg)
(https://pbs.twimg.com/media/DhSSoW_W0AAEWl0.jpg)
http://www.enschederamp.nl/forum/index.php?topic=447.msg3971#msg3971
Citeer
Citaat
Demo schreef:Het rapport van het Nfi over het "rode broekje" miste een wetenschappelijke c.q. Professionele interpretatie t.à.v. De afstand tot een explosie. Voor de deeltjes geldt een bovengrens van 60 meter. Deze afstand is afhankelijk van de reactiesnelheid in het bronmateriaal, de 60 meter grens is voor een high explosive, voor vuurwerk is deze aanzienlijk kleiner.
Als ook waarde wordt toegekend aan de twee brandgaatjes en als de hechting, versmelting met de vezels van het broekje wordt beschouwd, is de afstand maximaal 20 meter.
Uiteindelijk bleek, het werk van Hans Kamperman, dat het NFI de kleding van de brandweerman die op 30 meter afstand is teruggevonden heeft onderzocht en niet de brandweerman op 100 meter. Beide hadden het secundaire label brandweerman Thole.
Er is nu overeenstemming dat de afstand kleiner of gelijk 30 meter is met een rechtstreekse zichtlijn tot de explosie.
https://www.linkedin.com/pulse/almelose-rechter-speelde-vals-vuurwerkramp-16-rob-vorkink/?published=t
Almelose rechter speelde vals in vuurwerkramp, doofpotdossier 16
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Herman Stam is senior-rechter bij de rechtbank Overijssel, vestiging Almelo. Ik ken hem als een bedachtzame ervaren rechtspreker in diverse zware dossiers. Hij heeft een welwillend oor en laat zich niet snel van z'n stuk brengen. In die hoedanigheid is hij al geruime tijd actief. Hij studeerde in Leiden, werd meester in de rechter en bekwaamde zich als specialist in belastingrecht. Vanaf 2008 is hij er rechter en sinds 2014 senior rechter. Diezelfde Herman Stam heeft een dubieus verleden als officier van justitie bij diezelfde rechtbank in Almelo. Vanaf 1999 was hij in die rol actief voor het Openbaar Ministerie in Almelo en leidde als onervaren officier van justitie het immense strafdossier in de vuurwerkramp. Hij maakte er op z'n zachts gezegd een potje van en werd daarom in 2002 verbannen naar de Nederlandse Antillen.
Kwalijke rol Herman Stam als officier van justitie in vuurwerkramp
Wat kan Herman als officier van justitie verweten worden? Nou veel, heel veel. Als officier van justitie hield hij geruime tijd ontlastend bewijs tegen de vermeende en later vrijgesproken brandstichter Andre de Vries achter voor z'n huidige collega: senior rechter Bert Stoove. Stoove deed het proces tegen de vermeende brandstichter en veroordeelde hem op basis van door officier van justitie Herman Stam aangedragen 'bewijs' tegen de Vries, tot 15 jaar gevangenisstraf voor brandstichting bij SE Fireworks, de vuurwerkopslagplaats waar de vuurwerkramp zich voltrok.
Als de dissidente, kritische en later ontslagen Tolteam-rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn niet zo hadden gehamerd op de onschuld van De Vries, dan was de inmiddels overleden Enschedeër gebrandmerkt gebleven als de brandstichter van de vuurwerkramp.
Stam zette als oud-officier van justitie z'n huidige collega-rechters op verkeerde been
Herman Stam leverde als officier van justitie het volgende bewijs tegen de Vries aan bij z'n huidige collega's. Allereerst het rode sportbroekje vol vuurwerksporen uit het rampgebied, waarvan ik eerder heb uitgelegd dat hiermee gesjoemeld is, maar waarover de verantwoordelijke rechercheur en Tolteam-leiding geen opheldering hebben verschaft. Toenmalig korpschef Piet Deelman in Twente erkent in 2011 tegenover de ontslagen Tolteam-rechercheur Jan Paalman dat de gang van zaken met het rode sportbroekje, toch het belangrijkste bewijs tegen de Vries, niet goed is gegaan.
Daarnaast bleek al in april 2001 dat de mobiele telefoon op zaterdag 13 mei 2000 niet meer in het bezit was van De Vries. Herman Stam liet deze ontlastende informatie over de Vries achterwege.
Ook gaf hij als officier van justitie opdracht om afgetapte telefoongesprekken van onder meer André de Vries uit 2000 te wissen, terwijl dat wettelijk niet mocht.
Ook gebruikte Herman Stam als officier van justitie een verklaring van gedetineerde Bruinewoud die beweerde dat De Vries tegen hem had gezegd in de millenniumnacht dat hij een bom had ontwikkeld die zou afgaan bij Fireworks. Rechercheonderzoek wees uit dat De Vries in de millenniumnacht helemaal niet in Enschede was, maar in Almelo bij z'n broer Bert. En dat hij die nacht bij meerdere buurtbewoners een nieuwjaarsborrel had gedronken.
Tot slot gebruikt Stam de informatie van een politie-infiltrant die bij de Vries een bekentenis zou hebben ontlokt in de gevangenis in Maastricht. Uit recherche-vervolgonderzoek blijkt dat de infiltrant selectief geshopt heeft in de verklaringen van De Vries. Paalman en de Roy hadden gevraagd om de infiltrant een zendertje mee te geven zodat exact zou kunnen worden geregistreerd wat De Vries zou verklaren in de cel. Officier van justitie Herman Stam wilde dit om onbegrijpelijke redenen niet.
Andre de Vries uiteindelijk vrijgesproken, team zoekt niet verder
Uiteindelijk werd in eerste instantie door toedoen van Herman Stam als officier van justitie van de rechtbank in Almelo Andre de Vries veroordeeld tot een lange celstraf. In hoger beroep werd de Enschedeër vrijgesproken. Toen Paalman en de Roy van Zuijdewijn na de vrijspraak van De Vries de Tolteam-leiding vroeg om de zaak weer op te pakken, werd dat geweigerd. De toenmalige Tolteam-leiding bleef De Vries zien als betrokkenen. Paalman: 'De leiding zei tegen mij dat hij weliswaar was vrijgesproken, maar zei niet dat De Vries er iets mee te maken had. Ik heb toen gezegd: 'Dat doet een rechter nooit'
Oud-Tolteamleider geeft Andre de Vries na z'n dood nog een trap na in een interview met collega Bert Janssen van de Twentsche courant Tubantia. Kamperman zegt in dat gesprek dat De Vries een geheim heeft meegenomen in z'n graf. Namelijk dat hij wel degelijk betrokken zou zijn geweest bij de ramp.
De voormalige Tolteam-leiding: Ed Reinshagen, Rik de Boer en Hans Kamperman houden dat ook vol in een gesprek in april 2010 met de weduwes en familieleden van de omgekomen brandweerlieden. Het was de vrouwen en aanhang verboden om opnames van het gesprek te maken, maar dat is wel gebeurd. In de opname is duidelijk te horen dat de drie Tolteam-leiders van weleer er nog steeds van overtuigd zijn dat De Vries met de ramp te maken heeft gehad.
Met de kennis dat het OM een potje heeft gemaakt van hun rol in de vuurwerkramp is het onbegrijpelijk dat Herman Stam ooit rechter is geworden in Almelo. Iemand die het namelijk zelf niet zo nauw neemt met de waarheidsvinding, moet nu als rechter zien recht te spreken als waarheidsvinder.
Mooie nieuwe banen voor Stam, Deelman en Mans
Herman Stam is senior rechter bij de rechtbank Overijssel, vestiging Almelo. Ondanks zijn falende optreden bij de vuurwerkramp, kreeg hij een mooie baan weer. Dat geldt ook voor de stuntelende voormalige korpschef Piet Deelman van de politie Twente en ex-burgemeester Jan Mans van Enschede. Mans mocht zelfs al waarnemer aan de slag in Moerdijk waar zich een ramp had afgespeeld in het Botlek-gebied. Mans weet hoe je een deksel op de pot stopt. Binnenkort zoom ik in op hun rol in de vuurwerkramp.
De kritische rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn oprecht op zoek naar de waarheid kregen in 2005 strafontslag. Burgemeester Mans en korpschef Deelman hadden dat geregeld. Officier van justitie Herman Stam was toen al verbannen naar de Nederlandse Antillen.
https://www.linkedin.com/pulse/ook-het-vuurwerkrampdossier-zit-een-rolletje-van-deel-rob-vorkink/?published=t
Ook in het vuurwerkrampdossier zit een rolletje van Sebreniica, deel 17
Gepubliceerd op 6 juli 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Het omstreden rechercheonderzoek naar de vuurwerkramp kent ook 'een fotorolletje van Sebrenica'. Een geluidsopname van klusjesman Kloppenborg van zaterdag 28 april 2001. Toen in juli 1995 een legerofficier van Dutchbat een fotorolletje overdroeg aan de inlichtingendienst in Nederland met daarop bewijs van slachting van moslim-mannen in de Bosnische enclave Sebrenica, bleek na ontwikkeling dat het fotorolletje was mislukt.
De Nederlandse samenleving hoorde de Defensie-verklaring vol ongeloof en verbazing aan. 'Dit kan toch niet waar zijn? Dit is toch geen toeval', was de alomvattende opinie. Het mislukte fotorolletje met genocide-beelden staat niet op zich. Ook in het vuurwerkramp zit zo'n voorbeeld. En ja, inmiddels is wel duidelijk dat dit vuurwerkramp-onderzoek één groot foutenfestival was vol blunders, dan kan zo'n voorbeeld niet ontbreken. Dat doet het dan ook niet.
Wat is er gebeurd in het vuurwerkramp dossier waarbij de vergelijking met het mislukte fotorolletje van Sebrenica gerechtvaardigd is?
Het is zaterdag 28 april 2001. Hoewel de zon schijnt gaat het kwik maximaal naar 14 graden. Op het hoofdbureau van politie Twente in Enschede staan de zweetdruppels op het gezicht van Henny Kloppenborg, de klusjesman van SE Fireworks. De vuurwerkopslagplaats die een klein jaar eerder compleet is weggevaagd na twee extreme explosies.
Rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn confronteren Kloppenborg met de foto's die freelance fotograaf Reinier van Willigen heeft gemaakt op het terrein van SE Fireworks van het brandweeroptreden op zaterdag 13 mei. Hij handelt in opdracht van Dagblad Tubantia. Op de serie foto's zijn duidelijk klusjesman Kloppenborg, mededirecteur Willy Pater en de later omgekomen brandweerman Hans van der Molen te zien. Kloppenborg wijst van der Molen nog op een brandje op het dak van de showroom. Kloppenborg heeft ook iets in z'n handen. Het zijn de laatste foto's vanaf het terrein. Kort nadat Van Willigen brandweerman Van der Molen heeft gefotografeerd waarbij op de achtergrond een vuurtong is te zien, vlucht de fotograaf de bedrijfswoning van Fireworks in. Dat is tussen de eerste en tweede klap.
Van het tonen van die foto's krijgt klusjesman Kloppenborg het die zaterdag 28 april 2001 Spaans benauwd. Hij komt niet meer uit z'n antwoorden, maar is aan het einde van het verhoor tot op het bot opgefokt, aldus de rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn.
Hennie Kloppenborg fietst terug naar z'n woning in de Van der Veenlaan. Wat de klusjesman niet weet is dat in het geheim eerder camera's zijn geplaatst met zicht op de voor-en achterkant van z'n huis en dat binnen afluisterapparatuur is aangebracht door specialisten van de KLPD.
Op het moment dat Kloppenborg na verhoor het hoofdbureau verlaat, belt collega Hans Middelesch van Jan Paalman van het Tolteam met de KLPD om de afluisterapparatuur aan te zetten. Paalman: 'We waren ervan overtuigd dat hij tegen z'n vrouw de verbazing zou uitspreken hoe de recherche wist wat zijn rol op het terrein was geweest. '
De gedreven rechercheur Paalman kan eigenlijk niet wachten om te horen wat er op de geluidsband van zaterdag 28 april staat. Hij moet geduld hebben, want maandag is het Koninginnedag, dus pas dinsdag 1 mei hoort hij het resultaat. En dan gebeurt het onwaarschijnlijke. Paalman: 'Ik zat in de koffiekamer toen Tolteamleider Cees Mijwaart grijnzend naar me toekwam. Sorry Jan, maar het digitale schijfje heeft zaterdag NIET gewerkt. Er staat niets op. ' Paalman is stomverbaasd en belt zelf met de KLPD. Een collega aan de lijn zegt dat hij hem zo snel mogelijk zal terugbellen om te rapporteren. Jan Paalman wacht een half uur. Dan belt de KLPD-man terug en zegt: 'Ik weet niet wat je gedaan hebt Jan, maar ik moest bij m'n baas komen die mij meldde dat ik er mij niet mee moest bemoeien. Dit was een zaak van hogerhand.'
Paalman ziet later een proces verbaal van het afluistertraject van klusjesman Kloppenborg. Tolteamleider Kamperman doet verslag, maar begint het PV dat Kloppenborg vanaf zondag 29 april is afgeluisterd. Hij rept met geen woord over het afluistertraject van zaterdag 28 april 2001. Paalman ziet nog weer later een proces verbaal van de KLPD dat op zaterdag 28 april 2001 wel degelijk Kloppenborg is afgeluisterd. Rijst de vraag waarom deze geluidsopname niet teruggeluisterd mocht worden. Zegt Kloppenborg hier iets wat zijn betrokkenheid bij de ramp verraad? Het lijkt er sterk op.
Belastende informatie tegen Kloppenborg kon de Tolteamleiding niet gebruiken, want het zat inmiddels volledig op het spoor van de vermeende brandstichter Andre de Vries die in april 2001 al bijna 3 maanden vastzit op verdenking van brandstichting bij SE Fireworks.
Tolteamleider Cees Mijwaart neemt Kloppenborg in bescherming. Niet zo vreemd. Mijwaart is trainer van een voetbalelftal van Sparta Enschede waar Kloppenborg de masseur is. Mijwaart bewijst Kloppenborg nog een dienst, want uitgerekend hij als Tolteamleider gaat Kloppenborg horen. Mijwaart houdt zo de regie dat zijn vriend geen domme uitspraken gaat doen in z'n verhoren. Met andere woorden: Mijwaart gaat voorkomen dat Kloppenborg zichzelf belast. Tolteamleider Ed Reinshagen is er ongelukkig mee, maar vindt het goed. Het was een idee van officier van justitie Herman Stam, de huidige senior rechter in Almelo.
Dan een sprong in de tijd. Na de vrijspraak van Andre de Vries op 12 mei 2003, willen Paalman en de Roy van Zuijdewijn het onderzoek nieuw leven inblazen. Het Tolteam ziet er niets in.
Het gevolg is dat het Tolteam niets doet met een belangrijke tip van Henk Tinnemeier uit Glanerbrug. Zijn overbuurvrouw woont naast Andre de Jong van SE Fireworks. Van hem hoort zij dat De Jong tegen haar heeft verteld samen met z'n broer, mededirecteur Willy Pater, z'n partner Marion Schippers en de klusjesman (Henny Kloppenborg) voor de eerste brand op het terrein aanwezig waren. Het rechercheteam doet niets met deze belangrijke tip.
Het Tolteam doet ook niks met een tip van Annie Prins uit Hardenberg die op de rampdag een paniekerige man heeft zien wegrennen vanaf de Tollenstraat richting de Lasondersingel en tegen de vrouw zegt rond 15.00 uur: 'Wegwezen, hier is sprake van ontploffing in vuurwerk'.
Ook doet het rechercheteam niks met een aanvullende verklaring van de vrouw van Henk Zegelen die zaterdag 13 mei 2000 's avonds een feestje zou vieren met een tekstbordje: 'Henk 70' waar zaterdagmorgen nog aan moest worden toegevoegd: 'en tevens 25 jaar getrouwd'.
In 2015 hoort Jan Paalman ook een getuige die rond 15.00 uur onder de roldeur van SE Fireworks een man ziet wegvluchten. Twee rechercheurs van het Tolteam gaan een half jaar na de ramp bij hem op bezoek, maar het is niet eens duidelijk of hiervan proces verbaal is opgemaakt. In het officiële vuurwerkkrampdossier is hierover niets te vinden.
https://www.linkedin.com/pulse/wat-wodt-hier-verzweegn-de-vuurwerkramp-18-rob-vorkink/?published=t
'Wat wodt hier verzweeg'n, in de vuurwerkramp, doofpotdossier 18
Gepubliceerd op 7 juli 2018
0
0
0
Rob Vorkink
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Het is een grijze dag, maandag 22 mei 2000. In elk geval is het geen mooie lentedag en de zon schijnt nauwelijks. Het grauwe beeld past exact als decor voor de honderden geruïneerde woningen in de Enschedese wijk Roombeek. Het draconische gevolg van de vuurwerkramp, dan net ruim een week oud. Het gebied is hermetisch afgesloten met schuttingen en kilometers hekwerk. Enschedeër Frits Pril heeft er lang gewoond. Deze maandag staat hij het hekwerk aan de Lasondersingel pal tegenover het Talmapleintje.
Pril is woedend. Op de achterbank in z'n auto ligt z'n vriendin Grietje. De besnorde Pril gehuld in een trui en spijkerbroek ziet in z'n kielzog journalisten en cameramensen. Van TV Oost zijn Esther Rikken cameraman Frank Swenne getuige van een begrijpelijk tafereel. Pril vertaalt de woede en het verdriet van Enschede. Hij stapt in z'n auto, geeft vol gas, ramt een hekwerk en rijdt pardoes tegen een boom. Vervolgens zet hij de auto in z'n achteruit, stopt geeft opnieuw gas en vliegt in volle vaart het rampgebied in, omstanders verbijsterd achterlatend.
Toegesnelde politiemannen staan verbaasd te kijken. Het wordt enkele minuten muisstil totdat het geronk van de auto van Pril weer dichterbij komt. Eenmaal terug bij het vernielde hekwerk springt Pril uit z'n auto en begint machteloos te schreeuwen. 'Wat wodt hier verzweeg'n', roept hij enkele keren. Journalist Eddy van der Ley van het AD staat naast hem. Pril vervolgt: 'Alles plat, alles plat'...Agenten grijpen hem vast en brengen hem naar een gereedstaande ME-bus. Van der Ley roept nog om hem niet aan te houden, maar dat gebeurt toch.
Ruim 18 jaar later hebben de woorden van Pril destijds een sinistere betekenis gekregen. Want het vuurwerkramp-dossier is een dossier dat z'n gelijke niet kent. Talloze onderzoeken zijn er geweest, maar het ontstaan van de eerste brand op het terrein van de opslagplaats van vuurwerkbedrijf SE Fireworks is officieel nog steeds een raadsel. Zolang dat het geval is, blijven speculaties bestaan, al dan niet aangewakkerd door procespartijen zelf zoals de Rijksverheid, de gemeente Enschede, de brandweer, politie en Justitie.
Er zijn critici die zeggen: 'Hou er eens over op, het is nu zolang geleden.' Dat is een gegeven, maar als iemand mij geld leent, zeg ik na 18 jaar niet om daarover eens op te houden, want het is al zolang geleden.
Oud-Tolteam-rechercheur roept al jaren dat de vuurwerkramp kan worden opgelost, maar dat dit van overheidswege niet mag. Het bewijs is er niet, maar het heeft er alle schijn van. Omdat duidelijk te maken gaan we terug naar 2010 als het OM op 11 mei besluit een nieuw onderzoek te starten na een verklaring van een kroongetuige via TV Oost, nota bene een familielid van mededirecteur Pater en zijn vrouw Marion Schippers.
De kroongetuige verklaart dat er op die zaterdag 13 mei 2000 voor de eerste brand nog is gewerkt op het terrein aan een vuurwerktekstbordje. Het OM kan niet anders dan hiernaar onderzoek te doen. Via de directie van RTV Oost worden de programmamakers Frans Strikker en Rob Vorkink gevraagd om de geluidsopname met de kroongetuige aan de politie te overhandigen. Zij weigeren dat. De journalistiek is geen verlengstuk van Justitie en politie en de angst bestaat dat de kroongetuige als halve dwaas zal worden weggezet.
De politie start een klein rechercheteam met de naam Esaltato dat onder leiding staat van Erik Willems. In september is er zoveel nieuwe informatie beschikbaar dat Willems een voorstel doet het rechercheonderzoek naar het ontstaan van de vuurwerkramp helemaal opnieuw te doen. Willems bevestigt dat telefonisch aan oud-rechercheur Jan Paalman die hem van allerlei informatie had voorzien.
Achter de schermen gaat een hevig gevecht schuil tussen politie en Justitie. Het OM wil geen nieuw onderzoek, het zou een brevet van onvermogen aantonen. Er wordt een compromis bedacht. Eind september 2010 neemt een rechercheteam vanuit Zwolle het nieuwe onderzoek over onder de naam VerEsal. Reden: een frisse blik door een nieuw team. Dat team staat onder leiding van Lute Nieuwerth en Ton van der Griendt. Hoofdofficier is Wilbert Tomesen. Die rapporteert op z'n beurt aan de Justitiebazen in Den Haag die onder leiding staan van voorzitter Herman Bolhaar van het college van Procureurs-Generaal, die rechtstreeks rapporteert aan de minister van Justitie.
Na ruim één jaar wordt het onderzoek van VerEsal bekendgemaakt door Recherche-leider Lute Nieuwerth, burgemeester Peter den Oudsten van Enschede, hoofdofficier van Justitie: Wilbert Tomesen en de Twentse korpschef Martin Sitalsing. Het resultaat is bedroevend. De ramp is niet opgelost. Het is niet duidelijk hoe het eerste vlammetje is ontstaan. Er zijn 12 onderzoeksopdrachten uitgezocht, maar heeft vrijwel niets opgeleverd. Wat de media die donderdag in november 2011 niet te horen krijgen, is dat teamchef de Boer van VerEsal had voorgesteld een compleet nieuw onderzoek te doen naar de ramp. Opnieuw ligt Justitie dwars.
Hoofdofficier Wilbert Tomesen stelt dat er nog één onderzoek zal worden uitgevoerd omdat er grote onduidelijkheden zijn over het belangrijkste bewijsmateriaal tegen de vermeende brandstichter Andre de Vries, die dan al is vrijgesproken. Zouden Paalman en de Roy van Zuijdewijn dan toch het gelijk aan hun kant krijgen? Volgens Tomesen moet nader onderzocht worden hoe de vuurwerksporen in z'n sportbroekje zijn gekomen.
Dat enige nieuwe onderzoek zal nu opgepakt worden onder leiding van het Openbaar Ministerie in Groningen onder de naam Daslook. Opnieuw duurt het geruime tijd voordat de onderzoeksopdracht exact is geformuleerd en gaat het Daslook-team aan de slag.
Op 6 december 2012 meldt dat team dat er geen vraagtekens meer zijn en dat alles goed is onderzocht en ook alles klopt rondom het rode sportbroekje. Einde verhaal.
Wat de meeste journalisten niet wordt meegedeeld, maar uiteindelijk via een succesvolle WOB-procedure boven water komt is het volgende: een dag nadat VerEsal bekend maakt dat nader onderzoek moet volgen naar de vuurwerksporen in het rode sportbroekje van Andre de Vries, verandert voorzitter Bolhaar van het College van Procureurs-Generaal de onderzoeksopdracht ten aanzien van de sporen in het sportbroekje. Dat is logisch, want anders zou het gesjoemel worden ontdekt. Bolhaar vraagt in een brief aan officier van justitie Fred Westerbeke (die ook het onderzoek leidt naar de vliegramp MH 17), dat hij moet laat onderzoeken of het rechtshulpverzoek aan Kreta (waar de Vries is geweest en waarvan hij zegt daar de vuurwerksporen te hebben opgelopen), wel rechtsgeldig was.
Overigens zou aanvankelijk officier van justitie Henk van der Meijden het nieuwe vuurwerkkramponderzoek doen. De man die in 2004 de leiding had over het rijksrecherche-onderzoek waaruit bleek dat het Tolteam niets verkeerds had gedaan.
Zo gaat dat dus bij het OM. Gewoon blijven ronddraaien in een kringetje om de waarheid te blijven verhullen. De werkwijze van het OM is doorzichtig. Dat blijkt uit het volgende:
In 2010 doen Frans Strikker en Rob Vorkink aangifte tegen klusjesman Kloppenborg wegens poging tot doodslag. Hij probeert Vorkink met een honkbalknuppel op z'n hoofd te slaan. Kloppenborg doet op zijn beurt aangifte tegen hen vanwege huisvredebreuk. Oud-rechercheur Jan Paalman en SEF-directeur Rudi Bakker doen op hun beurt aangifte tegen oud-officier van justitie Herman Stam, tegenwoordig rechter in Almelo, oud-Tolteamleider Hans Kamperman en oud-rechercheur Willem Scheurs. De oude Tolteamleiding (Rik de Boer, Hans Kamperman en Cees Mijwaart) doen op hun beurt weer aangifte tegen Vorkink/Strikker vanwege smaad en laster. Justitie handelt de kluwen aangiftes simpel af daar alles tegen elkaar weg te strepen. De gemakkelijke variant. Het sepo tegen Paalman is het meest opmerkelijke. Omdat de Rijksrecherche in 2004 heeft verklaard dat er niets onoorbaars is gedaan door het Tolteam, is de aangifte van Paalman van nul en generlei waarde. En dat terwijl toen al bleek dat het RR-onderzoek niet deugde.
In 2018 komt Paul van Buitenen met een rapport naar buiten waaruit bovenstaande allemaal als feit kan worden gepresenteerd. Er is nog veel meer. Zoals de waarschuwing aan het adres van de gemeente Enschede, kort na de vuurwerkramp in Culemborg, dat het ook in Enschede mis kan gaan Dan is SE Fireworks nog in handen van de vorige eigenaar Harm Smallenbroek. Ook hij heeft een opmerkelijke rol in dit dossier dat nog totaal niet belicht is.
Het nieuwe rapport van Van Buitenen bevat voldoende munitie voor een nieuwe civiele claim tegen de rijksoverheid en de gemeente Enschede. Eén ding is zeker. Als destijds bekend was hoe de brandweerleiding in Enschede gefaald had, was Jan Mans geen burgemeester van Enschede meer geweest. Dat weet hij zelf ook.
Tot slot: De woorden van Frits Pril echoën nog na. Eén van de architecten van de doofpottheorie is oud-hoofdofficier van justitie: Wilbert Tomesen. Hij wordt nu voorziiter van het huis van klokkenluiders. Snapt u het nog?
https://www.linkedin.com/pulse/twentse-korpschef-piet-deelman-de-tita-tovenaar-van-rob-vorkink/?published=t
Twentse korpschef Piet Deelman, de Tita Tovenaar van de vuurwerkramp
Gepubliceerd op 8 juli 2018
Rob Vorkink
Onderzoeksjournalist Follow the Money. Richt zich op onthullingen uit Oost-en Noord Nederland. Meld misstanden in uw gemeente op rob.vorkink@ftm.nl
Ruim 37 jaar maakte hij deel uit van het politiekorps in Nederland. Hij studeerde af op een scriptie over de relatie tussen pers en politie. Kwam uit het korps Ijsselland en volgde medio 2001 Aad Meijboom op als korpschef in Twente. Meijboom vertrok naar Rotterdam. Deelman kreeg direct een zwaar dossier op z'n bureau. De naweeën van de vuurwerkramp en dan met name de handelswijze van de leiding van het rechercheteam dat de vuurwerkramp onderzocht. Hij kwam in een wespennest terecht en liet twee kritische rechercheurs uit het team vallen als een baksteen. 'Een man met weinig ballen', laat ex-rechercheur Jan Paalman uit Rijssen zich in 2018 ontvallen.
Ondanks die kwalificatie heeft Deelman anno 2018 een prachtbaan bij Interpol en zit Jan Paalman werkeloos thuis. Hoe kon het zover komen?
Piet Deelman is amper korpschef in Twente of hij krijgt een intern memo van de rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn in mei 2002. Daarin zetten beide rechercheurs uiteen waarom hun rechercheteam aan tunnelvisie leidt. Deelman is onder de indruk en laat het duo na een gesprek weten: 'Ik wil absoluut geen tweede Puttense moordzaak' (de onterechte veroordeling van twee mannen uit Putten van de moord op stewardess Christel Ambrosius).
Deelman's visie verandert snel als sneeuw voor de zon. De kritische rechercheurs zijn volgens hem rijp voor de psychiater en hij maakt hen samen met burgemeester Mans het leven zuur. Voor Deelman is loyaliteit aan het korps belangrijker dan integriteit. Het duo krijgt in 2005 strafontslag. Paalman en de Roy van Zuijdewijn begrijpen niets van de opstelling van Deelman. Als burgemeester Mans het strafontslag bekrachtigt is duidelijk dat het rechercheduo is 'kalltgestellt'.
Deelman neemt in 2008 afscheid van de politie Twente. Hij krijgt een nieuwe baan en zal in 2014 verkassen naar Interpol. Iedereen is lovend over de Twentse korpschef die bij z'n aantreden nog een villa naast het hoofdbureau van de politie in Enschede bedong en een relatie aanging met z'n secretaresse.
Het lot van de ontslagen rechercheurs Paalman en de Roy van Zuijdewijn laten hem koud. Dat doen ook ex-burgemeester Mans en z'n opvolger Den Oudsten. Wanneer Jan Paalman opheldering vraagt aan Deelman over zijn rol in de vuurwerkramp, laat deze zich ontvallen dat hij de vuurwerkramp van z'n harde schijf heeft gewist. De familie Paalman is ziedend over zo'n opmerking.
Deelman is niet de enige die zich ongevoelig toont in het vuurwerkramp-dossier. Dat is ok brandweerofficier Jans Weges. Hij presteert het om medio 2017 de toenmalige advocaat van brandweer-weduwe Mathilde van der Molen voor de gek te houden. Weges dwingt De Witte een contract te tekenen dat hij de brandweerverklaringen van zondag 14 mei kan krijgen om de vindplaatsen van de overleden brandweerlieden Van der Molen en Gremmen, te lokaliseren, niet aan derden verstrekt. De straf. Een geldboete bedoeld voor het brandwondencentrum in Beverwijk.
Als de weduwe de verklaringen via haar advocaat per post in 2018 krijgt aangereikt, blijken deze van 15 mei en later en niet afgenomen door brandweerofficier Jans Weges.
Sterker nog: recent spreekt brandweer-weduwe Mathilde van der Molen één van de brandweerlieden van het eerste uur. Deze zegt haar: 'Ik heb nooit met Jans Weges gesproken.'
https://twitter.com/RobVor/status/1050468706122379265
CiteerRob Vorkink
@RobVor
12h12 hours ago
Dossier vuurwerkramp, vanaf volgende week bij Follow the Money #ftm
(https://pbs.twimg.com/media/DpQDselWkAE_R0v.jpg:large)
https://www.ftm.nl/artikelen/tno-pleegde-fraude-om-oorzaak-vuurwerkramp-enschede-te-verhullen?utm_medium=social&utm_campaign=sharebuttonnietleden&utm_source=twitter
'TNO pleegde fraude om oorzaak vuurwerkramp Enschede te verhullen'
12
Rob Vorkink
Voormalig Europarlementariër Paul van Buitenen beschuldigt het TNO ervan wetenschapsfraude te hebben gepleegd in de nasleep van de Enschedese vuurwerkramp. Op basis van een intensieve studie concludeert de voormalig klokkenluider dat het onderzoeksinstituut medeverantwoordelijkheid draagt voor de strafrechtelijke veroordeling van de directie van vuurwerkbedrijf SE Fireworks. Ook zou het handelen van TNO brandweerlieden in gevaar hebben gebracht.
Dit stuk in 1 minuut
Bijna twee decennia na de vuurwerkramp in Enschede levert het immense onderzoeksdossier nog altijd nieuwe geheimen op.
Volgens nieuw review-onderzoek van 2014 tot 2018, uitgevoerd in opdracht van de Expertgroep Klokkenluiders in Utrecht, heeft onafhankelijk onderzoeksinstituut TNO een dubieuze rol gespeeld in technische onderzoeken van de ramp.
Hierdoor bestaat tot nu toe een vertekend beeld over de werkelijke oorzaak van de ramp en de betrokkenheid van de Fireworks-directie. Ook is er nog altijd discussie tot op hoog niveau of vuurwerkbranden met water moeten worden geblust.
Lees verder
Het is dinsdag 11 oktober 2005. Het militair oefenterrein dichtbij de stad Stalowa Wola in het zuidoosten van Polen ligt er vredig bij, maar dat zal spoedig veranderen. Onafhankelijk onderzoeksinstituut TNO heeft het terrein namelijk afgehuurd voor een grote vuurwerkproef. Het betreft de voorlaatste reeks testexplosies van evenementenvuurwerk in een grootschalig Europees onderzoek, het zogeheten Chaf-project, dat wordt gehouden naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede. Hierbij wordt onder meer gekeken naar een betere methode om vuurwerk te classificeren. Behalve medewerkers van het TNO en de brandweer, is er ook een delegatie ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken en het RIVM aanwezig.
De Poolse proef krijgt een bizarre wending wanneer een partij van 5000 kilo licht evenementenvuurwerk (vuurpijltjes zonder stok, klasse 1.4), die verpakt zit in een hermetisch afgesloten container, op afstand via een elektronische ontsteker in brand wordt gestoken. Na seconden voltrekt zich een gigantische explosie. Brokstukken van de ontplofte container komen 500 meter verderop terecht. Op filmbeelden is te zien dat de explosie zich manifesteert als een rood-oranje paddestoel, omringd door grijze stofwolken.
De brokstukken vliegen de TNO-medewerkers, pyrotechnici, brandweerdeskundigen en beleidsmakers om de oren. In de omgeving sneuvelen zelfs ruiten van huizen. De overlast voor de buurt is dermate groot dat de proef niet mag worden herhaald. Een proef met mortierbommen van 6 inch, die veel zwaarder zijn – klasse 1.1 – dan de vuurpijltjes zonder stok, wordt echter driemaal gedaan. Elke keer is de reactie veel minder heftig dan bij die ene proef met het lichte vuurwerk in de container. De verbazing bij de aanwezigen is groot. Niemand had verwacht dat licht geclassificeerd evenementenvuurwerk met zo'n enorme kracht zou kunnen exploderen.
Herinneringen aan Enschede
Het Europese Chaf-project, waarvan de proef in Polen deel uitmaakt, is opgezet naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede. En inderdaad roepen de beelden van de Poolse ontploffing herinneringen op aan die zaterdag in mei 2000, waarop zich in Enschede een van de grootste naoorlogse rampen van ons land voordoet. Het begint met een brand bij opslagbedrijf SE Fireworks, gevestigd aan de Tollensstraat in de woonwijk Roombeek. De brandhaard bevindt zich in een grote bunker, die zeventien compartimenten voor vuurwerkopslag bevat.
De Enschedese brandweer, met 22 man uitgerukt, blust de brand in één van de compartimenten van de bunker met water. Na twintig minuten lijkt het vuur onder controle, maar korte tijd later ontwikkelt zich boven een van de andere compartimenten een vuurtong. Daarna gaat het snel mis. Na enkele minuten volgen er met korte tussenpozen drie enorme explosies die de omgeving in een inferno veranderen. Vier brandweerlieden en 19 omwonenden komen om. Er zijn bijna duizend gewonden. Honderden huizen vliegen in brand of raken ontzet, en vele bewoners verliezen huis en haard. De financiële schade bedraagt in totaal 430 miljoen euro.
De dag na de ramp begint het zogenoemde Tolteam van de recherche – vernoemd naar de Tollensstraat, waar het bedrijf gevestigd is – te speuren naar informatie over de toedracht van de ramp en wie ervoor verantwoordelijk zijn. Heel Nederland leeft mee en het kabinet installeert een regeringscommissie onder leiding van oud-ombudsman Marten Oosting.
De eigenaren van SE Fireworks, Rudi Bakker en Willy Pater, worden direct verantwoordelijk gehouden voor de catastrofe en zitten binnen een week achter de tralies. Ruim een half jaar later wordt Enschedeër André de Vries opgepakt op verdenking van brandstichting bij SE Fireworks.
In 2002 volgen de strafprocessen. De beide directeuren krijgen een celstraf van een half jaar voor overtreding van de milieuvergunning. André de Vries wordt veroordeeld tot 15 jaar. De beelden van zijn veroordeling, gemaakt door RTV Oost, krijgen landelijke bekendheid doordat de Enschedeër tijdens het voorlezen van het vonnis opspringt en in alle toonaarden zijn schuld ontkent.
In 2003 wordt De Vries in hoger beroep vrijgesproken, mede door verklaringen van twee kritische rechercheurs van het Tolteam: Jan Paalman en Charl de Roy van Zuydewijn. Ook de Fireworks-directeuren gaan in hoger beroep, maar voor hen loopt dat minder goed af: hun celstraf wordt met een half jaar verzwaard. Volgens de rechters kan het duo dood door schuld worden verweten door de opslag van te veel en te zwaar vuurwerk. De gevangenisstraf van één jaar wordt bekrachtigd door de Hoge Raad.
De ramp in Enschede, en de lange nasleep ervan, is onderwerp van een recent onderzoek door Paul van Buitenen (Breda, 28 mei 1957). Deze gewezen EU-ambtenaar verwerft internationale bekendheid als hij in 1999 als klokkenluider een doorslaggevende rol speelt bij het aftreden van de Europese Commissie. Later haalt hij met zijn politieke partij Europa Transparant twee zetels in het Europees parlement met een programma dat vooral is gericht op het bestrijden van fraude, corruptie en vriendjespolitiek binnen de Europese overheidsinstellingen.
De geheimen van Enschede
Tien jaar na de vuurwerkramp in Enschede, 2010, is een kantelpunt in de historie van de catastrofe. Begin 2010 besteed ik met RTV Oost-collega Frans Strikker nog eens aandacht aan de merkwaardige rol van politie, justitie en de rijksoverheid tijdens en na de ramp. De nieuwe inzichten die door ons graafwerk naar boven komen, vormen aanleiding voor Justitie om in mei 2010 een nieuw feitenonderzoek aan te kondigen. Een team nieuwe rechercheurs gaat aan de slag, maar hun speurtocht loopt in 2012 uit op een deceptie. Twee ontslagen rechercheurs, Jan Paalman en Charl de Roy van Zuydewijn, ontdekken met mij dat cruciale getuigen en documenten die opheldering zouden kunnen verschaffen over onbeantwoorde kwesties, niet zijn geraadpleegd. Voormalig rechercheur Paalman ziet zelfs een complot: 'De vuurwerkramp kan wel opgelost worden, maar dat mag niet van hogerhand.' In een poging om de waarheid alsnog boven water te krijgen, schakelt hij de Expertgroep Klokkenluiders in. Die geeft voormalig europarlementariër Paul van Buitenen opdracht om nog één keer grondig onderzoek te doen. Zijn rapport is onlangs verschenen, maar alleen in kleine kring bekend. Dankzij onder meer de aanklacht tegen het onderzoeksinstituut TNO, krijgt het vuurwerkramp dossier, 18 jaar na dato, een nieuwe wending.
Ik heb het dossier van de vuurwerkramp altijd intensief gevolgd en vanaf 2010 research gedaan aan de hand van gesprekken met hoofdrolspelers. Omdat politie, justitie en het Rijk na 2012 niets meer deden, maar er nog veel vragen onbeantwoord bleven, ben ik in het rapport van Van Buitenen gedoken. Het lijkt een oude kwestie, maar niets is minder waar. Op basis van de bevindingen van Van Buitenen heb ik dit artikel geschreven. In zijn onderzoek, dat vier jaar heeft geduurd, legt hij zaken bloot die politie en justitie – al dan niet bewust – hebben laten liggen. De slachtoffers van de ramp in Enschede hebben recht op openheid van zaken.
Lees verder
(vervolg)
Sinds 2010 is Van Buitenen, die de politiek in 2009 de rug heeft toegekeerd, verbonden aan de stichting Expertgroep Klokkenluiders, die is opgericht om klokkenluiders te helpen en justitiële dwalingen aan de kaak te stellen. De Expertgroep raakt betrokken bij de vuurwerkramp als oud-rechercheur Paalman van het Tolteam zich als klokkenluider meldt met twijfels over de waarheidsvinding in het onderzoek rond de vuurwerkramp. Van Buitenen start namens de Expertgroep in 2014 een onderzoek naar de strafrechtelijke vervolging in dezen, en naar het handelen van de overheid.
Tijdens het bestuderen van de verschillende onderzoeken, rapportages en documenten, valt Van Buitenen naar eigen zeggen van de ene verbazing in de andere. Op 9 oktober van dit jaar legt hij de laatste hand aan zijn onderzoek. Het rapport telt meer dan duizend pagina's.
Van Buitenen bestudeert in de loop van zijn onderzoek duizenden pagina's strafdossiers, het onderzoek van de regeringscommissie-Oosting en de resultaten van technisch onderzoek door het TNO en het Nederlands Forensisch Instituut. Hij bekijkt het vergunningentraject van de gemeente, de verslagen van de controles bij SE Fireworks, rapporten van de diverse veiligheidsinspecties en een Europees onderzoek naar de oorzaak van massa-explosies en classificatie van vuurwerk. Daarnaast voert hij tientallen gesprekken met hoofdrolspelers en deskundigen. Zijn ervaringen deelt hij met enkele Tweede-Kamerfracties, en hij geeft een lezing achter gesloten deuren aan de gemeenteraad van Enschede.
Dubieus
De oud-Europarlementariër zegt een reeks misstanden te hebben ontdekt waarbij diverse overheden volgens hem een kwalijke rol hebben gespeeld. Voor één van die misstanden is, zo beweert hij, het onafhankelijke onderzoeksinstituut TNO verantwoordelijk.
Van Buitenen rapporteert dat het TNO zichzelf tegenspreekt over de oorzaak van de vuurwerkramp in Enschede. Zo meldt het onderzoeksinstituut enerzijds in 2001 aan Justitie dat er bij SE Fireworks op de rampdag te veel en te zwaar vuurwerk opgeslagen is geweest, en dat dit de oorzaak is geweest van de ramp. Anderzijds doet het onderzoeksinstituut een aanvraag bij de Europese Unie voor financiering van een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede omdat de oorzaak daarvan niet te achterhalen is en de gigantische explosies onverklaarbaar zijn.
Van Buitenen rapporteert dat TNO zichzelf tegenspreekt
Van Buitenen: 'Het optreden van het TNO in 2001 is dubieus. Enerzijds laat het onafhankelijke onderzoeksinstituut hier de oren hangen naar het OM en anderzijds verklaart het het haaks daarop in een verzoek voor Europese subsidie.'
Een jaar na de veroordeling van de Fireworks-directie, krijgt het TNO inderdaad het gevraagde Europese gemeenschapsgeld om meerdere proeven met evenementenvuurwerk te kunnen doen. Het doel is de oorzaak van de vuurwerkramp vast te stellen en de heftigheid en invloed van de explosies te kunnen verklaren.
Intussen bereidt Justitie zich in 2002 voor op het hoger beroep tegen de SE Fireworks-directie, gewapend met de TNO-rapportage die stelt dat er bij het bedrijf op de rampdag te veel en te zwaar vuurwerk heeft gelegen en dat dit de oorzaak is geweest van de vuurwerkramp. In het hoger beroep tegen de twee directeuren van SE Fireworks, in 2003, tillen de rechters zwaar aan de door het TNO onderschreven beschuldiging van Justitie.
In zijn rapport reconstrueert Van Buitenen hoe het TNO Justitie te hulp is geschoten bij het scenario van 'te veel en te zwaar' vuurwerk op de rampdag. Die reconstructie begint al op de eerste dag na de vuurwerkramp, als een groep milieu-rechercheurs van het Tolteam naar informatie speurt over de hoeveelheid vuurwerk die op de rampdag bij het bedrijf opgeslagen is geweest, en over de gevarenklassen daarvan.
Bestellijsten, facturen en filmbeelden
Doordat het terrein oogt als oorlogsgebied waar bijna geen steen meer op de andere staat, gaan de rechercheurs, samen met specialisten van het TNO en het NFI, bij internationale leveranciers op zoek naar voorraadlijsten, documenten met bestellingen en facturen voor SE Fireworks uit mei 2000.
Paul van Buitenen
"Op basis van inschattingen en een aanname is de hoeveelheid vuurwerk berekend, maar die cijfers kloppen niet"
Die onderzoekslijn vergt geduld, maar de politiek en de samenleving willen snel antwoorden. De druk op de onderzoekers is dus groot. Bij diverse landen moeten echter eerst rechtshulpverzoeken worden gedaan, 177 in totaal, voordat de informatie binnenkomt.
Het Tolteam, het TNO en het NFI bekijken ook filmbeelden die gemaakt zijn van de ramp. Zo heeft RTV-Oost-medewerker Danny de Vries de explosies gefilmd vanuit de Tollensstraat en Roomweg, en Jack Huijgens en Gerrit Poort van de andere kant, vanaf het dak van het huidige Balengebouw. Die beelden worden frame voor frame bekeken. Ook wordt tijdens de politieverhoren beide directeuren naar de voorraden gevraagd. SE Fireworks mede-eigenaar Rudi Bakker praat honderduit en beweert stellig dat er alleen vuurwerk aanwezig is geweest van de lichtste gevarenklasse: 1.4. Zijn compaan Willy Pater kiest een andere strategie: hij zwijgt vooral.
Begin 2001 raakt het geduld in politiek Den Haag op. De commissie-Oosting moet nu toch eens met z'n onderzoeksrapport komen. Het land wil antwoorden. Oosting presenteert op donderdag 28 februari het langverwachte rapport. De conclusie is dat bij het vuurwerkbedrijf op de rampdag te veel en te zwaar vuurwerk heeft gelegen en dat de overheid tekort is geschoten in het toezicht en de handhaving. Die conclusie neemt Oosting één op één over van de bevindingen van Justitie, gerapporteerd door het TNO.
De conclusies van Oosting – feitelijk de conclusies van Justitie en het TNO, aldus Van Buitenen – zijn ingegeven door inschattingen van de opslaghoeveelheid (177 ton evenementenvuurwerk van klasse 1.4 en 1.3) en de aanname, op basis van de filmbeelden van Danny de Vries, Jack Huijgens en Gerrit Poort, dat er klasse 1.1 vuurwerk (massa-explosief, zoals bovengenoemde 6 inch mortierbommen) moet hebben gelegen. De hoeveelheid massa-explosief vuurwerk wordt later geschat op 800 kg. Deze gegevens staan in de tenlastelegging en dagvaarding van beide directeuren en worden genoemd door de commissie-Oosting, die op 28 februari 2001 haar rapport presenteert.
Paul van Buitenen: 'Op basis van inschattingen en een aanname is dus de hoeveelheid vuurwerk berekend, maar die cijfers kloppen niet. Ik heb de gegevens vergeleken met de bedrijfsadministratie van SE Fireworks, die is bijgehouden tot vrijdag 12 mei 2000. Hierin staat dat bij het bedrijf op de rampdag 120 ton evenementenvuurwerk lag uit de lichtste gevarenklasse: 1.4. Vuurwerk uit de zwaardere gevarenklasse lag er niet, hoewel Fireworks ook een vergunning had voor de opslag van enkele tonnen 1.3. Van de opslag van het zwaarste vuurwerk, 1.1 en dus massa-explosief, was geen sprake.'
'Wat wod hier verzweeg'n?! Alles plat!'
Vuurwerk of munitie?
Al direct na de ramp doen er, gevoed door de heftigheid van de explosies, allerlei wilde speculaties de ronde dat er ander materiaal bij SE Fireworks heeft gelegen dan vuurwerk. Veel Enschedeërs zijn en blijven ervan overtuigd dat er munitie van Defensie opgeslagen moet zijn geweest. Ook doet er een hardnekkig gerucht de ronde dat de opslagplaats een dekmantel is voor een geheim NAVO-wapendepot in de ultra-geheime Gladio-operatie. Voor beide theorieën is geen enkel bewijs gevonden. Van Buitenen stelt dat er wel degelijk onderzoek is uitgevoerd. Hij gelooft dan ook niet in de aanwezigheid van munitie van Defensie bij SE Fireworks.
Wie daar nadrukkelijk wél in gelooft, of in elk geval duistere vermoedens koestert, is de Enschedeër Frits Pril. Enkele dagen na de ramp rijdt hij voor de camera's van RTV Oost met z'n auto dwars door de omheining van het afgesloten gebied. Na een korte rit keert hij terug aan de Lasondersingel en schreeuwt in Twents dialect: 'Wat wod hier verzweeg'n?!' En vervolgens: 'Alles plat.'
Deze uitspraken echoën na 18 jaar nog na in dit dossier. Op internet circuleert nog steeds het relaas van Pril, die in een interview beweert zeker te zijn dat er munitie op het terrein heeft gelegen. Politie en justitie reageren er niet op, maar lijken soms creatief met de waarheid om te gaan. Zo beweren beide instanties openlijk dat de bedrijfsadministratie van SE Fireworks bij de ramp in rook is opgegaan, maar volgens Van Buitenen heeft Justitie financiele boekhouding in beslag genomen bij de huisaccountant van het bedrijf, De Jong en Laan in Enschede.
'Ik heb van eigenaar Rudi Bakker een kopie gekregen en de cijfers verwerkt in het rapport,' zegt Van Buitenen. Hij vermoedt dat de boekhouding buiten het strafdossier is gehouden omdat de werkelijke vuurwerk voorraad bij Fireworks kleiner was dan Justitie beweerde. Dat zou ontlastend zijn geweest voor de beide directeuren in hun strafproces.
Eerdere ramp
In het strafrechtelijk onderzoek naar beide SE Fireworks-bazen ontbreekt behalve de actuele bedrijfsadministratie nog een document dat politie en justitie meer duidelijkheid had kunnen verschaffen over de oorzaak van de vuurwerkramp: een TNO-onderzoek naar een eerdere vuurwerkramp in Nederland.
Die ramp doet zich voor in Culemborg, waar op 14 februari 1991 de opslagplaats van het bedrijf MS Vuurwerk ontploft. Er vallen twee doden: de dochter en schoonzoon van de eigenaar van de onderneming. De oorzaak is een bedrijfsongeval.
Het TNO Prins Maurits Laboratorium publiceert twee maanden later, in april 1991, een rapport over deze ramp. De belangrijkste conclusie is dat licht geclassificeerd vuurwerk in grote hoeveelheden een onverwacht grote explosie kan veroorzaken. Het TNO schrijft letterlijk dat opsluiting van vuurwerk explosie versterkende effecten heeft. Ook doet het onderzoeksinstituut aanbevelingen aan de vier betrokken ministeries om de veiligheid te verbeteren, maar daar wordt niets mee gedaan. Negen jaar later, na de vuurwerkramp in Enschede, komt het Culemborg-rapport alsnog tevoorschijn.
De regeringscommissie-Oosting refereert tijdens haar presentatie op donderdag 28 februari aan de vuurwerkramp in Culemborg, maar laat buiten beschouwing dat opsluiting van het vuurwerk de kracht van de explosies in Enschede kan hebben veroorzaakt. Met het Culemborg-rapport kan Oosting de heftigheid van de ramp in Enschede verklaren, maar dat laat hij na.
Politie en justitie gebruiken het Culemborg-rapport niet in hun strafrechtelijk onderzoek, hoewel ze er wel van op de hoogte zijn. Een maand na de ramp in Enschede ligt er een exemplaar van het onderzoeksrapport op het bureau van de rechercheurs van het Tolteam. Projectleidster Isabel Mensink van het milieuteam zegt daarover in 2004 in het boek Op zoek naar de onderste steen: 'Als je het rapport leest, wordt de ramp van 13 mei eigenlijk al voorspeld. De kracht van de vuurwerkexplosie, de twijfel over de classificatie en de veiligheidsafstanden. Het is allemaal al bekend.'
Topje van de ijsberg
In het strafdossier dat wordt aangelegd tegen de twee directeuren van SE Fireworks worden de boekhouding van het bedrijf en het Culemborg-rapport buiten beschouwing gelaten, terwijl beide documenten van essentieel belang zijn voor de waarheidsvinding. Met deze onthullingen laat Van Buitenen een duistere kant zien van het strafrechtelijk onderzoek naar de vuurwerkramp.
Waarom wordt de opgeslagen hoeveelheid vuurwerk bij Fireworks gebaseerd op inschattingen en een aanname, en waarom is het rapport van de ramp in Culemborg, dat een verklaring biedt voor de kracht van de explosies, niet toegevoegd aan het strafdossier?
Leidinggevende Hans Kamperman van het Tolteam belooft te zullen doorgaan met speurwerk wanneer exact drie jaar na de vuurwerkramp, op dinsdag 13 mei 2003, Enschedeër André de Vries in hoger beroep wordt vrijgesproken van brandstichting. Zijn verklaringen zijn zo onsamenhangend dat het Hof er niets mee kan. Ook in dit geval blijkt waarheidsvinding echter niet het hoogste doel. Het Tolteam bekijkt nog enkele onderzoekslijnen, maar er is geen sprake van een doorstart van het fanatieke speurwerk door rechercheurs.
Brandweer tegenover beleidsmakers
Het onderzoek naar de vuurwerkramp verschuift zodoende van het domein van politie en justitie naar het domein van de wetenschap. Het TNO start in 2003 met zijn door de EU gesubsidieerde Europese onderzoek naar het gedrag en de effecten van laag geclassificeerd evenementenvuurwerk. Het onderzoek richt zich op de massa-explosies in onder meer Culemborg en Enschede, die gezien de lage classificatie van het aanwezige vuurwerk, 1.4 en 1.3, niet lijken te kunnen worden verklaard.
(vervolg)
Ook in dit geval blijkt waarheidsvinding niet het hoogste doel
De studie bevindt zich in de afrondende fase als medio 2005 de voorlaatste test wordt gehouden in Polen. Het resultaat is oorverdovend en verwoestend. En dat met slechts 5000 kilo vuurwerk van de lichte klasse 1.4.
Terug in Nederland komen de deskundigen en de brandweer direct in actie. In een brief aan het ministerie van Binnenlandse Zaken eisen zij dat de blusregels in Nederland zo snel mogelijk worden aangescherpt. In Nederland mag brandend vuurwerk van de lichtste gevarenklasse (1.4) namelijk met water worden geblust. Meerdere brandweercommandanten uiten links en rechts hun zorg over de veiligheid van hun manschappen. De ervaren brandweerofficier Rein Hulst beschrijft de dreigende crisis tussen de veiligheidsregio's en het ministerie van Binnenlandse Zaken een aantal jaren later in zijn scriptie Een andere kijk op vuurwerk, die hij maakt voor de leergang Master of Crisis and Disaster Development.
De beroepsgroep komt lijnrecht tegenover de beleidsmakers van het verantwoordelijke ministerie van Binnenlandse Zaken te staan, waardoor een crisis ophanden is. Achter de schermen is er, buiten het zicht van pers en publiek, voortdurend overleg. Medio november 2005, een maand na de omstreden test, zitten brandweereenheden, deskundigen en ambtenaren van het ministerie bij elkaar om de kwestie te bespreken. Tot een crisis komt het niet, maar de blusregels worden ook niet aangescherpt. Verantwoordelijk minister Johan Remkes schrijft na de bijeenkomst een officiële circulaire aan gemeenten en brandweerkorpsen waarin hij volhoudt dat het lichtste evenementenvuurwerk (1.4) gewoon met water kan worden geblust. De grote vraag is uiteraard waarom de beroepsgroep accepteert dat de blusinstructies niet worden aangescherpt. Volgens Van Buitenen speelt onderzoeksinstituut TNO bij het beantwoorden van die vraag wederom een voorname en dubieuze rol, net als in 2001.
In zijn brief weet Remkes de onrust en crisis te beteugelen door te melden dat in de Poolse container wel degelijk vuurwerk heeft gezeten uit de zwaarste gevarenklasse 1.1 – massa-explosief – en dus niet een partij licht geclassificeerd vuurwerk, 1.4. Het TNO komt in maart 2006 met een verklaring die in diverse media verschijnt. Woordvoerder Maarten Lörtzer: 'Ooggetuigen van de proef hebben van tevoren te horen gekregen dat het evenementenvuurwerk is geclassificeerd als 1.4, maar dit klopt niet want er lag wel degelijk massa-explosief vuurwerk.' De rust keert terug en iedereen gaat over tot de orde van de dag.
Blusprotocol vuurwerk brandweer Nederland
Na de vuurwerkramp in Enschede zegt de overheid de regels voor het blussen van vuurwerk te hebben aangepast, maar in feite zijn er alleen grotere afstanden voor de opslag van evenementenvuurwerk van toepassing. De praktijk is dat Nederlandse vuurwerkhandelaren ervoor kiezen dit vuurwerk in het buitenland op te slaan. De blusregels zijn gebaseerd op de gevaarsindicatie van de subklasse-indeling, overeenkomstig de instructies in onderstaand inzetprotocol:
Vuurwerk gevarenklasse 1.1: hulpverleners in uitgangsstelling op 1000 meter; hulpverleners op 400 meter onder voorwaarde dekking; omgeving afzetten tot 1000 meter.
Vuurwerk gevarenklasse 1.2: hulpverleners in uitgangsstelling op 1000 meter; hulpverleners op 400 meter onder voorwaarde dekking; omgeving afzetten tot 1000 meter; secundaire branden tot op 250 meter onder dekking blussen; object uit laten branden.
Vuurwerk gevarenklasse 1.3: opstellen voertuigen op 100 meter; scherfinslag mogelijk tot op 50 meter; op 100 meter omgeving afzetten; blussing geen zin, concentreren op branduitbreiding.
Vuurwerk gevarenklasse 1.4; opstellen voertuigen op 50 meter; op 50 meter omgeving afzetten; behandelen als gewone brand; rekening houden met kleine explosies.
Voor de subklasse 1.4 geldt dat deze zelfs benaderd en bestreden kan worden als een gewone brand. Dit is het uitgangspunt voor de brandweer bij bestrijding van vuurwerkbranden.
Bron: Rein Hulst, scriptie 'Andere kijk op vuurwerk', mei 2009
Lees verder
Wetenschapsfraude
Ruim twaalf jaar na de verklaring van TNO-woordvoerder Lörtzer krijgt Van Buitenen, na de presentatie van zijn voorlopige onderzoeksresultaten aan een delegatie Tweede-Kamerleden, de tip om de rol van het TNO in de vuurwerkramp na te trekken. Dat doet hij. Hij reconstrueert de gang van zaken in Polen, spreekt met ooggetuigen en krijgt fotomateriaal toegespeeld. Het onderzoeksresultaat voegt Van Buitenen in september 2018 toe aan zijn meer dan duizend pagina's tellende onderzoek. Hij trekt een keiharde conclusie: 'Het TNO heeft met de uitleg van herclassificatie van 1.4 naar 1.1 wetenschapsfraude gepleegd.' De Brabander bereidt een aangifte voor tegen het instituut. In zijn rapport staat fotomateriaal dat volgens hem bewijst dat er in de container in Polen geen massa-explosief vuurwerk van gevarenklasse 1.1 zat, maar licht vuurwerk van klasse 1.4. Het TNO zou de toedracht van de enorme explosie willens en wetens hebben verdraaid om de overheid buiten schot te houden.
Dat roept de vraag op waarom een onafhankelijk instituut als het TNO in 2001 de oren zou laten hangen naar het OM en in 2005 zou sjoemelen met de etikettering. Van Buitenen redeneert dat het TNO Justitie in 2001 te hulp schiet zodat het OM, met de beschuldiging van de opslag van teveel en te zwaar vuurwerk, een stevige aanklacht kan formuleren tegen SE Fireworks-directeuren Bakker en Pater. Als de tenlastelegging beperkt was gebleven tot overtreding van de milieuvergunning, zou dat volgens Van Buitenen geen recht hebben gedaan aan de geschokte rechtsorde.
Volgens de onderzoeker is het motief van het TNO voor de herclassificatie van het ontplofte vuurwerk in Polen geweest de onrust bij de brandweer te beteugelen en de dreigende crisis te bezweren. Het gevolg, volgens Van Buitenen: 'Licht geclassificeerd vuurwerk, 1.4, mag nog altijd met water worden geblust. Buitengewoon gevaarlijk voor brandweerlieden. Dat heeft Enschede wel geleerd.'
'Stevige beschuldigingen'
'De beschuldigingen van malversaties en fraude door het TNO zijn zeer ernstig – als ze waar zijn. Maar of dat zo is, moet eerst goed worden uitgezocht.' Dat zegt Lex Bouter, hoogleraar Methodologie en integriteit aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij heeft op verzoek van Follow the Money naar de beschuldigingen van wetenschapsfraude gekeken. In een reactie per mail stelt hij: 'Het zijn nogal stevige beschuldigingen en ik kan op deze korte termijn geen inschatting maken hoe plausibel ze zijn. Bovendien gaat dit veel verder dan een aantijging van een schending van de wetenschappelijke integriteit door TNO-onderzoekers.'
'Eenmaal brandend vuurwerk kan inderdaad niet meer worden geblust met water'
Het onderzoeksinstituut TNO is in de gelegenheid gesteld inhoudelijk te reageren op de beschuldigingen van Paul van Buitenen. Via woordvoerder Maarten Lörtzer volgt een formele toelichting. 'Wij hebben nog niets gehoord van de beschuldigingen en aangifte. Als de beschuldigingen tot een klacht leiden die bij het TNO wordt ingediend, zullen wij daar zorgvuldig op reageren volgens de daarvoor geldende procedures. Daarop nu via de media te reageren of vooruitlopen, is geen onderdeel daarvan.'
Paul van Buitenen informeert dit voorjaar Tweede-Kamerleden, onder wie Ronald van Raak van de SP, over de gevaren van het blussen van als licht geclassificeerd vuurwerk met water. Volgens de Brabander hebben de vuurwerkramp in Culemborg (1991), de vuurwerkramp in Enschede (2000), de vuurwerkramp in het Deense Kolding (2004) en de Poolse vuurwerkproef (2005) aangetoond dat niet de classificatie, maar de manier van opslag van evenementenvuurwerk cruciaal is voor de heftigheid van de reactie bij brand.
De SP-parlementariër eist opheldering van de verantwoordelijke minister, Ferdinand Grapperhaus van Veiligheid en Justitie. Die antwoordt op Kamervragen over blusinstructies op 6 juni 2018: 'Eenmaal brandend vuurwerk kan inderdaad niet meer worden geblust met water, zelfs niet bij onderdompeling.'
Van Buitenen is blij met het antwoord van minister Grapperhaus. Hij zucht: 'Eindelijk zien ze – na 18 jaar – in politiek Den Haag dat ook licht evenementenvuurwerk niet langer met water mag worden geblust. Dat gebeurt trouwens nog wel. Een ander SP-kamerlid, Jasper van Dijk, heeft in september Grapperhaus gevraagd waarom de blusregel op dat punt nog niet is aangepast. Grapperhaus antwoordt binnenkort.'
Het vier jaaar durende onderzoek van Paul van Buitenen kan een beslissende aanzet zijn tot herschrijving van de historie van de Enschedese vuurwerkramp. Officieel wordt nog altijd beweerd dat die het gevolg was van de opslag van te veel en te zwaar vuurwerk. Het onderzoek van Van Buitenen laat zien dat hierover nu – op z'n minst – gerede twijfels zijn. Voor directeur Rudi Bakker van SE Fireworks is het rapport aanleiding om opnieuw naar de Hoge Raad te stappen voor herziening van zijn zaak.
Follow the Money publiceert binnenkort meer artikelen in dit dossier.
Deel dit artikel, je vrienden lezen het dan gratis
Over de auteur
Rob Vorkink
Gevolgd door 120 leden
Bonkige, ervaren onderzoeksjournalist uit Twente. Voor Follow the Money Lokaal speurt hij naar misstanden in NO-Nederland.
Volg deze auteur en blijf op de hoogte via e-mail
(https://www.ftm.nl/uploads/cache/optimjpg/uploads/media/5bce48905aff5/vuurpijlen-verpakking-edit.jpg?v491)
Het laden van de container voor de vuurwerkproef in Polen. De klassificatie van het vuurwerk duidelijk zichtbaar: 1.4 en niet 1.1
https://twitter.com/Minkmaat/status/1056847089341251584
Geert van den Bos
@Minkmaat
2h2 hours ago
Replying to @RobVor
https://www.ftm.nl/artikelen/tno-pleegde-fraude-om-oorzaak-vuurwerkramp-enschede-te-verhullen?utm_medium=social&utm_campaign=Michiel-Werkman&utm_source=twitter ...
" via een elektronische ontsteker in brand "
ik dacht middels springstof
@PaulvanBuitenen
https://www.tubantia.nl/hof-van-twente/journalist-rob-vorkink-51-uit-goor-overleden~a9cbc6c8/
Journalist Rob Vorkink (51) uit Goor overleden
GOOR- Journalist Rob Vorkink (51) is plotseling overleden. De verslaggever, die het grootste deel van zijn loopbaan voor RTV Oost werkte, overleed vannacht in zijn slaap.
Gerben Kuitert 04-12-18, 14:31 Laatste update: 15:16
7
M
Vorkink werkte 28 jaar voor de regionale omroep, waar hij in februari van dit jaar na een arbeidsconflict vertrok. Rob Vorkink maakte als journalist vooral naam door de reportages die hij maakte over de nasleep van de vuurwerkramp in Enschede en de affaire rond de omstreden neuroloog Ernst Jansen Steur. Hij beet zich vast in die onderwerpen.
Follow the Money
Na zijn vertrek bij RTV Oost vond Vorkink emplooi bij 'Follow the Money', een platform voor onderzoeksjournalistiek. Zijn laatste reportages voor Follow the Money schreef Vorkink over het onderzoek, dat oud-Europarlementariër en klokkenluider Paul van Buitenen deed naar de manier waarop de vuurwerkramp werd onderzocht.
Ongerust
,,Juist op de dag dat Van Buitenen bij justitie aangifte doet van onderzoeksfraude in dat onderzoek naar de vuurwerkramp, overlijdt Rob. Dat is wel heel wrang", zegt een geschokte hoofdredacteur Eric Smit van Follow the Money. Op de redactie van het onderzoeksplatform ontstond vanmorgen ongerustheid toen Vorkink niet verscheen in de redactievergadering. ,,Niet komen opdagen, dat was niets voor Rob", zegt Smit. ,,We kregen via-via contact met zijn familie, waarna zijn broer thuis bij Rob is gaan kijken en hem daar heeft gevonden", aldus Smit.
Kleurrijk
Vorkink was een kleurrijke verslaggever, die niet snel los liet. Met journalist Lucien Baard van De Twentsche Courant Tubantia onderzocht hij de affaire rond de omstreden neuroloog Ernst Janssen Steur. Het duo spoorde de medisch specialist, die in opspraak was gekomen door ten onrechte de diagnose Alzeiheimer te stellen bij tal van patiënten, in 2009 op in Duitsland. Lucien Baard werd voor zijn reportages over de affaire Jansen Steur onderscheiden met De Tegel, een hoge journalistieke prijs. Hoewel beide journalisten nauw hadden samengewerkt, viel Vorkink buiten de prijzen. Vorkinks tv-reportage over Jansen Steur werd eveneens ingestuurd, maar was niet prijswinnend. Rob Vorkink laat twee volwassen dochters na.
Zijn laatste tweet
https://twitter.com/RobVor/status/1069597599953502209
Rob Vorkink
@RobVor
Aanklachten moeten onderzoek vuurwerkramp Enschede nieuw leven inblazen - #rtvoost #ftm
https://www.rtvoost.nl/nieuws/303402/Aanklachten-moeten-onderzoek-vuurwerkramp-Enschede-nieuw-leven-inblazen