Volgens Paalman waren de deeltjes er op gekomen gedurende de rit vanaf de Mina Krusemanstraat naar het politiebureau.
Sterkste aanwijzing: het grootste gedeelte van de sporen had op de rug van het T-shirt gezeten.
Er werd ook beweerd dat de sporen in de stof waren gebrand. (Door o.a. Bas van den Heuvel).
Volgens Paalman niet waar.
Ik weet het niet.
Het broekje is verdwenen, verdonkeremaand.
Volgens mij had het teruggegeven dienen te worden aan de recjhtmatige eigenaar.
Ja, Sylvius, hier worden impliciet allerlei wegen naar
'false positives' uit het lab onderzoek opgesomd. Die zijn inherent aan de identificatie problemen van bewijsstukken met deze methode.
De gaschromatograaf (massa spectrometer, electronen microscoop e.d.) en laborant, bij eerlijke bediening en goed onderhoud, leveren een feitelijk stuk informatie: bv.: het gaschromatogram.
Maar dan komt het daarop achteraf: de (ingewikkelde) vorm van een degelijk geschreven patroon moet op overeenkomsten (en verschillen!) worden vergeleken met dergelijke uitgeschreven patronen van feitelijke voorbeeld stoffen (referentie chromatogrammen). Dan geeft de laborant zijn '
mate van waarschijnlijkheid' van '
overeenkomst' dus ondanks de verschillen; die verdwijnen daarin.
En dan volgt de uitspraak hoe '
waarschijnlijk' de laborant die 'overeenkomst' vindt. (Dus hoe zeker hij/zij zelf is van de stof(fen) in het monster.)
Het is puur subjectief. Maar dat weten rechters (advocaten weer niet). Men zou transparanten op gelijke schaal moeten verstrekken dan kan ook een leek (rechters, advocaat, verdachte) zien (op elkaar leggen op een lichtbak) welke verschillen er waren en daarover toelichting vragen.
Stoffen gevonden op de kleding zijn daar dan mogelijk door besmetting van een ander 'monster' gekomen (is die auto ook bemonsterd?).
Of die kleding verkreeg die sporen op een andere plaats (Griekenland?).
Zijn andere aanwezigen (b.v. op het terrein van Thole) ook gevraagd monsters te leveren?
Wel herinner ik me dat de kleding van een brandweerman is gebruikt voor controle monster (dat is weer wat anders dan een vergelijkingsmonster!).
Uiteraard is dit een kostbare onderneming die slechts kan voortbestaan bij 'Klantvriendelijkheid'; weinig positieve resultaten op ingezonden monsters en…..
Het bestaan van het NFI als onderdeel van justitie lijkt dergelijke commerciële effecten uit te kunnen sluiten (carrière zal ook met resultaten samenhangen) maar daar staat weer tegenover dat er onzakelijke informatie mee kan komen vanuit de politiecontacten.
(Zoals tientallen jaren (gestopt op het NFI door mijn kritiek daarop) bij het monster op de aanvraag werd geschreven 'brandversnellende middelen'; het voorschot op hetgeen te bewijzen was.
Die kreet bleef/blijft tot in de rechtbank; dus was het al meteen een 'middel' tot brandstichting!)
Ook bij 'nemen' en het verpakken van monsters kan contaminatie optreden; door contact met instrumenten, handen e.d. van andere plaatsen en stoffen aldaar.
Paalman gaf dus een
mogelijkheid van contaminatie die dan technisch eventueel had kunnen worden uitgesloten; het kan ook een samenloop van besmettingen zijn geweest (wat was het eerst besmet en door wat?). Tijdens vluchten wordt men ook wel in de rug geraakt.
De opmerkingen van De Bruyn (filmbeelden en ondertiteling) baren mij wel veel zorgen over zijn wijze van denken en deskundigheid.
Hij stelt dat de vergelijking van sporen op het broekje heeft plaatsgevonden met controle monsters van slachtoffers (ook brandweer) en het gebied op SEF,
die dan dicht bij de laatste detonaties waren; qua vindplaats.
Dan 'concludeert' De Bruyn (dat de drager van) het broekje dichtbij
de brand (dewatte?) moet zijn geweest!
Dus men vindt sporen na detonaties (andere en hetere reacties) en vergelijkt deze met sporen van
'de' vuurwerkbrand (welke en hoe laat?) en 'concludeert' dat '
meer deeltjes' bij brand dan bij detonaties betekent
dichterbij(!?) Nee, het broekje was niet aanwezig bij de 2 detonaties. Dat had de drager immers niet overleefd; nietwaar?
Dat is een vorm van forensische wartaal waar ik me liever niet mee inlaat; het viel kennelijk niet op in NL (rechtshandhaving?).
Maar als ik (nu achteraf) zelf de band beluister dan blijkt de ondertiteling niet te kloppen.
Waar men (Discovery) hem in de ondertiteling laat zeggen '
de brand' zegt hij feitelijk iets geheel anders!
Hij zegt: "
the site of the incdident" Het broekje was dus (zonder tijdsbepaling?) op de plaats van de gebeurtenis en wel dichtbij.
Wie weet wat dit dan betekent mag het zeggen.
Binnen deze 'justitionele logica' had nog wel kunnen worden geconcludeerd dat de drager van het broekje, indien aanwezig op SEF, al direct voor of na de (lichtere) explosie van 15:00uur naar elders kon zijn vertrokken. De detonaties maakt hij zeker niet mee; qua lichaamsletsel.
Uit de sporen op een broekje kan een verantwoordelijk opererende forensisch laborant niet '
de' plaats van het incident afleiden noch het tijdstip daarvan.
Oudewijvenpraatjes vanaf het NFI achteraf op Discovery; niets meer dan dat.