Nieuws:

NB! Als u lid wilt worden stuur dan een verzoek naar:

EnschedeRamp@gmail.com

Hoofdmenu

22. Vuurwerkramp: Stofexplosie (2)

Gestart door admin, 10 april 2019, 00:44:16

Vorige topic - Volgende topic

admin

22. Vuurwerkramp: Stofexplosie (2)

Op verzoek van Dr. ir. Arief Dahoe, een explosiedeskundige wiens bevindingen ik citeer in mijn reviewrapport, publiceer ik bij uitzondering de negen pagina's uit het reviewrapport die over de stofexplosie gaan. Naar mijn oordeel staan er in dit gedeelte (blz. 329 - 337) geen dermate gevoelige persoonsgegevens dat ik daarmee iemands reputatie zou schenden. Bovendien is er het algemeen belang dat hier zwaar meeweegt. De reden van deze uitzonderlijke vrijgave van een kort gedeelte van het reviewrapport is gelegen in de noodzaak van een open en wetenschappelijke discussie die dan kan plaatsvinden over de waarschijnlijkheid van het optreden van een of meerdere stofexplosies bij de Vuurwerkramp Enschede van 13 mei 2000. Voor mij was dé reden om het artikel in mijn reviewrapport op te nemen het feit dat zowel het TNO als de commissie Oosting te lichtvaardig voorbij zijn gegaan aan de mogelijkheid van een stofexplosie, alsmede het feit dat voor een dergelijke handelwijze een duidelijk motief ligt bij het Openbaar
Ministerie. Dit kan wijzen op regie van het technisch onderzoek door het OM. Hieronder volgen de afbeeldingen van de betreffende bladzijdes. Voor het artikel in pdf klik hier.

...

Einde artikel over de mogelijkheid van een stofexplosie bij de Vuurwerkramp en de invloed daarvan op de strafrechtelijke vervolging door het Openbaar Ministerie. Dit artikel kan ook in pdf worden gedownload.

Paul van Buitenen

Fred Vos

#1
Dit verhaal over 'de stofexplosie' kan ik niet onderschrijven.

Van Buitenen beroept zich daarbij op mijn rapport met zijn (geparafraseerde) weergave daarvan:

"3.5.1.7.2.2 Brand- en rampendeskundige Drs. F.W.J. Vos

In 2014 stelt Drs. Vos een 84 blz. tellend rapport op dat een verdere uitwerking is van een eerder rapport van zijn hand uit 2004.
Hierin analyseert hij de waarde van het NFI- hoofdrapport (d.d. 01.02.2001) over de escalatiemechanismes van de Vuurwerkramp.

Op blz. 5 en 6 citeert Vos uit een verklaring van een brandweerofficier (OvD E. Boetes) waarin deze brandweerofficier het heeft over een opbruising van vuurwerk die overging in een harde ontploffing. Vos legt uit dat het door de brandweerofficier genoemde 'opbruisen' in feite het ontstaan is van volumineuze secundaire reactiewolken, met 'air borne'geraakte primaire reactieproducten die opmengen met lucht/zuurstof, afkomstig vanuit de
oorspronkelijke vaste stoffen. Een stofexplosie dus."


Ik trok nooit in mijn rapport de conclusie: 'stofexplosie dus'!
Wel dat uit vaste stoffen, dampen, gassen en stofdeeltjes na 1e reacties in opsluiting 'producten' in de lucht worden gestuwd om daarop secundair 2 tot 4 maal meer energetische (zwaardere) explosies te veroorzaken dan de primaire explosie in containers/opslagplaatsen.
De door mij genoemde reactieproducten bestaan ook wel uit koolstofdeeltjes (het woord 'stof' werk mogelijk verwarrend; de stofdeeltjes in pure stofexplosies zijn vaak groter),  maar de meeste secundaire energie komt uit de massa geproduceerde koolmonoxide (CO = gas) binnen de primaire reacties. Die CO behoeft eerst opmenging met luchtzuurstof in de juiste verhouding om te kunnen reageren (die procentuele verhoudingen liggen voor CO wel in een enorm breed explosiegebied).

Van Buitenen concludeert beperkt in 'of'....'of'.... het moet vooral en in hoofdzaak zijn: 'en'.
Dat er secundaire explosies hebben plaatsgevonden is onweerlegbaar zichtbaar op de exploderende wolken benedenwinds hoog voorbij de opslagplaatsen op filmbeelden.

Voor het punt dat Van Buitenen wil maken: 'dat zowel het TNO als de cie. Oosting voorbij zijn gegaan aan de mogelijkheid van een stofexplosie' is voor het soort van de verzwegen secundaire explosies academisch.

Het gaat erom dat de overheidsonderzoekers de uitwerking uitsluitend wilden positioneren op het terrein van SE Fireworks; om zodoende te kunnen 'verklaren': er lag te veel en te zwaar vuurwerk.

Misleiding dus. De zwaarste uitwerking ontstond immers boven de wijk en vooral benedenwinds van de opslag; dat wordt verklaard door de secundaire explosies.
Of het nu 'stofexplosies' of hybride explosies worden genoemd doet niet rechtstreeks ter zake; het is voer voor specialisten. De zware vooral benedenwindse uitwerkingen (ook Grolsch!) ziet elk kind op de beschikbare luchtopnamen na de ramp.

De titel van mijn rapport, dat was bedoeld voor een herzieningsaanvraag:

De 'onverwachte' metamorfose van vuurwerkopslag bij brand; na jarenlang verzaakte wettelijke brandweerzorg

Rationele verklaringen voor het ontstaan en het verloop van de vuurwerkramp in het jaar 2000 te Enschede

Verslag van uitgevoerd 'desk top' en empirisch onderzoek door: Drs. F.W.J. Vos

Op verzoek van R.J. Bakker
Enschede 2002 en Schottheide 2014.